Meandermagazine
Poëzie in beweging
Gedichten over lesgeven
Ko van Geemert liet – lang geleden - buurkinderen strafregels schrijven en ze deden het ook nog. Dat lag geheel, dat zag hij toen al, aan de volgzame kinderen. Zijn Plantage Poëzieprijs werd in 1994 gewonnen door Jan Bommerson die de regel schreef, ‘Ik krijg jullie wel, ik weet nog niet hoe / Maar wacht maar tot ik groot ben, later.’
Robin Veen – De zwaluwen zijn dit jaar niet gekomen
Paul Roelofsen bespreekt de bundel ‘De zwaluwen zijn dit jaar niet gekomen’, van Robin Veen. Hij vindt dat de keus van de dichter om over te gaan op de vaste vorm van het sonnet, een schot in de roos is geweest. De gedichten zijn van een hoog niveau en hij beveelt de bundel van harte aan.
Geen gebrom van oude heren
Oude mensen blikken terug op hun leven en denken over de dood. Niet elk oud mens doet dat. Een oom van columnist Jan Loogman bereikte, net als Jake uit Fup, a modern fable van Jim Dodge, de leeftijd van honderd jaar. Beiden leefden zoals Catullus het beschreef: 'Leven, Lesbia, is liefhebben / en geen rode duit geven / om het gebrom van oude heren.'
Elise Vos
Dichter Elise Vos debuteert volgende week. Eerder vertelde ze al dat het creëren goed is voor je brein, ‘als je tenminste de slapeloze nachten niet meetelt.’ Ze is ervan overtuigd dat er altijd iets moois schuilt in iets donkers. Haar woorden schudden ons wakker, beroeren en verplaatsen ons, welk verhaal vertellen wij voor het slapengaan?
Het commentaar van Maarten Buser
Maarten Buser is neerlandicus, kunstcriticus, dichter, auteur en poëzierecensent. Als recensent besprak hij bundels voor diverse media, momenteel doet hij dit voor het literaire tijdschrift DW B. Hij is breed georiënteerd, dus stelde wij hem de vraag of hij vindt dat je als criticus van alle literaire markten thuis moet zijn. Nee, hij hoeft niet alwetend te zijn en zegt: ‘Wat ben ik blij dat ik geen universele lezer ben en nog zo ontzettend veel te ontdekken heb’. Het commentaar van Maarten Buser.
Interview Frank Pollet
‘Niet de mens, maar zijn werk, maakt de dichter’, zegt Frank Pollet. ‘Schrijven is hard werken, en gaat traag vooruit. Ik schrijf niet graag. Ik pruts liever tot er iets staat dat me aanstaat. Ik noem me niet meteen een dichter maar een prutser. Of een technicus. Ik heb een obsessie voor het juiste woord.’