LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Jan Vanriet – Pizza en de Dood

19 mei, 2021

Gemondmaskerde Gedichten

door Marc Bruynseraede




Is er nog behoefte aan enige extra informatie over het Coronavirus? Of hebben we daar nu wel onze zakken van vol? M.a.w. WILLEN we nog iets horen over dat verdomde virus en zijn genadeloze capriolen of prefereren we liever niet de verhalen te horen die leiden naar intensive care.

Virologen aller landen verenigen zich om ons dagelijks en overvloedig over de niet te overmeesteren ziekte te berichten, te waarschuwen, te voorspellen. Politici snellen toe om het virus te omzwachtelen, te spalken of om aankomende onweerswolken weg te masseren met zalvende praatjes. Gebedsgenezers achterna. En de dichter: wat doet hij?

Schrijver/Schilder Jan Vanriet ondergaat en beleeft het, op zijn Hobokense paal/grot/sokkel/ziekbed, wat finaal uitmondt in de dichtbundel Pizza en de Dood. Dood met een hoofdletter geschreven. Ondertitel: Gedichten uit de quarantaine. Naweeën van een artistiek gekleurde besmetting.

Stilzitten of -liggen is er niet bij, als je Jan Vanriet heet. Wél wakker liggen, met een boogje om mensen heen lopen , afstand houden. En ademen. Als je het zélf niet meer kunt, doet de beademingsmachine het wel voor jou. Tot het lichaam zegt: ‘Nu is het genoeg geweest’. Het verblijf op intensieve. Hier sterven mensen ‘geknakt / in de gratie van de dood’. Hoeveel nog per dag?
Dan komt de motivatiepsycholoog ons vertellen dat we: ‘Dankzij Corona ontdekken we wat we echt belangrijk vinden in ons leven’. Dat is nu net niét het eerste waar Jan Vanriet aan dacht, als hij schrijft :

Ik zag een man op intensief, ontkoppeld
van de beademingsmachine
Hij lag er geknakt
in de gratie van de dood
Was sterven ineens kunst?
Kreukels in lakens verrieden
de strenge schoonheid van een oude meester
een Duitse schilder die vergankelijkheid overwon
Er was iets met het landschap aan de hand
Het overleefde in afgeprijsde zonsondergangen
een noodroep van lege stranden
Het geluid van de golfslag werd eenieder ontzegd
Je hoorde slechts de spoed van ziekenwagens
Ik keek naar de beheerders van de natie
tobbende bestuurders zonder kompas
Ze vroegen kalme berusting

Twee dingen vallen op aan de taal en de poëtische structuur van Vanriet: ze is onopgesmukt, verdraagt nauwelijks verfraaiing. Geen stroofjes, geen rijmen, nauwelijks ruimtelijke structuur, minimale interpunctie. Vanriet gebruikt nooit punten. Het lijkt wel proza in versregels neergeschreven, elementair in haar mededeelzaamheid. Wèl met verbeelding en melancholie neergezet. Scherpzinnig-plastische observatie. Je ziet dat hier een schilder aan het schrijven is. Hij observeert beschrijvend, gebruikt geen metaforen. Hij accentueert de alledaagse banaliteit van Leven en Dood met verhalen die de kleur van het exotische aannemen. De schoonheid in de plooien van het witte laken. Hoe dicht het één bij het ander ligt. Op minder dan één decimeter afstand: Pizza en de Dood.

We herkennen hier de kunstenaar uit de nieuw-realistische school van de tijdschriften Yang, Kreatief, Revolver, uit de jaren zeventig van vorige eeuw. De parlandostijl maakt de communicatie zo doodgewoon dat ze neigt naar het proza van de nieuwslezer. Het is poëzie die nog amper poëzie lijkt te zijn. De beeldrijke taal en verhalen roepen ook associaties op met de collagetechniek en/of het impressionisme.

