LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Gedichten

8 okt, 2011

De herinneringen zien mij

Een junimorgen als het te vroeg is
om te ontwaken en te laat om weer in te slapen.

Ik moet eruit, het groen in dat vol zit met
herinneringen, zij volgen mij met hun blik.

Ze zijn onzichtbaar, ze smelten totaal
samen met hun achtergrond, perfecte kameleons.

Ze zijn zo dichtbij dat ik ze hoor ademen
hoewel de vogelzang oorverdovend is.
 

Allegro

Ik speel Haydn na een zwarte dag
en voel een simpele warmte in mijn handen.

De toetsen zijn willig. Milde hamers slaan.
De klank is groen, levendig en kalm.

De klank zegt dat de vrijheid bestaat
en dat iemand de keizer geen belasting betaalt.

Ik steek mijn handen diep in mijn haydnzakken
en doe als iemand die de wereld in alle rust aanschouwt.

Ik hijs de haydnvlag – dat betekent:
‘Wij geven ons niet over. Maar willen vrede.’

De muziek is een glazen huis op de helling
waar stenen rondvliegen, stenen rollen.

En de stenen rollen er dwars doorheen
maar iedere ruit blijft heel.
 

Storm

Plotseling stuit de wandelaar hier op de oude
reuzeneik, als een versteende eland met een
onmetelijk gewei staat hij voor de zwartgroene vesting
                                            van de septemberzee.

Noorderstorm. Tijd waarin de trossen lijsterbessen
rijpen. Wakker in het donker hoor je de
sterrenbeelden stampen in hun stallen
                                            hoog boven de boom.
 

Aangezicht tot aangezicht

In februari stond het leven stil.
Vogels vlogen onwillig en de geest
schampte tegen het landschap zoals een boot
tegen de steiger waaraan hij ligt afgemeerd.

De bomen stonden met hun ruggen naar hier.
Sneeuwdiepte werd door dood riet gemeten.
Voetsporen verouderden buiten in de korst.
Onder een zeildoek kwijnde de taal.

Op een dag verscheen er iets voor het raam.
Het werk stokte, ik keek op.
De kleuren stonden in brand. Alles draaide zich om.
De grond en ik sprongen elkaar tegemoet.
 

Espresso

De zwarte koffie op het terras
met stoelen en tafels kleurrijk als insecten.

Kostbare opgevangen druppels
vervuld van dezelfde kracht als Ja en Nee.

De koffie wordt donkere cafés uitgedragen
en kijkt zonder te knipperen in de zon.

In het daglicht een weldadige zwarte stip
snel uitstromend in een bleke klant.

De koffie lijkt op de druppels zwarte diepzinnigheid
soms opgevangen door de ziel,

een weldadige schok teweegbrengend: Vooruit!
Inspiratie om de ogen te openen.
 

Het paar

Zij knippen de lamp uit en de witte kap
glinstert een ogenblik voordat hij oplost
als een tablet in een glas duisternis. En dan opstijgt.
De hotelmuren rijzen in het hemelduister omhoog.

De bewegingen van de liefde zijn weggeëbd en zij slapen
maar hun geheimste gedachten ontmoeten elkaar
zoals twee kleuren elkaar ontmoeten en ineenvloeien
op het vochtige papier van een schooljongensaquarel.

Het is donker en stil. Maar de stad is vannacht
opgerukt. Met gedoofde ramen. De huizen kwamen.
Heel dichtbij staan zij opeengepakt te wachten,
een volksmassa met uitdrukkingsloze gezichten.
 

Door het bos

Een plek, Jacobs moeras genaamd,
is de kelder van de zomerdag
waar het licht verzuurt tot een dronk
die smaakt naar ouderdom en sloppen.

De zwakke reuzen staan dicht verstrikt
zodat er niets kan vallen.
De geknakte berk vermolmt daar
rechtop als een dogma.

Van de bodem van het bos stijg ik op.
Het klaart tussen de stammen.
Het regent op mijn daken.
Ik ben een dakgoot voor indrukken.

Aan de bosrand is de lucht lauw.
Grote den, afgewend en donker
wiens bek verborgen in molmgrond
de schaduw van een regenbui drinkt.
 

Na iemands dood

Eens was er de schok
die een lange, bleke, glinsterende komeetstaart achterliet.
Hij omvat ons. Hij stoort de tv-beelden.
Hij zet zich als koude druppels op de losse leidingen af.

Nog steeds kun je op ski’s voortschuiven in de winterzon
tussen struiken waarin nog bladeren hangen van vorig jaar.
Zij lijken uit oude telefoonboeken gescheurde bladzijden –
de namen van de abonnees verslonden door de kou.

Nog steeds is het heerlijk je hart te voelen kloppen.
Maar vaak voelt de schaduw werkelijker aan dan het lichaam.
De samoerai ziet er onbeduidend uit
naast zijn wapenrusting van zwarte drakenschubben.

*

Tomas Tranströmer: De herinneringen zien mij
Vertaling door Bernlef
De Bezige Bij
ISBN: 9023407903

     Andere berichten

Kinderpoëzie (VIII)

Kinderpoëzie (VIII)

‘Waarom leest iemand geen gedichten? Omdat iedereen (en die iedereen heeft nooit gedichten gelezen) zegt dat gedichten moeilijk zijn, dat...

Haliastur

Haliastur (1964) is een recent pseudoniem. Leeft in Gent. Schrijft poëzie. Publiceerde onlangs op De Schaal van Digther, zeer binnenkort...

Kinderpoëzie (VII)

Kinderpoëzie (VII)

‘Waarom leest iemand geen gedichten? Omdat iedereen (en die iedereen heeft nooit gedichten gelezen) zegt dat gedichten moeilijk zijn, dat...