Gedichten
Uit de reeks ‘doolittle’ (vier) het zwart in onze kleding loopt over in avondluchtof steekt af tegen schoolhekjes.we leunen tegen muren als chirurgen,op het punt een geniale metafoor te verzinnenvoor de falende organen van uw dochter. je ziet me staan met volle handen, tussengezichtsuitdrukkingen in.ik weet niet hoe ik in een ruimte moet bewegendie al bijna vastligt.Mike noemt mijn halfvoltooide pose: ‘juist vet.’ de achtergrond is maar een paar straten verwijderdvan de vorige generatie: man haat alles na zich. als een draadje kwijl op een borstkas, kiestoon,drogen we op: dochters die niet opnemen – dromen van een ritmedat een schotwond […]