LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

Arjen van der Linden - Als niets
Arjen van der Linden - Als niets
De poëzienovelle 'Als niets' van Arjen van der Linden (1956) is een aaneenschakeling van drank, vrouwen en desillusies. Niets nieuws. De vorm is ook niet altijd even sterk: veel poëzie doet denken aan in stukjes geknipt proza. Het verhaal wordt echter van tijd tot tijd onderbroken door goede gedichten waarin het verhaal wordt becommentarieerd en dat maakt veel goed.
Poëzie Kort 2016 / 7
Poëzie Kort 2016 / 7
In de zevende Poëzie Kort bespreken Lennert Ras en Hans Puper de volgende bundels: ‘In uiterste staat’ van Frederik Lucien De Laere, ‘Kraanstaren’ van Irene Wiersma, ‘Dorpen van zinsbedrog’ van Emile Verhaeren en het debuut ‘Haarlem nocturne’ van Djordje Matić.
Shari van Goethem - Een man begraaft een boom
Shari van Goethem - Een man begraaft een boom
'Binnen het bestek van een paar regels kan iets duidelijk zijn en toch onbegrijpelijk blijven. Poëzie is een van de manieren die we hebben gekregen om duidelijk te maken dat we iets niet begrijpen.' Deze regels uit de roman ‘Zachte riten’ van Marja Pruis hadden op de achterflap van ‘Een man begraaft een boom’ kunnen staan, de debuutbundel van Shari van Goethem (1988). De gedichten vormen een fragmentarisch verteld verhaal waarin telkens andere elementen oplichten, mede afhankelijk van je stemming of eerdere lezing. Het is zeker geen puzzel die een oplossing verdraagt.
Erik Jan Harmens - Ik noem dit poëzie
Erik Jan Harmens - Ik noem dit poëzie
In ‘Ik noem dit poëzie’ , de verzamelde gedichten van Erik Jan Harmens, blijkt nog eens dat hij een traditioneel romanticus is, hoe vernieuwend hij ook wordt genoemd. Een constante in zijn werk is het lijden aan het leven, maar van ‘meer van hetzelfde’ is geen sprake. De vorm verandert, met name in zijn laatste bundel, ‘Open mond’. Die bundel is soberder dan de voorgaande, waardoor de inhoud meer onder spanning staat.
Estelle Boelsma - alles is een onderbreking van de lege ruimte
Estelle Boelsma - alles is een onderbreking van de lege ruimte
In ‘alles is een onderbreking van de lege ruimte’, laat Estelle Boelsma onder andere zien dat poëzie iets poreus moet hebben, iets van een merkbare diepte, anders wordt ze te hermetisch en dreigt onleesbaarheid. Poriën in de huid van de taal zorgen ervoor dat de inhoud van een tekst verbonden blijft met de ruimte om die tekst heen: met een lezer dus.
Robbert-Jan Henkes - Bij mij op de maan. Russische kindergedichten
Robbert-Jan Henkes - Bij mij op de maan. Russische kindergedichten
‘Bij mij op de maan’ is een bloemlezing van Russische kindergedichten, samengesteld en vertaald door Robbert-Jan Henkes. Eén van de fascinerende aspecten ervan is dat je niet alleen wordt herinnerd aan je eigen kindertijd, maar ook aan de oeroude bronnen van onze cultuur. Het materiaal van de Russische dichters blijkt vaak ook in Nederland gebruikt te zijn.
Jacobus Bos - Alsof niemand hier onsterfelijk is
Jacobus Bos - Alsof niemand hier onsterfelijk is
‘Alsof niemand hier onsterfelijk is’ is de achtste bundel van Jacobus Bos (1943). Het gaat om fraai gecomponeerde, vormvaste poëzie die de lezer met vragen confronteert en uitnodigt een leesavontuur aan te gaan. Hans Franse: ‘Eigenlijk verdienen de poëzie, de dichter, de lezer en de recensent een grondige analyse van elke afdeling, maar dan zou deze korte recensie een essay worden.’
Aly Freije - Door het vanggat
Aly Freije - Door het vanggat
In haar debuut ‘Door het vanggat’ probeert Aly Freije (1943) het landschap van haar jeugd in de vroegere Oost-Groningse Veenkoloniën op te roepen en daarmee ook het kind dat ze was. Het lijkt of de haarscherpe herinneringen haar overvielen. Niet alle gedichten zijn juweeltjes, maar de bundel is zeer lezenswaardig.
Ellen Deckwitz - Olijven moet je leren lezen
Ellen Deckwitz - Olijven moet je leren lezen
Na het handboek ‘Zo word je een geweldige dichter’ heeft Ellen Deckwitz ‘Olijven moet je leren lezen’ geschreven. Het is de meest aanstekelijke introductie in het lezen van poëzie sinds ‘Koen, maak je mijn schoen?’ van Willem Wilmink uit 1983 – ze was toen twee. Niet alleen voor beginnende lezers is dit boek interessant, maar ook voor ‘gevorderden’.