Recensies
Harry Vaandrager - Ik wordt
De spelfout in de titel ‘Ik wordt’ van Harry Vaandrager blijkt er geen te zijn als je je realiseert dat er op het voorplat geen auteur staat vermeld. Hans Puper: ‘Dat raakt direct aan de thematiek van dit werk dat met zijn 58 pagina’s een novelle en zelfs een roman wordt genoemd.’ Zo zou de recensent het overigens niet willen typeren. ‘[Het is] een mengvorm van proza en poëzie. Laat ik het daarom bij gebrek aan beter maar een proëem noemen.’
Elfie Tromp - Victorieverdriet
Na een onvoorziene relatiebreuk belandt schrijfster Elfie Tromp in een achtbaan van emoties. In ‘Victorieverdriet’ sleurt zij de lezer mee langs toppen en dalen. Een bundel ‘voor iedereen met gevoel in z’n donder’. Voor Tromp begint poëzie met ‘de spontane expressie van emoties’. Recensent Eric van Loo concludeert, dat het merendeel van de gedichten helaas niet veel verder dan dit komt, waardoor ‘Victorieverdriet’ een vluchtige bundel is gebleven.
Moya De Feyter - Tot iemand eindelijk
Maurice Broere vindt ‘Tot iemand eindelijk’ van Moya De Feyter een veelbelovend debuut. Hij heeft met name waardering voor ‘de kortere gedichten in de bundel, waarin in mooie beeldende taal, heel herkenbare gedachten en observaties naar voren komen, die [hem] aan het denken zetten over de grote vragen van het leven zoals leven, dood, samenleven, (verloren) liefde, afscheid nemen, verdriet en verlangen.’
Anne Meerbergen – Aanmoederen
In haar debuutbundel geeft Anne Meerbergen op delicate wijze aandacht aan verschillende aspecten van het moederschap. Dochter zijn van een moeder, zelf moeder worden, moeder zijn en het loslaten van de kinderen wanneer deze geleidelijk op eigen benen komen te staan. Johan Reijmerink las ‘een zoete bitterheid in deze weloverwogen verzen’, en concludeert: ‘Meerbergen heeft in deze debuutbundel haar eigen ervaringen over de ambivalente gevoelens tussen moeder en kind op een universeel niveau weten te brengen.’
Floor Buschenhenke - Parachute
Ernst Jan Peters vindt Parachute van Floor Buschenhenke een boeiende verzameling talige observaties. De spanning tussen het hemels-mystieke en het dagelijks-praktische speelt daarbij een belangrijke rol: de parachute is er om de overgang tussen zweven en landen te begeleiden. Als je niet hoeft te landen, is de parachute een overbodig attribuut, maar wie wil er niet een keer landen?
Athena Farrokhzad - Een witte suite
Laura Demelza Bosma is onder de indruk van ‘Een witte suite’ van Athena Farrokhzad, die in de jaren tachtig met haar familie vluchtte uit Iran. ‘Door de stemmen ervaart de lezer van deze bundel hoe de nasleep van zo’n ingrijpende ervaring beleefd kan worden. (…) Uiteindelijk bereikt zij door haar oprechte meedogenloosheid dat er voor alle vijf de stemmen de ruimte is om naast elkaar te bestaan.’
Karel ten Haaf - Nilfisk!
Hans Puper over ‘Nilfisk!’ van Karel ten Haaf: “Bij de [naakt]foto ‘Tegen de nieuwe kuisheid’ kun je je schouders ophalen, ondanks de vaststelling ‘Seks is een prachtig terrein voor een / kunstenaar. Er zijn nog zoveel taboes’. Als Ten Haaf al een taboe aanpakt, dan betreft die ander soort kuisheid, door sommigen kiesheid genoemd en die in wezen angst is voor de dood: het vermijden van gesprekken over terminale kanker.
Désanne van Brederode - Verzonnen grond
Désanne van Brederode heeft als schrijfster sinds haar debuut in 1994 zeven goed ontvangen romans op haar naam staan. Na ruim 20 jaar waagt zij zich voor het eerst aan de poëzie, of beter gezegd: brengt zij haar poëzie na enige aarzeling naar buiten. Recensent Eric van Loo ervaart haar gedichten vaak als breed uitgesponnen en redenerend, maar vindt ‘Verzonnen grond’ toch een interessante bundel geworden, mede door de onbevangen manier van poëzie schrijven.
Krijn Peter Hesselink - toondoof
Peter J.R. Vermaat over ‘toondoof’ van Krijn Peter Hesselink: ‘De gedichten van Hesselink voegen zich naadloos in de hedendaagse traditie van weinig muzikale, maar vooral verhalende poëzie, waarin de auteur zijn best doet om elementen uit twee verschillende werelden bij elkaar in de kamer te krijgen’. Naast minder goede staan er ook goede gedichten in de bundel.