Recensies
Harrie Sevriens - Heëlesje Mülkes
In Heëlesje Mülkes verzamelde de Heerlense dichter Harry Sevriens ruim 800 spreukachtige notities. Ze zijn, hoe kort ook, vrijwel altijd voorzien van een titel, zonder uitzondering in gewoon Nederlands geschreven en bovendien opvallend weinig plaatsgebonden. Het boek etaleert een uitbundige levenshouding, gevoed door drank en seks, en een haast gekoesterde somberheid, een gecultiveerde mislukking. Wat dat betreft deed hij me regelmatig aan Lévi Weemoedt denken, ook al vanwege de schuldeloosheid die hem van nature lijkt aan te kleven. Sevriens lijkt me typisch iemand op wie het 'non posse peccare', het niet kunnen zondigen, van toepassing is.
Elly de Waard - Vogelwater
In Vogelwater beschrijft Elly de Waard in gedichten, verhalen en anekdotes de interessante geschiedenis van het gelijknamige huis; de foto's van Frederique Masselink-Van Rijn, die gerust als co-auteur beschouwd mag worden, maken duidelijk hoe bevoorrecht De Waard is deze unieke plek te mogen bewonen.
Marc Tritsmans - De stilte van de wereld na ons
De stilte van de wereld na ons van Marc Tritsmans bevat naast een uit vijf afdelingen bestaande nieuwe bundel een bloemlezing uit de poëzie van 1992-2004. Een opmerkelijk samenstel. Ik kan niet achterhalen waarom Tritsmans ervoor gekozen heeft oud en nieuw werk op deze wijze te combineren. Ongeduld van de uitgever? Mimetische begeerte? De drang om zich als dichter wat nadrukkelijker te positioneren tegenover de collega-dichters die ook met hun bundelingen op de markt komen?
Hoe dan ook, de nieuwe gedichten vormen een knappe bundel vanwege het weidse spectrum, de taalbeheersing en het bijdetijdse levensgevoel.
Norbert De Beule - Tri ti tiii
Zodra ik mij kon overgeven aan de grillen van Norbert De Beule, werd Tri ti tiii (ondertitel 'een liedboek') een fascinerende bundel. Ik raakte betoverd door de trucs, de bewegingen die de dichter maakte. Deze taaltovenaar biedt zijn wereld met een gelaagdheid of het er tien zijn.
Jan Eijkelboom - Verzamelde gedichten
De poëzieliefhebber heeft niets te klagen. Kwamen eerder dit jaar al de verzamelde gedichten uit van Leonard Nolens, Charles Ducal en Bernlef (die van de laatste nog net niet postuum), vier jaar na zijn dood zijn nu ook alle gedichten van Jan Eijkelboom weer beschikbaar. Eijkelboom (1926-2008) begon pas op zijn vijftigste gedichten te schrijven, publiceerde drie jaar later zijn eerste bundel en bleef vervolgens lang doorschrijven. Als bijna tachtigjarige publiceerde hij met Olifant met geheugenverlies zijn tiende bundel en daarin bleek hij nog weinig aan zeggingskracht te hebben ingeboet. Als immer was er een krachtige persoonlijkheid aan het woord, die zijn opgewekte illusieloosheid - min of meer zijn handelsmerk als dichter - aans
Coenraedt van Meerenburgh (vertaling) - Shakespeare - De Sonnetten
Coenraedt van Meerenburgh vertaalde voor uitgeverij Liverse alle 154 sonnetten van Shakespeare. Hoe hij het doet? Een vergelijking van zijn vertaling van Sonnet XVIII met acht andere vertalingen laat daarvan iets zien.
Bert Kooijman - Slijpsel van tijd
De meeste gedichten in de bundel Slijpsel van tijd van Bert Kooijman weten te ontroeren, hechten zich in je geest vast. Waar ik de bundel ook open sloeg: treffende strofen en beelden, in een zo afgewogen taal dat het mij schokte dat ik niet eerder iets gelezen had van deze dichter van veel meer dan alleen maar zeldzaam intense liefdesgedichten.
Pieter Grootendorst - De dag kwam kijken
Pieter Grootendorst vermijdt in De dag kwam kijken bewust de confrontatie met Grote gedichten van Grote dichters. Maar gedichten die op het eerste gezicht niemendalletjes lijken, krijgen vaak een onverwachte ernst en diepgang. Waar hij heimelijk op moet hebben gehoopt is gelukt: hij is gezien, gehoord, gelezen.
Toon Tellegen - De optocht
Toon Tellegen schreef met De optocht een 21ste-eeuwse dodendans, één groot memento mori. Maar deze fascinerende bundel over al wie op weg is naar de dood, heeft vooral alle facetten van het leven tot onderwerp. Een feest van taal dat in één grote reidans de wereld over moet. De vertalers mogen er hun tanden op stuk gaan bijten.