LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

sadà\exposadà  - metafysika uitgelegd aan onze goden
sadà\exposadà - metafysika uitgelegd aan onze goden
Recensent Kamiel Choi vindt ‘metafysika uitgelegd aan onze goden’ van sadà\exposadà zeer de moeite waard: ‘In mijn ervaring is het een ademloze zoektocht naar de mogelijkheidsvoorwaarden van betekenis. De regels lijken elkaar fysiek te overrompelen en met elkaar om voorrang te strijden. Het is fysieke poëzie waar de lezer zijn tanden in moet zetten.’
Jan M. Meier - Grote gevoelens
Jan M. Meier - Grote gevoelens
Het gebruik van de illustraties van Evelien Sergeant geven een kleurig en speels karakter aan ‘Grote gevoelens’ van Jan M. Meier, volgens recensent Maurice Broere: ‘Ondanks de bijzonder mooie uitgave en de toegankelijke thematiek van de romantische liefde vind ik deze bundel wat teleurstellend. Meier beheerst het metier, maar hij heeft de neiging clichématig tewerk te gaan.'
Saskia de Jong - Het jaagpad op en af
Saskia de Jong - Het jaagpad op en af
Volgens recensent Ivan Sacharov bestaat de poëzie van Saskia de Jong in ‘het jaagpad op en af’ uit intuïtieve woordspelingen: ‘De gedichten bestaan – als zandkastelen in een regenbui – nét op het randje van betekenis. Een betekenis die flexibel is en voor een groot deel aan de lezer wordt overgelaten. Dat is natuurlijk prachtig! Maar het heeft ook zijn beperkingen.'
Astrid Dewancker – Wie omkijkt wordt gezien
Astrid Dewancker – Wie omkijkt wordt gezien
De bundel ‘Wie omkijkt wordt gezien’ van Astrid Dewancker staat als een huis volgens Janine Jongsma: 'Het leest als een autobiografische bundel. De toon is nergens luchtig. Deze vrouw had een bewogen leven. Dit debuut is tevens haar zwanenzang en dat ontroert. Ze schrijft direct en zonder sentiment, de taal is eenvoudig, maar de beelden levensecht.'
Arjen Duinker - Akoestiek
Arjen Duinker - Akoestiek
Recensent Johan Reijmerink verdiept zich in ‘Akoestiek’ van Arjen Duinker: ‘Duinker raakt aan thematische kernbegrippen als identiteit, identificatie, naamgeving, spelvreugde, vriendschap en improvisatie. Deze thema’s lopen als gestippelde rode draden door de afzonderlijke gedichten. De associatie is in zijn taalspel te zeer alles bepalend. Op die manier zet hij de inhoudelijke samenhang onder spanning.'
Jabik Veenbaas – Soms kijkt de aarde me aan
Jabik Veenbaas – Soms kijkt de aarde me aan
‘Deze bundel is zo intens aards dat je haast niet merkt dat het filosofische gedichten zijn’ lezen we op de achterflap van ‘Soms kijkt de aarde me aan’, de nieuwe bundel van Jabik Veenbaas. Eric van Loo trof een mooi samengaan van poëzie en filosofie aan, een rijke verzameling van observaties, overwegingen en doordenkertjes. De dichter staat soms met beide benen op de grond, maar ook dan nemen de gedachten snel een hoge vlucht.
Annelie David - Schokbos
Annelie David - Schokbos
‘Schokbos’ van Annelie David is een stijlvol vormgegeven bundel met fraaie illustraties. De gedichten vinden hun oorsprong in het verlaten bos van het voormalige munitieterrein in Zaandam. Recensent Inge Bak: ‘Het is alsof de visuele aanblik van de gedichten, het bos verbeeldt. Het is poëzie om te lezen en te herlezen en eigen ideeën over het leven en de dood de vrije loop te laten. Daarnaast is het met veel liefde voor de taal geschreven en staat het vol met gedetailleerde natuurbeschrijvingen.’
Bart Verstraete – Hoe het verder moet
Bart Verstraete – Hoe het verder moet
Recensent Maurice Broere wordt geraakt door de nostalgie in ‘Hoe het verder moet’ van Bart Verstraete: ‘De lezer krijgt volop de kans zich mee te laten voeren. Een veelbelovend debutant met een scherpe kijk op detail, die dat in sprankelende taal weet te gieten. Mooie observaties die niet vragen naar een diepere betekenis. Er staat wat er staat en dat staat als een huis.’
Laurine Verweijen – Gasthuis
Laurine Verweijen – Gasthuis
Paul Roelofsen is aangenaam getroffen door ‘Gasthuis’, het debuut van Laurine Verweijen, in 2016 winnares van de tweede prijs bij de Turing Gedichtenwedstrijd: ‘Wat opvalt is de intensiteit van de gevoelens - de zweep gaat erover- in een woordkeus die origineel en treffend is zonder dat je het gevoel krijgt dat de dichter daarmee wil pronken.’