Recensies
Johan van Cauwenberghe – Wat blijft is de rivier
In de bloemlezing ‘Wat blijft is de rivier’ van Johan Cauwenberghe is werk opgenomen uit alle elf de bundels, maar helaas ontbreken alle afbeeldingen. Recensent Hettie Marzak vindt dat er genoeg te genieten valt: ‘Naarmate het dichterschap van Van Cauwenberghe zich ontwikkelt, wordt zijn poëzie vernuftiger met dubbele betekenissen en veel verwijzingen naar de Klassieke Oudheid en de wereldliteratuur. De latere gedichten zijn erudiet en hermetisch: er is heel wat intellectuele bagage nodig om ze te doorgronden.’
Lucas Hirsch - Wu wei eet een ei
Recensent Peter Vermaat duikt in het taoïstische gedachtegoed met ‘Wu wei eet een ei’ van Lucas Hirsch: ‘In de tweede afdeling proef ik het meeste vlees en bloed. In de vele dubbele betekenissen lees ik de poëzie die Hirsch elders in de bundel hartgrondig zegt te willen vermijden, de klankherhaling in de prozazinnen doen de bezweringen opstijgen die aangrijpen wat niet meer tastbaar is, zodat de klankschaal van nog onhoorbaar laag tot niet meer hoorbaar hoog wordt aangewend om het spectrum van zichtbaar tot onzichtbaar te evoceren.’
T. van Deel – Een steen in de beek verveelt zich niet
Recensent Herbert Mouwen betrapt zichzelf erop dat hij niet kan stoppen met lezen in ‘Een steen in de beek verveelt zich niet’ van T. van Deel: ‘Het lijkt erop dat T. van Deel elke vorm van passiviteit die hij waarneemt, probeert te activeren. Zo kort als zijn gedichten soms zijn, aan het slot komt elk gedicht tot leven, gaat het bruisen, geeft het de lezer energie. Zijn woordkeus is altijd treffend, het toepassen van de personificatie is een belangrijk stijlmiddel.’
Anna Enquist - Berichten van het front
In ‘Berichten van het front’ van Anna Enquist geeft zij vorm aan haar pijn en verdriet over het verlies van haar dochter in 2001. Recensent Johan Reijmerink: ‘Hoezeer Enquist ook bevangen is door het verlies en de rouw over haar dochter die nog altijd in haar woedt - afgezien van haar eigen vergankelijkheid - weet ze op een indringende wijze ons deelgenoot te maken van haar gevoelens, zonder dat ze haar emotie aan je opdringt.’
Dorien De Vylder - Heerlijk afgebakend eindeloos
Recensent Peter Vermaat las ‘Heerlijk afgebakend eindeloos’ van Dorien De Vylder en kan weinig met dit type poëzie: ‘Deze taal wekt een stortvloed aan beelden op, die voor het oog van de lezer caleidoscopisch over elkaar heen tuimelen, maar nergens scherpte krijgen. Ik kan me voorstellen dat deze tekst het voor publiek wel aardig zal doen. Voor de lezer is dat andere koek. De hele bundel door gaat het nergens over en gaat het nergens heen.’
William Wordsworth - Prelude
Jan Kuyper vertaalde het lange gedicht ‘Prelude’ van William Wordsworth (1770 – 1850). Door de inhoud - de ontwikkelingsgang van een dichter -, zijn blank verse en eenvoudig taalgebruik brak hij radicaal met zijn classicistische voorgangers. Een meesterwerk, dat ook nu nog uitermate boeiend is. ‘Het was een daad van rechtvaardigheid dat Jan Kuyper de grote dichter Wordsworth op zo’n indrukwekkende wijze voor het voetlicht heeft gebracht’, aldus Hans Puper.
Wim van Til - Uiteindelijk
Recensent Hans Franse is geraakt door de bundel ‘Uiteindelijk’ van Wim van Til: ‘De sfeer van de poëzie bevat milde weemoed, de aanwezigheid alom van de dood en dat alles in een sobere taal met doeltreffende beeldspraak. Een van de meest innige bundels die ik de laatste tijd onder ogen heb gekregen, een prachtig geschenk, mede doordat het zo een buitengewoon mooi vormgegeven boekje is.’
Tijs van Bragt - Bonterik Sterrenzager
Recensent Paul Roelofsen vindt in de bundel 'Bonterik Sterrenzager' van Tijs van Bragt, poëzie die zich naar boven graaft: 'De bundel bevat naast deze ogenschijnlijk lichte lyriek, gedichten die weliswaar naar buiten zijn gericht maar waar diep graafwerk aan vooraf is gegaan, soms op het (quasi?) filosofische af. Poëzie die met grote aandacht is geschreven en die met dezelfde aandacht dient te worden gelezen. Wie dat doet wordt rijkelijk beloond.'
Maurice Carême - De zomer ligt zoals een vrouw
Recensent Marc Bruynseraede verheugt zich dat, door deze uitgave ‘De zomer ligt zoals een vrouw’ van Maurice Carême, de sprankelende schoonheid van deze geëerde Belgisch-Franstalige dichter en ‘Prince des Poètes’ in ruimere kringen bekend gemaakt wordt: ‘De vraag is of het niet zinvoller geweest ware het rijmen te laten vallen? Het lijkt wel zaklopen in de taal.’