Meandermagazine
Interview Marc Reugebrink
‘Wat een woord’, dacht Marc Reugebrink, ‘breed-bek-be-han-gers-bij. Daar moest ik iets mee’. Zo kwam hij er toe het gedicht ‘Kale Jonker’ in zijn bundel ‘Om honing gaat het niet’ aan deze vliesvleugelige op te dragen. Zijn ‘gevoeligheid’ vertaalt zich onder andere in poëzie, maar ook wel in proza. (Maar ze uit zich ook op momenten dat hij gaat zingen bij zijn eigen stervensberoerde gitaarspel.)

Lisette Lombé - Laaien, laaien, laaien
In de bundel ‘Laaien, Laaien, Laaien’ van de nieuwe Dichter des Vaderlands in België; Lisette Lombé, wordt volgens Marc Bruynseraede geslagen met de striemende zweep van de taal. ‘Stuk voor stuk intens geladen teksten die de lezer oproepen om wakker te worden, verontwaardigd te zijn, geschokt of gekwetst maar niet onverschillig.’
Interview Wopke van der Lei
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het vijfenvijftigste gesprek, met Wopke van der Lei. Volgens hem schrijven Veluwse columnisten over parkeerplaatsen, over goedkoop winkelen in Duitsland en over onderwerpen die de lezer nog geen vijf minuten onthoudt. Gelukkig werd hij wegens het doen van controversiële uitlatingen daar ontslagen. Zijn liefde voor poëzie is sterk gegroeid door songteksten van oa Bob Dylan.

Hans Franse - Zelfportret met woord
Maurice Broere is zeer te spreken over de bundel ‘Zelfportret met woorden’, van Hans Franse: ‘’Wat opvalt is dat de dichter in de loop der tijd wat minder ‘dichterlijk’ is geworden. De oudere verzen bevatten nog wel eens eindrijm en in de latere is dat vrijwel verdwenen. Het lijkt wel of hij zich van dat juk heeft bevrijd en gelukkig maar, want dat gerijpte dichterschap bevalt me veel meer.’’
Hier leit Poot...
Wie er vandaag het internet op naslaat constateert dat dichter Hubert Kornelisz Poot allerminst vergeten is. Het predicaat ‘meest bekende’ siert nog steeds zijn naam. Zelf kent Wopke van der Lei niemand die Poot nog leest, maar dat geldt ook voor veel andere dichters. Interessant blijft de vraag of Poot door de jaren heen zijn reputatie ook zonder zijn smartelijke biografie had behouden.
Monique Leferink op Reinink
Wie regels maakt als ‘Hoe je begint. Eerst zijn er wolken, een vlucht ganzen /stel je je de liefde voor’ en ‘Schurend komen we tot stilstand / in onze handen het vlies van de tijd.’ hoeft niet te twijfelen aan de kracht van haar woorden, de betekenis van poëzie en de reikwijdte van haar ontroering.