Recensies
Annet Zaagsma - Opgelet. Het materiaal moet ademen
'Opgelet. Het materiaal moet ademen' van Annet Zaagsma wordt besproken door Yolandi de Beer en zij is enthousiast: 'Zaagsma’s gedichten raken alle aspecten van het leven aan. Eenzaamheid, daten, proberen, opgeven, meedoen, uitstaan. Ik merk dat ik het herkenbaar en toch vreemd, vertroostend en gelijk beangstigend vind. Haar woorden volgen je -ook al steek je je kop in het zand - de woorden zitten toch al in je hoofd.'
Hélène Geléns - beginnen voor gevorderden
‘beginnen voor gevorderden’ van Hélène Geléns. is een bundel waaruit een grote belezenheid en intelligentie spreekt: een intellectuele bundel, volgens Hans Franse. Er zit sociale bewogenheid en ironische luchtigheid in. Over de laatste afdeling zegt hij: ‘Het woord en de typografie samen met de grote filosofische kennis en bewogenheid van de auteur leveren een bijna visionair beeld op.’
Inge Boulonois - Puntig licht
Ivan Sacharov denkt dat 'Puntig licht, de bundel van Inge Boulonois, rust op de vorm in plaats van op de inhoud: ''Natuurlijk, het is hartstikke leuk als je in staat bent een heel gedicht uit woorden te laten bestaan die allemaal met een d beginnen. Maar dat geeft geen garantie op poëzie, of zelfs maar op goed light verse. Er moet naar mijn idee toch iets van een inhoud zijn die hout snijdt. De proef op de som nemen is simpel: kijken wat er overblijft wanneer men alle ‘knappe constructieve trucs’ en rijm en ritme wegdenkt. Wanneer er dan ‘nog steeds iets staat’ dat een kern, of kwinkslag bevat, kan het berijmd en ritmisch gemaakt ook werken.''
Sara Eelen - Het nodige breken
Douwe Wilts is geraakt door het debuut ‘Het nodige breken’ van Sara Eelen. Hij vindt het een volstrekt unieke bundel: ‘’Er zijn al vele dichters geweest die, met meer of minder succes, een poging deden iets zinnigs te zeggen over het verschijnsel tijd. Eelen heeft daaraan een nieuwe dimensie toegevoegd. Het is de tijd die kan helen, het is de tijd die kan breken, het is de tijd die kan buigen; en dat alles tegelijk. Met ‘Het nodige breken’ mag Eelen zich de Einstein der dichters noemen.’’ Een longread.
Anne Louïse van den Dool - Wij zijn uitgeweken.
Tom Veys vindt dat Anne Louïse van den Dool met haar debuut ‘Wij zijn uitgeweken’ een belofte afgeeft. De eerste afdeling noemt hij zelfs: subliem. ‘Er is het groeien, het terugblikken en de pijn die daarmee gepaard gaat, maar ook het ontdekken, het opnieuw ontdekken waarbij gedachten poëzie vinden. Blijven en weggaan, aantrekken en afstoten, in ruime zin eros en thanatos, zijn de rode draden in deze bundel.’
Ingmar Heytze - Met wat geluk
‘Met wat geluk’ is alweer de twaalfde bundel van Ingmar Heytze. Hettie Marzak aan het woord: ‘Heytze heeft in deze bundel opnieuw laten zien dat hij de dichter van het kleine geluk bij uitstek is. Nooit zo gelukkig dat het ongeloofwaardig wordt, nooit zonder kanttekeningen die het enigszins afzwakken. Geluk bestaat alleen bij de gratie van het ongeluk, zegt de dichter. Het maakt zijn poëzie des te interessanter.’
Rikkert Zuiderveld - Sonnetten bij de tijd
Van dichter, liedschrijver en zanger Rikkert Zuiderveld is een nieuwe bundel verschenen.
Zijn sonnetten zitten gebeiteld in elkaar, zijn afwisselend serieus en luchtig
maar klinken altijd, hoe kan het ook anders, muzikaal. Een recensie van Inge Boulonois.
Het Liegend Konijn 2022 / 2
'Het Liegend Konijn', onder de redactie van Jozef Deleu, bestaat twintig jaar. Twee keer per jaar brengt het tijdschrift een gevarieerd beeld van de actuele poëzie. In deze feesteditie komt gevestigd talent aan bod en uiteraard debuterende dichters. Tom Veys vindt dat er met deze selectie puik werk is geleverd en dat het tijdschrift zich blijft onderscheiden.
Trudy Dijkshoorn - Fijnstof
In ‘Fijnstof’, het debuut van Trudy Dijkshoorn, treft Maurice Broere gedichten aan die prettig in het gehoor liggen: ‘Naast de thematiek van eenzaamheid, gebroken liefdes, openbaar vervoer, zien we het Groningse land voorbij komen in mooie observaties. De verzen hebben een mooie klankkleur door het ingehouden gebruik van rijm. Kortom, een interessant debuut van een dichter van wie we meer moois kunnen verwachten.’