De afgelopen week op de site van Meander
Recensie van de bundel Nergens anders van Hans Tentije (Kamiel Choi)
Gedichten van Edwin de Groot
Recensie van de bundel Parkplan van Wout Waanders (Janine Jongsma)
Interview met Bert Bevers, "Wanneer de inspiratie er is moet je aan de slag" (Alja Spaan)
Recensie van de bundel Swannesang van Atze van Wieren (Paul Roelofsen)
Gedichten van Twan Vet
Literaire stengun, column van Karel Wasch
Deze week op de site van Meander
"Het woord is krachtig, maar niet almachtig", uit het interview met Klaas Jager, donderdag online!
Op de homepage vindt u altijd een verwijzing naar het nieuwste bericht. Voor eerdere berichten: klik op de pijltjes.
IM Tonny M. Hollanders
foto Jan ter Heide
Een machteloos verlangend alfabet
Op 26 september 2020 stond Tonny M. Hollanders op het Open Podium in het OBA-theater. Ze herdacht met een speciaal voor hem geschreven gedicht Ronald M. Offerman die op 11 mei overleed. Hoe konden wij toen bevroeden dat ook zij er een maand later niet meer zou zijn?
Op de ochtend van 2 november, de dag van Allerzielen, kregen we een telefoontje dat Tonny overleden was. Op die avond was er vanuit de aula van begraafplaats De Nieuwe Ooster een herdenkingsprogramma dat met een livestream werd uitgezonden. In dat programma voor nabestaanden vertelde ik over het ontstellend bericht dat ik die ochtend had gehoord en las ik een gedicht van Tonny voor.
Tonny Hollanders was bijna vanaf het begin bij het Open Podium betrokken. In 2006 las ze voor het eerst voor op het podium, toen nog in de centrale bibliotheek op de Prinsengracht. Vanaf 2006 tot 2020 bezocht ze het Open Podium, niet alleen als voorlezende dichter, maar ook als betrokken luisteraar. Ze was geïnteresseerd in anderen, had een gulle lach, kon kritisch zijn en zo levendig, ook tijdens de nazit in het restaurant. Ze sloeg bijna geen Open Podium over. Nu voortaan dus wel. Niet te begrijpen.
Op het Open Podium vertelde ze dat ze rond haar 45ste gedichten ging schrijven. Bij het teruglezen van haar dagboeken viel het haar op dat ze steeds dezelfde vreugden en frustraties tegenkwam. Het leek haar beter om die gevoelens en ideeën voortaan om te zetten in gedichten. Ze schreef helder over ‘gewone’ zaken die haar opvielen, maar ook over intimiteit en erotiek. In eigen beheer publiceerde ze een aantal bundels. In ‘Liefde en lippendienst’ en in ‘Gelukkig. Niet getrouwd’ staan openhartige gedichten over liefde en lust, met een autobiografische achtergrond. Haar poëzie zindert soms van verlangen, onmacht en verontwaardiging. In 2005 schreef ze:
gelukkig
niet getrouwd
ze vragen me:
ben je getrouwd?
ik niet
hij wel
al dertig jaar
dat is dan dus geen echte relatie
zegt mijn collega
geen echte relatie
dus
gelukkig
niet getrouwd
Tonny Hollanders nam deel aan diverse poëzieprojecten zoals Juni Gedicht in Amsterdam, Poëzie in het Park ook in Amsterdam, de Haarlemse Dichtlijn. Op de poëziemiddagen van Café Eylders was ze een graag geziene gast. Samen met Laurens Windig maakte ze een muzikaal dichtprogramma over Rembrandt. Ze schreef daarvoor gedichten vanuit de vrouwen die belangrijk waren in het leven van de schilder: zijn moeder, zijn eerste vrouw Saskia, dienstbode Geertje, zijn tweede vrouw Hendrickje en zijn dochter Cornelia. In simpele maar doeltreffende kleding en met een fantastische voordracht zette ze in tekst en beeld die vrouwen neer.
