Merve Önder (Lier, 1993) is leerling Poëzie aan de Schrijvers Academie. Eerder volgde ze Literaire Creatie, Poëzie en Essay, aan de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans te Lier. Een gedicht over Lier hing in september 2018 in het nieuwe Stadsmuseum van Lier.
Haar bundel Over de hellende daken van Google en het heelal is genomineerd voor de Zeef Poëzieprijs; als ze wint wordt hij door Uitgeverij De Zeef uitgegeven. In de bundel oa het gedicht Beeldende Sterren.
Haar gedicht Barst boze oog werd door Peter Holvoet-Hanssen opgenomen in de Wereld van de Poëzie in Kaart.
Haar werk wordt beschreven als bezwerend, donker-romantisch en maatschappijkritisch.
uit haar dichtbundel Over de hellende daken van Google en het heelal drie gedichten
Het leven dat ik wil is zonder leider.
Het slaat in mijn handen de eerste pagina om
van een boek over anarchie. Zo glijd ik af
in de grondeloze bestemming. Ik pleeg geen geweld,
toch raak ik alle ringen om mijn vingers kwijt.
Wanneer ik de overkant bereik, wijk ik af van de cirkel-
baan om de eigen binnenplaats.
*
Bloed gietende wolken en dromers
zijn niet voor het eerst bij deze wateren. Geen hand boven
ons hoofd wist de sporen.
Wapens richten zich naar de multifunctionele draden
die de baren verbinden met onze schoot.
Een geluidloze kogel blakert de koorden.
Wat we ooit vastlegden over de oorsprong
van deze massa druppels, krimpt tot een rots
in onze oceaan. Op geen hoogte en in geen kuil
rollen we zo dicht naar elkaar toe. Het is niet of
deze migratiegolven en het bloed
op onze lippen elkaars stem
ontnemen, maar wanneer.
*
Was ik maar een asielzoeker
en zocht ik maar een beter land.
Google zou weten welke zee ik best doorkruiste.
Was ik maar in een nieuwe ruimte waar niemand mij kende
en leefde ik maar voorgoed met hem of haar of onbepaald.
Google zou weten welke identiteit ik best meenam.
Ik zou een leven lang in niemands schaduw staan.
Niemand zou de armen grenzeloos vertakken,
want niemand is een boom en ik ben een blad.