LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Rob Molin – Dat niets meer voorbijgaat

19 mei, 2009

Poëzie Kort: Reparateur van de tijd

door Bert van Weenen

Het jubileum van een dichter vieren met een doorwrocht, goed leesbaar overzichtsartikel, dat is niet eens zo’n gek idee. Morriën-biograaf Rob Molin schreef zo’n artikel over Frans Budé (1945), de Maastrichtse dichter die in 1984 bij Meulenhoff debuteerde met de bundel Vlammend marmer en inmiddels alweer vijfentwintig jaar meedraait in het Nederlandse poëziecircuit. Sinds dat debuut heeft Budé volgens Molin ‘een ontwikkelingsgang zonder omwentelingen doorgemaakt. Hoogstens accentverschuivingen deden zich voor. De toon van het gehele oeuvre was in Vlammend marmer gezet.’

Molin wijst de dood aan als het centrale thema in Frans Budés ‘ingehouden en hermetische poëzie’, die verder vol zit met tegenstellingen, oxymorons, paradoxen. Tegenover dit alles staat een hang naar het eeuwige, naar het onsterfelijke. ‘Over eeuwen zal de stem van Budé als reparateur van de tijd wellicht nog klinken in zijn gedichten, schilderijen en foto’s. Wie weet zal de lezer en kijker getroost worden door de onsterfelijkheid van deze artefacten.’ Aldus de conclusie die Molin aan zijn analyse van deze poëzie verbindt.

Als ik Rob Molin goed begrijp, heeft Frans Budé inmiddels een aardig oeuvre bijeengedicht waar je als lezer flink je tanden in moet zetten om tot alle betekenislagen door te dringen, zo dat al voor 100% mogelijk is in dit polyinterpretabele taaluniversum. Molin schrijft er in ieder geval enthousiast over en dat werkt aanstekelijk.

Dat niets meer voorbijgaat besluit met zes bladzijden bibliografie en een minibloemlezing waarin onder andere het hier geciteerde ‘Achter in de tuin’ is terug te vinden (uit Blauwe rijst) en zelfs een vers uit Budés nieuwste bundel Bestendig verblijf (Meulenhoff, 144 blz.).

Achter in de tuin

Nu we denken aan het legerkamp, ontsnappen
aan de blik van anderen, krioelt de kamperfoelie,
zweeft boven de pergola. Zoals alles zich

uitmeet en voltrekt, verbazende gedachte.
Elkaar niet kwijt dan stilzwijgend te naderen
vanuit de lucht, vanuit de aarde, doodsmal

het pad. Hoe nabij is het vervlogene, damp
slaat van de bloemen af, plotsklaps terug
in de droom van kinderen. Als een gestrande

wolk die boven de tuin blijft staan, wind
die opsteekt, de struik verraadt.

De Contrabas, 68 blz., € 12,50. ISBN 9789079432110

     Andere berichten

Paul Demets – De schaamsoort

Terugblikken is confronterend door Hans Puper De ondertitel van Een schaamsoort, de nieuwe bundel van Paul Demets, is Briefgedichten aan...

Maria de Groot – Klokkenstoel

Maria de Groot – Klokkenstoel

Het voorgeschrevene en zijn afwijkingen door Ivan Sacharov - - Maria de Groot (1937) heeft als Nederlands schrijfster en theologe een...

Guido Gezelle – De kleine Gezelle

De kleine kaart door Peter Vermaat - - Gezelle. Voor een ‘Ollander van boven de rivieren blijft die naam voornamelijk kleven aan een paar...