Ivan Sacharov studeerde psychologie te Leiden en is werkzaam in de gezondheidszorg. Beroepsmatig zowel als recensent bij Meander, is hij geïnteresseerd in wat mensen bezielt. Hij publiceerde tot nog toe drie dichtbundels: Een gelukte zon (2006), Verzamelaar van zeegezichten (2009) en Wat ons bladeren maar kreukt (2013).
Alja Spaan stelde hem een paar vragen.
foto: Kiki van den Broek
Hoe ben je bij Meander terechtgekomen? En wat doe je bij Meander?
Al goochelend op het internet was ik er niet naar op zoek, maar heb ik het wel gevonden. Het leek me leuk om wat meer in contact te komen met mensen die ook geïnteresseerd zijn in poëzie.
Bij Meander ben ik werkzaam als recensent en heb ik ook wat ‘klassiekers’ geschreven.
Wat is voor jou de waarde van poëzie?
Dat is precies wat niet is uit te drukken. Waarvoor je dus poëzie nodig hebt. Maar ik zou zeggen: onschatbaar.
In hoeverre volg je de literaire ontwikkelingen in ons taalgebied? En wat voor rol speelt Meander daarin volgens jou?
Ik volg de ontwikkelingen in ons taalgebied zonder zelf daarin al te volgzaam te zijn. Eigenlijk vind ik dat we in Nederland teveel alleen naar onszelf kijken en te weinig naar het buitenland. Er wordt elders ook zeer goede poëzie geschreven. Door daar meer kennis van te nemen zou de poëzie in Nederland zich kunnen verbreden en verdiepen.
Meander bereikt relatief veel mensen en is ook laagdrempelig. Dat is dus goed voor de promotie van de poëzie.
Drie gedichten van eigen hand:
MORANDI
De Ridderstraat in Rhodos
loopt door de oude stad.
De ridders zijn al dood dus
gaat het alleen dat pad.
Stil leeft er ’s nachts in modus
Morandi alles wat
ze zagen, door mij ook eens
even de aandacht had.
NIEUWJAARSDAG
Nadat de vuren zijn geblust
een kalme dag nog onbewust
van zijn 364 makkers;
natuurlijk allemaal de bakkers
van wat je hoopt dat lekker is
maar tot het zover is nog gist.
LICHT
Soms zie ik als een schaduw
bewegend in het licht
het wezen op mij lijken
dat donker voor me ligt.
Het licht dat eens bestrijken
zal wat later moet zijn:
een wonderbaarlijk blijken
van toekomst voor de schijn.
Tik tak vertakt de klok.
Iets in het licht nog zweemt
na voor het anders wordt.
Beweging beweegt mee.
Niets dringt zich aan mij op
dan tijd die afstand neemt.