Recensies
jan Oegema - Hans Faverey en de liefde
Jan Oegema (1963) schreef met Hans Faverey en de liefde een prikkelend boek over de poëzie van Hans Faverey (1933-1990). De grote verdienste ervan is dat Oegema's sterk persoonlijke invalshoek en zijn aandacht voor de biografie van de dichter volledig in dienst staan van het doordringen in een uniek dichterschap, dat tot de meest intieme van de Nederlandstalige literatuur blijkt te behoren.
Inge Tielman - Mozaïek van licht
Licht is onontbeerlijk. Bij een tekort in de donkere maanden krijgen heel wat mensen winterblues. Een tekort aan licht is er helemaal niet in Mozaïek van licht, de nieuwste bundel van Inge Tielman. Het is een vitalistisch werk van een schrijfster in het vloedlicht van de herfst.
Dirk Kroon - Is het werkelijk? Verkenningen van dichters
Dirk Kroon (1946) publiceert poëzie sinds 1968, toen hij debuteerde met Materiaal voor morgen. Inmiddels staat de teller op achttien bundels, waarvan de laatste twee verschenen bij uitgeverij Liverse. Kroon is al heel veel jaren ook een verdienstelijk schrijver óver poëzie en zijn nieuwe uitgever bood hem de gelegenheid met Is het werkelijk? een bundel samen te stellen uit de bijdragen die hij in de loop der tijd aan diverse tijdschriften leverde.
Onno Kosters en Peter Drehmanns (red. en sam.) - Terrible beauty | Barre schoonheid. Het Utrechts Stadsdichtersgilde ontmoet W.B. Yeats
Ter gelegenheid van de honderdvijftigste geboortedag van W.B. Yeats werd op 19 en 20 juni 2015 aan de Universiteit Utrecht het symposium Yeats in Europe georganiseerd. Het evenement vormde voor de leden van het Utrechts Stadsdichtersgilde de aanleiding om met eigen werk een dialoog aan te gaan met de in 1939 overleden Ierse dichter. Terrible beauty | Barre schoonheid: Het Utrechts Stadsdichtersgilde ontmoet W.B. Yeats is een bloemlezing van het oeuvre van de Nobelprijswinnaar en de reacties daarop van de Utrechtse stadsdichters.
Eric de Rooij - Het eindigt zomaar ergens
Het eindigt zomaar ergens, de debuutbundel van Eric de Rooij, bevat twee soorten gedichten die sterk van karakter verschillen. De afdelingen ‘Knekelmuziek (in G-D-A-Es)' en ‘Vier Siciliaanse gedichten’ zijn opgedragen aan mensen voor wie hij bewondering heeft, zoals Rimbaud, Kavafis, Couperus, Warren, Reve, Bassani, Stefan Zweig. De overige drie cycli doen direct en persoonlijk aan en daarin is De Rooij op zijn best.
Rinske Kegel - Als ik win verlies ik mijn reputatie als verliezer
Met de in eigen beheer uitgebrachte bundel Als ik win verlies ik mijn reputatie als verliezer toont Rinske Kegel ons een verzameling van haar genomineerde gedichten uit de afgelopen jaren. Ze schuift ons aarzelend haar prijstrofeeën in beeld. Kegel heeft de gedichten min of meer in een lijn gezet met bepaalde ontwikkelingsmomenten in het leven van een jonge vrouw. In die zin valt er in deze kleine bundel enige inhoudelijke samenhang vast te stellen
Marwin Vos - Oorlogspaarden tot in de buitenwijken
Marwin Vos putte voor haar gedichten in Oorlogspaarden tot in de buitenwijken uit het nieuws, de wetenschap, economie, astronomie en verhalen over overconsumptie... Na elk hoofdstuk worden de vrije verzen afgesloten met notities, die de eerdere gedichten van kanttekeningen voorzien. Omdat dit zelf bijna prozagedichten zijn, geven ze deze bundel een uniek karakter. Een bundel met een bijzondere politieke, actuele toets maar daarom niet makkelijk te duiden.
Thom Schreijer - Een feest van afzien
De nieuwe bundel van Thom Schreijer, Een feest van afzien, bevat uitsluitend gedichten van veertien regels – wat niet betekent dat het sonnetten zijn. Een groot aantal begint met de introductie van een man of vrouw: ‘Een man staat elke avond voor zijn raam’, ‘Een man loopt mee in een demonstratie’, ‘Een man zit op de rand van een vreemd bed’, ‘Een vrouw, gedreven fotografe, overziet het beeld’.
Richard Foqué - Hier staan wij
In 1972 verscheen Richard Foqués derde dichtbundel. Daarna bleef het bijna veertig jaar stil, tot in 2011 Te laat het landschap werd gepubliceerd. Sedert die terugkeer heeft Foqué nog drie bundels aan zijn oeuvre toegevoegd. In de nieuwste, Hier staan wij , treft de sobere, compacte taal en het picturale karakter van de verzen. Niet verwonderlijk voor een dichter die naam maakte als architect.