RUTH IN PARIJS

We beleven het, zegt ze
de harmonie verstoord, het elementaire bestaan
Mijn man berispt mij
Hij zegt, dat ik aan onze stad moet denken
als aan de schone slaapster in het bos
De charmante prins zal zeer zeker komen
om haar te wekken, beweert hij
Het is irreëel, we mogen één uur per dag buiten
hooguit tot op één kilometer van huis
Daartoe hebben we een schriftelijk bewijs nodig
een Attest van Nodig Verkeer, mét stempel
We noemen het onze Ausweis
Dikwijls denken we aan onze ouders
Die van augustus 1942 tot de bevrijding
op een zolderkamer héél stil moesten zijn

Vanuit de dag van heden katapulteert de dichter ons naar het verre verleden, met zijn verhaal over de Heks in Palermo in Sicilië en de Sinte Rosalia, waarvan Sir Anthony Van Dijck een portret diende te schilderen om de pest te bezweren. Mystiek, hallucinatie en legende versmolten tot religieus fetisjisme, waar landen als Italië en Sicilië goed in zijn. De trance van de pijnappelklier. Waarom missen we hier niet het gefundeerd GEMS-advies (Groep van Experts voor Managementstrategie van covid-19)? Omdat de religieuze extase een perfect surrogaat is. Ook Bergamo en het volksbal ‘opeens een wals van kadavers’ sluit zich bij het koor der surrealistische melancholici aan.
Zo te zien valt er, in de doodgewone zegging van Vanriet, toch heel wat te beleven. De bereisde en gecultiveerde dichter vertelt onophoudelijk verhalen. Gaandeweg wordt duidelijk dat de dood en de hele Coronagolf toch een diepgaande invloed heeft op ons leven, spijts de minimalistische benadering van de dichter: ‘Webcam langs een leeg skigebied / Ik hang en drijf over Oostenrijk / (…) drie pylonen van de kabelbaan / Kruisen op Golgotha ‘. En het Coronaleed resumerend – in het laatste gedicht van de cyclus ‘Panopticon’ : ‘In het ziekenhuis wordt gedweild / De bevoegde minister / tussen de bedden, zwijgende / schipbreukeling / (…) Die geur ? De ontbinding / van het systeem’.

Naarmate de lectuur vordert in deze 126 pagina dikke bundel merkt de lezer dat het over veel meer dan over Corona en quarantaine gaat. De dichter reflecteert over zijn jeugd, zijn ouders, de oorlogsjaren, Patrice Lumumba, de bevrijding en nog zoveel meer: ‘Herinnering bleek een afweerreactie / tegen het heden’. Vermelden we nog de talrijke illustraties/beeldcreaties die de dichter/schilder als een beeldende ondertoon heeft aangebracht, her en der bij de gedichten.

De bundel sluit af met een cyclus ‘Solferino’ die oorspronkelijk bestemd was om een nieuwe uitgave van de bundel Radetzkymars, naar het meesterwerk van Joseph Roth, te illustreren: negen gedichten die allen aanvangen met ‘Het eindigt’.

Het eindigt met zingende knechten
met geluidloze Joden in lange jassen
met vrijers fluitend in de nacht
met een acrobaat op een wit paard
met een zangeres in een tingeltangel
en altijd de kroeg, als een blauw rookkasteel
een onmetelijke heimat

____

Jan Vanriet (2021). Pizza en de Dood. Van Oorschot, 120 blz. € 19,95. ISBN 9789028211131

     Andere berichten

Maria de Groot – Klokkenstoel

Maria de Groot – Klokkenstoel

Het voorgeschrevene en zijn afwijkingen door Ivan Sacharov - - Maria de Groot (1937) heeft als Nederlands schrijfster en theologe een...

Guido Gezelle – De kleine Gezelle

De kleine kaart door Peter Vermaat - - Gezelle. Voor een ‘Ollander van boven de rivieren blijft die naam voornamelijk kleven aan een paar...

Jabik Veenbaas – Kamermuziek

Jabik Veenbaas – Kamermuziek

De grootsheid van kleine dingen door Hettie Marzak - - Op Wikipedia wordt uitgelegd wat kamermuziek is: ‘muziek voor kleine, enkelvoudige...