LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

De zuurstof van kleine uitgeverijen

22 mrt, 2020

door Hans Puper

Nu er in dag- en weekbladen steeds minder recensies verschijnen en er voornamelijk wordt gelezen wat in praatprogramma’s wordt aanbevolen, raken kleine uitgeverijen die het aandurven dichters uit te geven die afwijken van het gemiddelde nog verder uit beeld. De door de CPNB tot dwarsdenker gepromoveerde gelegenheidsessayist droeg daar het zijne aan bij.
Maar toch zijn er heel veel kleine uitgeverijen. Sommige bestaan jarenlang, andere voor de duur van enkele bundels. Meander heeft er op de adressenlijst zo’n 70 staan; dat wil zeggen dat er van die uitgeverijen minstens één recensie is verschenen. Maar er zijn er veel meer en het aanbod is heel gevarieerd. Een paar voorbeelden.

Journalisten schrijven wat mensen willen denken en schrijvers wat diezelfde mensen niet over zichzelf willen weten, aldus W.F. Hermans. Nilfisk! van de inmiddels aan longkanker overleden Karel ten Haaf is zo’n bundel. Het is een combinatie van flauwe grappen, meligheid en een harde afrekening met mensen die patiënten uit de weg gaan omdat ze niet geconfronteerd willen worden met hun eigen doodsangst. Een rauwe bundel; hij verscheen in 2018 bij uitgeverij Passage.
De lezer wil niet van zijn illusies worden beroofd, schreef Hermans elders, hij wil door een roman geshampood en geborsteld worden, er als een beter mens uitkomen. Dat geldt natuurlijk ook voor dichtbundels. Enigszins generaliserend: dat zie je terug in de huidige trends. Er zijn al veel bundels verschenen waarin de zorgen om de klimaatcrisis, de onmenselijke behandeling van de vluchtelingen en de vragen rond identiteit worden behandeld. Ik deel die zorgen en erken de vragen, maar ik ben niet uit op een bevestiging van moreel gelijk.

Een dichter als sadà\exposadà (of misschien moet ik zeggen: dichtinstantie, want hij wijst erop geen persoon te zijn) zou bij grote uitgeverijen weinig kans maken. De meeste lezers zullen zijn bundels onbegrijpelijk vinden, maar toch geeft uitgeverij crU ze keer op keer uit, simpelweg omdat de uitgever dat belangrijk vindt. Een recensie van een van de meest toegankelijke bundels,  rekonstruktie/konstruktie, vindt u hier.
Frans Vogel was een buiten Rotterdam weinig bekend dichter, maar bentgenoot van Vaandrager, Sleutelaar, Armando en Verhagen en bovendien een voorbeeld voor Deelder. Daarom is hij van literair-historisch belang. Hij zou nu beduidend minder kans maken uitgegeven te worden: te scabreus, ‘van dik hout’, op zijn zachtst gezegd vrouwonvriendelijk, platte humor. Kan zijn, maar ik zou zijn poëzie niet willen missen.

White beans

(Een grapje dat mag.
– Gerrit Kouwenaar)

Hoe men ‘witte bonen’ zegt
in het Engels: krek
hoe een Friese boer zijn wijf
(op wie hij zijn boontjes
te weken legt) met 1 bijwoord
instrueert hoe ze het beste
kan gaan liggen als ie haar
een veeg wil geven.

Studio Kers heeft hem voor vergetelheid behoed. In 2017 verscheen een ruime bloemlezing van zijn werk: Van de straat – en of! Een recensie staat in een Poëzie Kort . In dezelfde ‘Kort’ staat een recensie over Voor de zwijnen van Gijs ter Haar – bekend als slammer, maar wel eentje bij wie de gedichten bij herlezing recht overeind blijven. En herlezen doe je zijn gedichten, daartoe nodigen ze je uit. Uitgeverij De Muze verzorgde zijn prachtig vormgegeven debuut.
Of neem de dichters van uitgeverij het balanseer; de meest bekende onder hen is op het ogenblik Obe Alkema, die debuteerde met zijn glossy Obelisque. En de dichters van Gaia.Chapbooks, die hun bundels ook gratis in pdf ter beschikking stellen – kijk onder de link wie dat zijn.
Kees Engelhart, die bij zijn eigen uitgeverij De Manke God in stilte werkt aan het grootste epos aller tijden. Als hij tijd van leven heeft, worden het twaalf delen van meer dan 400 pagina’s per stuk; er zijn er inmiddels vier verschenen. De recensie van de eerste band vindt u hier.

De Boekenweek is afgelopen en de dwarsdenker is binnen afzienbare tijd ook geen parttime tafelheer meer van DWDD. Nu heeft hij wat meer tijd, ook door de coronabeperkingen die ons allen zijn opgelegd. Als het hem lukt zijn vooroordelen over de vermeende elitaire en incestueuze literaire wereld naast zich neer te leggen, kan hij nog veel plezier beleven aan de dichters van de kleine uitgeverijen. Misschien gaat er een wereld voor hem open.

     Andere berichten

Klank en kleur van een taal

door Hans Franse   - Toen ik mij, nu 35 jaar geleden, wat definitiever had neergelaten in mijn Italiaanse ‘paese’, wist men in mijn...

Bij de rozen

door Rogier de Jong   ‘Zij zijn voor sterven en vergaan geboren,’ zo dacht ik vluchtig toen ik bij de rozen was. Maar schrok, en...