LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Mahlu Mertens

12 feb, 2019

Mahlu Mertens groeide op in Nederland, maar verhuisde in 2011 naar België waar ze als theatermaker werkt bij het gezelschap grensgeval en als promovendus hedendaagse letterkunde aan de universiteit Gent. Haar gedichten verschenen eerder in Het gezeefde gedicht en in de Poëziekrant. Haar taal is nergens thuis: het dialect is verbasterd, het Nederlands vervlaamst, het Vlaams vreemd, maar als taalnomade verblijft ze overal graag en mag niemand of iedereen haar woorden claimen.

foto Hanne Vandersteene

 

Ruimte

je stortte een klein heelal in mijn schoot
we waren klaar om op te stijgen
trokken een ruimtepak aan
het wachten was op bewijs van leven.

eerst zou de zwaartekracht in veelvoud aan ons trekken
proberen ons op deze planeet te houden, maar dan
de gewichtloosheid, het zweven, even tussen alles in zijn.

de lancering bleef uit wegens technische problemen.
van hogerop kwam de oproep de rust te bewaren
we hielden onze pakken aan, probeerden niet
te staren naar de sterren, maar

weigerden te gaan zitten. we dachten het wachten
in de wachtkamer te kunnen verslaan.
je stortte een klein heelal in mijn schoot
wat sterren maar toch vooral veel niets.

 

 

Handle with care

ik behandel je als een kartonnen doos met een etiket erop:
‘breekbaar’. ongeopend loop je over straat, niemand
weet wat je verpakt, en ook wij wachten af, verwachten
weinig tot niets: de doos lijkt te licht, een ruimte gevuld met hoop.

we tellen stappen, stoeptegels, lantaarnpalen: even is goed nieuws,
oneven niet. oneven. opnieuw. elke afslag een nieuwe kans,
de stad als gokautomaat die we steeds opnieuw bespelen. even
geloven in een winnende hand.

hoe langer je iets moet dragen, hoe zwaarder het lijkt,
dus ook jouw vermoeidheid is geen doorslaggevend bewijs.

 

 

Poging tot vleermuisschap

Het helpt niet om je voor te stellen dat je
ondersteboven in een daknok hangt. Het helpt niet
om vliezen aan je armen te denken, om je tanden
te scherpen of vliegen te vangen in je mond.

Het helpt niet om je terug te trekken in een grot,
of je door het donker te laten omarmen,
je te warmen aan de schaduwen op de muur. Het helpt niet

om je ogen te vervangen door je oren,
je taal door een hoogfrequent kliksignaal of
je te specialiseren in echolocatie.

We zullen niets beter horen.
Noch zullen we leren vliegen.
Hoogstens verliezen we onszelf
en daarna elkaar.

     Andere berichten

Kinderpoëzie (VIII)

Kinderpoëzie (VIII)

‘Waarom leest iemand geen gedichten? Omdat iedereen (en die iedereen heeft nooit gedichten gelezen) zegt dat gedichten moeilijk zijn, dat...

Haliastur

Haliastur (1964) is een recent pseudoniem. Leeft in Gent. Schrijft poëzie. Publiceerde onlangs op De Schaal van Digther, zeer binnenkort...

Kinderpoëzie (VII)

Kinderpoëzie (VII)

‘Waarom leest iemand geen gedichten? Omdat iedereen (en die iedereen heeft nooit gedichten gelezen) zegt dat gedichten moeilijk zijn, dat...