LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

Armando - Waarom
Armando - Waarom
Bestaat er een veelzijdiger kunstenaar dan Armando? Er is weinig wat hij niet heeft gedaan: schilder, beeldhouwer, dichter, schrijver, violist, acteur, en film-, televisie- en theatermaker. Zijn laatste bundel, met de intrigerende titel 'Waarom' - zonder vraagteken - , telt 21 gedichten. De titel veronderstelt een antwoord, maar is dat ook zo?
Johanna Geels - Vuurmakers
Johanna Geels - Vuurmakers
Als we het over literatuur hebben, dan is er niet alleen sprake van een tekst, maar ook van een ervaringswereld waar die tekst op betrokken is – SM in dit geval. Dan komen ook de persoonlijke smaak en opvattingen van de lezer aan de orde. Een ding is duidelijk: de sfeer van Geels gedichten is echt, die maakt de noodzaak tot het schrijven van 'Vuurmakers' invoelbaar.
Charles Ducal - Bewoond door iets groters
Charles Ducal - Bewoond door iets groters
In 2014 werd Charles Ducal de eerste Belgische Dichter des Vaderlands sinds de Franstalige Vlaming Emile Verhaeren (1855-1916). Op 29 januari 2014 aanvaardde hij de opdracht, die hij direct relativeerde: ‘Ontzettend veel mensen schrijven poëzie, ontzettend weinig mensen lezen ze.’ Ducal vroeg zich af of poëzie niet op sterven na dood is. De paradox dat er veel gedichten worden geschreven die niet worden gelezen, zou er volgens de dichter echter op kunnen wijzen dat ‘poëzie verre van dood of uit de tijd is.’
Jan Lauwereyns -  Nouvelle: een degustatie van het hart in zeven gangen
Jan Lauwereyns - Nouvelle: een degustatie van het hart in zeven gangen
In een mengvorm van poëzie en proza onderzoekt Jan Lauwereyns het denkbeeld dat het schone en ware identiek zijn. Een lichaam – een verhaalpersoon - maakt een tegennatuurlijk proces door in zijn verzet tegen het overheersende denken. Zijn wij wel ons brein? Door wat worden we nu eigenlijk aangestuurd, als wij nadenken over de zin van ons bestaan en de dood: het lichaam of de geest?
Remco Campert - Verloop van jaren
Remco Campert - Verloop van jaren
Wie schrijft die blijft. Daar was men vroeger zeker van. We vinden de namen van dichters en schrijvers terug in straatnamen. Hun geboorte- en sterftejaar ontbreken vaak en wie zij waren ook. Als de straat of laan maar een naam heeft, dat is waar het om gaat. De rest is stilte. Als je vijftig jaar na je dood nog gelezen wordt, dan ben je een uitzondering. Geldt dat voor Campert ook?
Poëzie kort
Poëzie kort
Onze capaciteit is beperkt en daardoor blijven er vaak bundels liggen die we toch hadden willen recenseren. We hebben daarom de rubriek ‘Poëzie Kort’ opnieuw ingevoerd, waarin we vier of vijf bundels bespreken. Dit keer Wondermiddel en andere gedichten van Kate Schlingemann, de bloemlezing 100 Dutch-Language Poems, Kinderen van Frits Roosdorp en Herfsttij van het verlangen van Romain John van de Maele.
Patrick Conrad - AS Gedichten 1963-2014
Patrick Conrad - AS Gedichten 1963-2014
'AS Gedichten 1963-2014' van Patrick Conrad telt meer dan 700 bladzijden. Conrad is niet alleen dichter, hij schrijft ook (misdaad)romans en filmscenario’s. Daarnaast werkte hij als regisseur. De overzichtsbundel bevat naast de gedichten ook tekeningen: Conrad is ook actief als beeldend kunstenaar. Een bundel van meer dan 700 bladzijden is een uitdaging. Welke invalshoek hanteer je om een amalgaam te bespreken?
Martijn Benders - Sauseschritt
Martijn Benders - Sauseschritt
We hebben in 'Sauseschritt' van doen met een soort logboek. De algehele atmosfeer is emotionerend en heftig; de gedichten suizen in sneltreinvaart aan je voorbij. Martijn Benders zou je kunnen typeren als een poëtische straatdichter, een performer, een dichter voor het gemene volk, maar wel met een fonds aan interessante invalshoeken, gekwelde voorbeelddichters, existentiële inzichten en oog voor het diepliggende verdriet dat onder de mensen en het leven schuilgaat.
Benno Barnard - Mijn gedichtenschrift
Benno Barnard - Mijn gedichtenschrift
In 'Mijn gedichtenschrift' van Benno Barnard valt veel te beleven: het is een rijk, gevarieerd boek, zowel op inhoudelijk als stilistisch gebied. Hij bespreekt meer dan vijftig gedichten: van T.S. Eliot, Hadewych, Herman de Coninck, Gottfried Benn, Emile Verhaeren, Tsjêbbe Hettinga, van zijn vader Guillome van der Graft, van hemzelf – en dan ben ik nog lang niet volledig. De gedichten zijn aanleiding tot onderling zeer verschillende beschouwingen: de ene keer schrijft hij over de tijd waarin het gedicht ontstond, een andere keer interpreteert hij het en soms schrijft hij een persoonlijk stuk over zijn vader, vrouw, kinderen of vrienden.