LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Wat Maakt Een Gedicht Goed? (46)

24 mei, 2022
door José Aerts

 

 

Wat Maakt Een Gedicht Goed?

 

Het is al veertig jaar geleden. Ik stond in de tram in Berlijn op weg naar een museum, toen mijn oog werd getroffen door een poster van een indiaan op een winkelruit. Vraag me niet waarom, maar ik moest de tram uit. Toen ik voor de etalage stond werd ik niet alleen getroffen door het gezicht, maar vooral door de tekst die erop gedrukt was. Het gedicht van een anonieme schrijver.

Einsamkeit: Ich habe Einsamkeit gekannt für ein unendliche Zeit/ nicht nach einem Freund schauend/ keinen Mann suchend/ auch ein Heim nicht wollend/ doch nun weisz ich nicht/ was meine Seele befreien könnte/ Sie schmerzt von so vielen Dingen/ die ich nicht beschreiben kann/ Eines wünschend/ das niemals ich hatte/ Freiheit. 

Ik stond aan de grond genageld. Woord voor woord stond hier geschreven hoe ik me voelde. Een paar jaar later kreeg ik een scolarship en besloot mijn dissertatie te wijden aan de inhoud van dat gedicht. Ik promoveerde niet alleen op eenzaamheid, maar maakte er ook twaalf performances van met mijn studenten en twee tentoonstellingen. Want als schrijvend beeldend kunstenaar bleef het gedicht steeds opnieuw roepen om een andere beeldende vertaling. En dat was niet omdat het zo’n literair hoogstandje was, maar omdat de lading resoneerde met een gevoel diep in mij.

Als ik het werk van dichters lees of hoor voordragen, raken de woorden mij niet zozeer vanwege de taalkundige kwaliteit, maar vooral vanwege de emotionele lading krijgt poëzie voor mij betekenis. Bij de gedichten/ gedachten die ik zelf schrijf probeer ik met minimale middelen mezelf zoveel mogelijk bloot te geven en die kwetsbaarheid voor te dragen. Abstractie, urgentie, universele waarden en echtheid steeds opnieuw vorm te geven. Of mijn schrijfsels goed zijn vraag ik mij niet af. Ik ben vrij.

 

Jose Aerts(1949) is beeldend kunstenaar, dichter en voormalig docent HBO en therapeut.

foto (c) Jan Runhardt, Berlijn, 1984

     Andere berichten

Nog maar eens: Lucebert

Nog maar eens: Lucebert

door Jan van der Vegt       Ik vrees, beste lezers, dat ik mijzelf herhaal, maar het moet wel, want het houdt niet op....

Voetballende dichter

door Ko van Geemert   In de tijd dat ik op de lagere school zat, jaren vijftig, begin zestig, was ik zo vaak als mogelijk buiten, op...