Niemandsland Waar mijn ouders wonen, is het Liesbos nog een bos. Hier, achter de rivieren, vlak voordat de stad begint, is het Liesbos een vlakte met rioolzuivering, maneges en schrikkeldraad, verduisterd fietspad onder dichtgeslibde snelweg, modder op asfalt, ‘u verlaat nu onze gemeente, tot ziens.’ Het ontbreken van lantaarnpalen. Iedere geparkeerde auto beangstigt me, een beetje. Mij als vrouw alleen, een bibberend lichtje rood, een bibberend lichtje kleurloos. Een motor huilt in de verte, strijkt door mijn haren. Witte koplampen staren in mijn ogen. Natte vingerkootjes, koude enkels. Wikkel me in een schimmelige deken, een doordrenkt tapijt en niemand vindt […]