Recensies
Michel Bartosik – Berichten uit het sorteercentrum
Vijf jaar lang schreef de Belgische dichter en criticus Michel Bartosik (1948 - 2008) essays in de Poëziekrant onder de titel ‘Berichten uit het sorteercentrum’. Tien jaar na zijn dood verschijnt een bundeling van deze bijzondere en vaak diepgravende verhandelingen. Peter Vermaat zag zich voor de opgave gesteld: hoe recenseer ik zo’n gevarieerde verzameling essays? Het resultaat is een alleszins lezenswaardige recensie, misschien wel een essay op zich.
Rob Zweedijk - hoe verder geen punt
Maurice Broere vindt ‘hoe verder geen punt’ van Rob Zweedijk een fascinerend debuut. Hij zoekt enerzijds woorden voor wat zich nauwelijks laat omschrijven en maakt daar anderzijds geen punt van. ‘Opvallend is dat er naast alle leestekens en hoofdletters veel (werk)woorden zijn weggelaten, waardoor de taal erg compact wordt en de lezer hard moet werken om de essentie te doorgronden.’
Poëzie Kort 2018 / 3
In ‘Poëzie Kort 2018 / 3’ recensies over ‘Toverdrankjes voor geluk’ van Hein Heijnen & Merik van der Torren door Lennert Ras, ‘Kitaar my kruis’ van Adam Small door onze Zuid-Afrikaanse recensente Yolandi de Beer, ‘Hotel Vanilla Sweet’ van Mark van der Schaaf en een mooie vertaling van ‘Het leven in Rome’ door Horatius. De laatste twee recensies werden geschreven door Hans Puper.
Hedwig Speliers, Peter Theunynk, Lies van Gasse e.a. - Kanten Stad
Hans Franse heeft goede persoonlijke herinneringen aan Brugge en daarom wilde juist hij de bundel ‘Kanten stad’ van Hedwig Speliers, Peter Theunynk, Lies van Gasse, Marcus Cumberlege en Herman Leenders bespreken: ‘vijf vrije stadsdichters’. De laatste vrije dichter was Anthonis de Roovere (1430 – 1482). Vijf dichters toonden zich waardige opvolgers.
René van Loenen – Veertig vrouwen uit de Bijbel
In ‘Veertig vrouwen uit de Bijbel’ brengt René van Loenen vrijwel alle vrouwelijke personages uit de Bijbel voor het voetlicht. Veertig is niet veel, slechts een fractie van het aantal mannen. In die zin is dit misschien wel een emancipatoire bundel. Recensent Peter Vermaat las meer een ‘berijming’ van het Bijbels materiaal dan authentieke poëzie: ‘De lezers voor wie Van Loenen schrijft, lijken vooral kerkelijken en kerkelijk geïnteresseerden te zijn en waarschijnlijk in veel mindere mate literair geïnteresseerden.’
Anton van Wilderode - Weemoed mijn wereld. Honderd gedichten
Johan Reijmerink over ‘Weemoed mijn wereld’: Anton van Wilderode (1918-1998), pseudoniem van Cyriel Coupé, was een Vlaams dichter en priester-leraar, classicus en vertaler, tekstschrijver en gevierd spreker (…) [Hij] is een dichter van de verinnerlijking en eenzaamheid. Hij is in staat ‘achter de dingen te kijken’. De roeping die daarvan uitgaat, heeft hij op vele plaatsen in zijn poëzie verbeeld. Deze keuze zet hem in het spanningsveld van eenzaamheid en gemeenzaamheid.
Harry Vaandrager - Ik wordt
De spelfout in de titel ‘Ik wordt’ van Harry Vaandrager blijkt er geen te zijn als je je realiseert dat er op het voorplat geen auteur staat vermeld. Hans Puper: ‘Dat raakt direct aan de thematiek van dit werk dat met zijn 58 pagina’s een novelle en zelfs een roman wordt genoemd.’ Zo zou de recensent het overigens niet willen typeren. ‘[Het is] een mengvorm van proza en poëzie. Laat ik het daarom bij gebrek aan beter maar een proëem noemen.’
Elfie Tromp - Victorieverdriet
Na een onvoorziene relatiebreuk belandt schrijfster Elfie Tromp in een achtbaan van emoties. In ‘Victorieverdriet’ sleurt zij de lezer mee langs toppen en dalen. Een bundel ‘voor iedereen met gevoel in z’n donder’. Voor Tromp begint poëzie met ‘de spontane expressie van emoties’. Recensent Eric van Loo concludeert, dat het merendeel van de gedichten helaas niet veel verder dan dit komt, waardoor ‘Victorieverdriet’ een vluchtige bundel is gebleven.
Moya De Feyter - Tot iemand eindelijk
Maurice Broere vindt ‘Tot iemand eindelijk’ van Moya De Feyter een veelbelovend debuut. Hij heeft met name waardering voor ‘de kortere gedichten in de bundel, waarin in mooie beeldende taal, heel herkenbare gedachten en observaties naar voren komen, die [hem] aan het denken zetten over de grote vragen van het leven zoals leven, dood, samenleven, (verloren) liefde, afscheid nemen, verdriet en verlangen.’