‘Ik vind een analyse belangrijker dan een oordeel.’
door Alja Spaan
Æde de Jong (1993) heeft Nederlands gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is tekstschrijver, vertaler en (web)redacteur en schrijft recensies voor Meander, Tzum, Poëziekrant en Stadmagazine Groningen.
Hoe ben je bij Meander terechtgekomen? En wat doe je bij Meander?
Hans Puper vroeg onlangs aan mijn oud-docent en scriptiebegeleider Mathijs Sanders of hij nog (potentiële) recensenten kende. Ik voel me vereerd dat hij (onder andere) mijn naam noemde.
Wat vind je leuk aan deze klus?
Meerdere dingen! Alleen al het simpele feit dat ik poëzie kan lezen en daarover mag schrijven, maar ook de verschillende rubrieken waaraan ik mee mag werken, waaronder deze, zijn leuk. Ook heb ik in de korte tijd dat ik voor Meander schrijf al meerdere aardige, interessante mensen leren kennen.
In onze serie ‘Wat Maakt Een Gedicht Goed?’ kun je lezen hoe divers het antwoord op die vraag is. Waaraan moet een goede recensie voldoen, volgens jou?
Ik vind een analyse belangrijker dan een oordeel. Dat oordeel doet er wel toe, maar ik vind het interessanter om te zien hoe een gedicht in elkaar zit, hoe de bundel is opgebouwd en hoe een dichter – volgens de recensent – te werk gaat. Of deze keuzes geslaagd zijn, is van latere zorg.
Wat was het eerste gedicht dat je las?
Het gedicht van Piet Gerbrandy hieronder. Ik begreep er weinig van destijds, want ik zat nog op de basisschool. Ik vond het wel meteen fascinerend.
Schrijf je zelf ook poëzie?
Ja, af en toe.
Drie gedichten naar keuze:
Ik wilde eigenlijk de tekst van Dylans Shelter from the storm hier neerzetten, maar die is wat aan de lange kant, vermoed ik. Daarom deze drie:
Le poison – Baudelaire (+ vertaling Petrus Hoosemans)
Roeping – Gerard Reve
Wij zitten, lul ter hand, op rug – Piet Gerbrandy
–