Een ander project waaraan Tonny Hollanders jaren meewerkte, was Witte Dichters, een herdenking voor nabestaanden op een herfstavond vol lichtjes op begraafplaats De Nieuwe Ooster. Ieder jaar schreef ze een speciaal gedicht voor nabestaanden die bij haar kwamen schuilen onder een verlichte, witte paraplu. Haar enig kind, George, overleed in 2014 op 46-jarige leeftijd. Haar verdriet daarover, dat in de loop van de jaren wel wat veranderde, maar nooit verzachtte, kreeg een plaats in dit gedicht dat ze ook liet horen op de Nieuwe Ooster:
Geen woorden
natuurlijk zijn er woorden als
gemis, verlies, verdriet
maar het juiste woord voor hoe het voelt
dat heb ik niet
wat er door me heengaat naast
je lege stille stoel
geen zinnen om te zeggen wat ik
werkelijk bedoel
en je zo geliefde, nooit ontbrekende
aanwezigheid
is al net zo slecht te duiden als deze
samenloze tijd
die stomme woorden ze
zijn op zoek
naar een sprakeloos
woordenboek
met een hartverscheurend
a tot z
een machteloos verlangend
alfabet
Bij Uitgeverij Spleen verscheen een aantal thematische dichtbundels waaraan ze meewerkte. Verder vertaalde ze poëzie van Paul Roelofsen in het Engels en liet ze nogal wat ongepubliceerd werk na. Het zou mooi zijn als uit al die verspreide publicaties en haar poëtische nalatenschap een fijne bloemlezing zou worden geplukt. Het werk van Tonny M. Hollanders is het waard.
Jos van Hest, 8 december 202
Nieuwsflits
De Vlaamse dichter- en prozaschrijver Koenraad Goudeseune (Ieper, 23 februari 1965) is 9 december j.l. overleden.
De voorbije dagen postte hij op zijn sociale media een reeks prangende afscheidsgedichten. In januari verscheen op Meander een recensie van wat zijn laatste bundel zou blijken te zijn.
Zijn poëzie wordt gekenmerkt door een mengsel van ironie en sarcasme. In zijn brieven, recensies en verhalen zet Goudeseune zich af tegen de ‘ons kent ons’-mentaliteit in het literaire wereldje. Hij meet zichzelf graag de rol van ‘miskende outcast’ aan.
Twee uitstekende columns over recensies en recenseren: Coen Peppelenbos, "een goede criticus is kritisch", Tzum, Jan van Mersbergen, op zijn blog, "Holle recensies".
Dat vrijwilligers heel belangrijk zijn weten we als geen ander. Poëziecentrum Nederland weet dat ook. Naar aanleiding van het twintigjarig jubileum is er nu een bundel, samengesteld door Riny Jans, waarin de vrijwilligers naar hun favoriete poëzie is gevraagd en naar een dichtregel die hen na aan het hart ligt. De bundel bevat interviews met de grondlegger van het Poëziecentrum Nederland Wim van Til en vrijwilliger Jacques Kerssemakers en tal van anderen. Literatuurwetenschapper Kila van der Starre neemt de poëzie buiten het boek onder de loep en literatuurwetenschapper en poëzierecensent Jeroen Dera bekijkt de ontwikkelingen van de poëziekritiek vanaf de oprichting van het centrum. De bundel vol werk en passie bestellen kan hier.
In de overzichtsbundel van de Poëzieclub Eindhoven werk van o.a. Paul Bezembinder, Els de Groen en Erika De Stercke.
Voor de lijstjes bij de boom: de top tien van 2020 in zoekwoorden in Google.
Herhaling oproep!
We ontvangen van u graag uw eigen nieuwsjaarsgedachte. U kunt uw bijdrage – rechtstreeks in de mail of in een Word-bijlage – tot 25 december naar ons toesturen. Graag één gedicht van niet meer dan 40 regels, geschreven in het Nederlands. We zien er naar uit!
Poëzie op vreemde plekken
Dit Poëzie op de Stoep-gedicht is van Méland Langeveld, het is te lezen op ’s-Gravesandeplein in Amsterdam-Oost. Het is een ode aan het lommerrijke, laat-negentiende-eeuwse plein. Het project Poëzie op de Stoep is van Granate. Momenteel zijn er 29 gedichten elk van een andere dichter in de buurt van alle haltes van tramlijn 3 op de stoepen gekalligrafeerd.
Gezamenlijk op zoek naar Poëzie op vreemde plekken? Laat u inspireren door dit of deze en stuur ons uw vondst. We starten deze nieuwe serie volgende week!
Veel leesplezier!
Meandermagazine is gratis voor lezers, maar kost de makers wel geld. Om de onkosten te kunnen dragen, zijn wij afhankelijk van donaties. Wilt u ons steunen? Ga dan naar meandermagazine.nl en klik op de donatieknop. Onze dank is groot.