Recensies
Pieter Boskma - Het gelijk van honderd tegelijk zingende bossen
Peter Vermaat over ‘Het gelijk van honderd tegelijk zingende bossen’, de nieuwste bundel van Pieter Boskma: ‘Duik er in onder en ervaar de taal, dat is wat ik iedere lezer van deze bundel voorhoud en aanbeveel. Zowel bij de eerste als de herhaalde kennismaking met dit type poëzie zijn het klank en ritme die je een landschap binnenvoeren en je daarin geboeid, verliefd, verbijsterd houden en niet een – naar mijn stelligste overtuiging – vergeefse speurtocht naar onderliggende orde.’
Miriam Van hee - voor wie de tijd verstrijkt
Johan Reijmerink bespreekt ‘voor wie de tijd verstrijkt’ van Miriam Van hee, alweer haar negende bundel: ‘Van hee confronteert ons met een intieme binnenwereld die we aan een buitenwereld kunnen aflezen. Het reizen, de natuur, de vogels, de eenzaamheid, het staren, het afscheid nemen en de vergankelijkheid spannen samen. Er zijn veel plaatsen in deze bundel aan te wijzen waarop haar dichterlijk ik graag in de gelukzaligheid van het moment zou willen achterblijven.’
Co Woudsma - Zolang de stad maar vrolijk is
Æde de Jong bespreekt de nieuwste bundel van Co Woudsma: ‘’De poëzie van Co Woudsma is eenvoudig, maar niet simpel. In ‘Zolang de stad maar vrolijk is’ komt een wat duffe, saaie werkelijkheid tot leven door scherp verwoorde, nauwkeurige observaties, waar nodig aangevuld met fantasie. Net als bij hermetische poëzie verdient toegankelijke poëzie meerdere lezingen, omdat ook de minder gesloten gedichten pas na meerdere lezingen hun schatten openbaren.’’
Pim Lammers - Ik denk dat ik ontvoerd ben
De gedichten in ‘Ik denk dat ik ontvoerd ben’ van Pim Lammers zijn bedoeld voor kinderen van alle leeftijden. Herbert Mouwen draagt deze kinderpoëzie een warm hart toe: ‘Personen met de meest uiteenlopende namen en van verschillende geaardheid komen in deze bundel voor. Toch hebben de gedichten van Pim Lammers iets familiairs. Het lijkt alsof ze zich in een voor jou vertrouwde omgeving afspelen. Dichtbij-gedichten zou een aardige karakterisering zijn van deze poëzie, terwijl tegelijkertijd in de gedichten allerlei onbekende opvattingen en gedragingen aan de lezer gepresenteerd worden.’
Rob van Essen - Alleen de warme dagen waren echt
Douwe Wilts recenseert de debuutbundel van Rob van Essen, 'Alleen de warme dagen waren echt' en hoort zijn innerlijke kind van vreugde zingen. ‘Het absurde en het alledaagse, de melancholie en de rouw, het verlies van een geliefde en het verlies van het innerlijke kind: deze bundel weet het allemaal met elkaar te verbinden.’ Wilts: ‘Met deze bundel heeft Van Essen zijn eigen stijl, die hij al in zijn proza bezigde, haast tot in de perfectie doorontwikkeld en dat levert een schitterend debuut op.’
Jane Leusink - Kraanvogels
Ivan Sacharov vindt ‘Kraanvogels’ van Jane Leusink interessant. Hoewel ze haar poëtische taal soms onderbreekt voor beschrijvingen en wetenswaardigheden waarvan hij zich afvraagt of die wel in poëzie thuishoren. Het onderwerp van de bundel is de te jong overleden dochter van de dichter. Sacharov: ‘Eerst taal om in te vluchten; en daarna taal om te kunnen verwerken. Leusink lijkt al schrijvend (denkend?) haar stof te kauwen om tot haar bevindingen en soms fraaie woordcombinaties te komen.’
Inge Braeckman - Terra Toscana
De vijfde bundel van Inge Braeckman, ‘Terra Toscana’, is te lezen als één lang gedicht, volgens Hettie Marzak, geschreven rondom het sterven van de vader van de dichter. ‘’Inge Braeckman is een dichter van de details. In ‘Terra Toscana’ komt het zorgvuldig benoemen van vooral de handelingen en in mindere mate de waarneming voor als een manier om zich te beheersen, maar ook om niet te vergeten.’’
Margriet van Bebber - het blauwe uur
Wim Platvoet vindt in de bundel ‘het blauwe uur’ van Margriet van Bebber gedichten met een persoonsgebonden karakter en een mededelingskarakter over triviale gebeurtenissen die dit gegeven meestal niet weten te overstijgen. Platvoet: ‘Misschien is dit de fascinatie van Margriet Bebber: dat wat zich onbewust in haar achterhoofd bevindt (…) bewust maken door middel van schijnbaar tamelijk gewone, alledaagse dichtregels.’ ‘Toch zijn observaties soms scherp verwoord en wie daarvan houdt kan aan deze bundel veel plezier beleven.’
Koleka Putuma - Hullo Bu-Bye Koko Come In
‘Hullo Bu-Bye Koko Come in’ is de tweede bundel van de Zuid-Afrikaanse Koleka Putuma. Een fascinerende bundel noemt Kamiel Choi dit werk, het dwingt je om te luisteren: ‘’Ik zou deze dichteres graag een keer horen optreden om haar poëzie ‘in het echt’ te beleven, omdat ik op papier te veel moeite moet doen voor deze felle poëtica die ver van het bed van een persoon met ‘zeven vinkjes’ staat.’’