Recensies
Peter Janzen en Frans Oerlemans - Willem Kloos (1859 - 1938). ‘O God, waarom schynt de zon nog!’
Recensent Herbert Mouwen over de biografie ‘O God, waarom schynt de zon nog!’ van Willem Kloos: ‘deze biografie [is] niet sturend, het boek biedt de lezer een open ruimte die daar in alle vrijheid mee aan de slag kan. Dat maakt het boek geschikt voor een breed publiek. Op rustige wijze, zonder het sensationele van de gebeurtenissen uit Kloos’ leven te accentueren, geven Janzen en Oerlemans de feiten aan de hand van bronteksten weer.’ Het is een rijke, geslaagde biografie.
Johan Reijmerink - De andere stem
Hans Puper over het proefschrift ‘De andere stem’ van zijn collega-recensent Johan Reijmerink: ‘[Hij] heeft een eerste poging gedaan ‘dialogisch dichterschap’ te hanteren als invalshoek voor literatuurwetenschappelijk onderzoek. Het is een goede methode om te laten zien hoe dichters zich ontwikkelen in een steeds internationaler wordende wereld.’
Chrétien Breukers - Voor de verre prinses
Recensent Hans Franse over ‘Voor de verre prinses’ van Chrétien Breukers: ‘Het bespreken van literatuur in brieven is niet nieuw ( … ), maar het koppelen van liefdesbrieven aan poëzie, nee, sterker nog, poëzie die overloopt in liefdesbrieven, lijkt me tamelijk uniek. Chrétien Breukers deed het in het mooie boekje ‘Voor de verre prinses’, dat behalve een ‘brievenboek’ ook nog een bloemlezing is, een poëtica en een handleiding in lezen. Ik heb het tweemaal achter elkaar gelezen en dat doe ik niet snel.’
Harry van Doveren - rond is moeilijk
Recensent Peter J.R. Vermaat over ‘rond is moeilijk’ van Harry van Doveren: ‘Evenmin als muziek hoeft een gedicht een verhaal te vertellen. Wanneer de suggestie van taal sterker is dan de veronderstelde betekenissen, kan de lezer een gedicht door zijn ervaring het zijne maken. In de meeste gedichten heeft Van Doveren echter erg veel ruimte nodig om zijn taal over uit te smeren, waardoor ze flets worden.’ Maar er zijn uitzonderingen.
Ghayath Almadhoun en Anne Vegter - ik hier jij daar
De dichtbundel ‘ik hier jij daar’ van de Palestijnse dichter Ghayath Almadhoun en Anne Vegter is een confrontatie van twee actuele werelden. Almadhoun verontschuldigt zich op indrukwekkende wijze voor zijn vluchteling-zijn. Anne Vegter laat zien dat onze rustige manier van leven kwetsbaar is en dat op de vlucht zijn en oorlogsleed altijd dichtbij zijn. Hun gedichten laten zien dat hun beide wereldbeelden niet zo verschillend zijn als wij wellicht denken. (Een recensie van Herbert Mouwen).
Geert Zomer - Weerbericht
‘Weerbericht’ van Geert Zomer is een bundeling van de fictieve 'weerberichten' die de dichter plaatste op Facebook. De weerberichten zijn tegelijkertijd horoscopen en bezweringen van de werkelijkheid. Ze lijken bedoeld om liefde, rust en hoop uit te stralen en daarom adviseert de dichter dan ook om de bundel als een zelfhulpboek regelmatig open te slaan en dan vooral de adviezen te volgen: 'Betrek er alles bij, vooral het goede.' Een recensie van Ernst Jan Peters.
Erwin Steyaert - Alleen van kale reizen kom je thuis
Recensent Eric van Loo wenst Erwin Steyaert met zijn omvangrijke debuut ‘Alleen van kale reizen kom je thuis’ de C. Buddingh’-prijs 2018 toe. Hij wekt bewondering met zijn beelden, die hij met een minimum aan middelen neerzet. Maar bovenal is hij niet ‘een man die de taal ontregelt, volgens de regels van de mode van de dag. Niet een fijngeslepen talent van de schrijversvakschool. Maar een man die iets te zeggen heeft, en zijn woorden tot stoere taalbaksels kneedt.’
Serge Delaive - Meridianen van de doling
Ivan Sacharov schreef een schitterende recensie over ‘Meridianen van de doling’ van de Luikse dichter, romancier en fotograaf Serge Delaive. (De bundel is vertaald door Katelijne De Vuyst). Het is tevens een essay over wat Sacharov noemt dichters met een korte golflengte en dichters met een lange golflengte. Tonnus Oosterhoff zendt op een korte golf, Delaive op een lange – een waardeoordeel is dit overigens niet.
Wim Brands - Verzamelde gedichten
Recensent Johan Reijmerink over ‘Verzamelde gedichten’ van Wim Brands: ‘Vanuit een diepe genegenheid zijn de Verzamelde gedichten van Wim Brands (1959) door zijn echtgenote Monique Edelschaap en zijn vriend en redacteur Thomas Verbogt bijeengebracht. ( … ) Misschien gaan de gedichten van Brands ten diepste over: ‘Ik wil juist ergens bijhoren’. Ik meen met Brands dat uiteindelijk ‘niemand uit de nacht kan vallen.’ Het is goed dat de Verzamelde gedichten er zijn. Zijn naarstig zoeken naar de zin van dit bestaan verdient het om gelezen te worden.’