LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Iets kleins volstaat

26 sep, 2021
door Hans Puper

In onze herinneringen aan Eric van Loo, afgelopen mei, schreven Janine Jongsma, Alja Spaan en ik dat wij hem een postume bundel gunden. Tot ons genoegen komt die er en snel ook: in oktober. Na lezing van ons memoriam stelde Fiet van Beek van Anderszins voor een selectie uit zijn niet gebundelde gedichten te maken. Het is een reeks gedichten geworden over het verloop van een ziekte die zijn bewegingsvrijheid tot op het ondraaglijke inperkte. Eric plaatste ze op Facebook van juli 2020 tot zijn dag van overlijden op 12 mei 2021. De lezers waren niet alleen toeschouwers: uit de vele reacties bleek dat zij zijn emoties van rouw en verlies, maar ook zijn lichte momenten herkenden of zich op zijn minst konden voorstellen.

De titel van de bundel is Iets kleins volstaat. Het is de laatste regel van het gedicht ‘Pastorale’. (Eric schreef nog een gedicht met dezelfde titel; dat staat niet in de bundel.) Om het grote te kunnen zien volstaat iets kleins. Daarvoor heb je een opmerkzaamheid nodig die vaak optreedt als je aan je bed of stoel bent gekluisterd. Het volgende gedicht krijgt daarmee een extra dimensie.

HERFSTTUIN

Geel de laatste roos, de zomer voorbij
de lijsterbes strooit het pad oranje
Elke dag dezelfde zwarte merel
op zijn hoede maar onbevreesd
Grijsbruin de musjes, ik tel langzaam
tot tien, als een windvlaag vliegen ze op

Deze aandacht herken je ook in zijn fotografie, een voortzetting van zijn poëzie met andere middelen. Opvallend is de titel van een fotoserie die ook op Facebook verscheen: ‘Dichter bij huis’.
Eric is nooit een dichter van het grote woord geweest; hij schreef meestal over zijn directe omgeving, aandachtig, beschouwend en geëngageerd. Een mooi voorbeeld van speels engagement zie je in ‘Droom van Archimedes’, waarmee hij in 2013 de wedstrijd ‘Duurzaam dichten’ won.

In oktober 2018 nam Eric deel aan een manifestatie van Open de Koepel. De Koepel was tot 2016 de gezichtsbepalende Haarlemse gevangenis. Er worden nu culturele activiteiten georganiseerd en er zou een ‘University College’ komen, samen met een studentencampus en horecagelegenheden – naar mijn weten zijn daarover nog geen definitieve besluiten genomen. De muren worden afgebroken; de Koepel komt in een park te staan.
De medewerkers van het kunstproject Architectual Healing markeerden deze overgang met rondleidingen, concerten en tentoonstellingen van beeldende kunst. Dichters speelden ook een rol. De Haarlemse dichtlijn nodigde er twintig uit voor een werkbezoek ter voorbereiding van een eerste gedicht. Later, op een middag, kregen zij ieder een eigen cel om een tweede gedicht te schrijven en het eerste voor te dragen aan geïnteresseerde bezoekers. De Haarlemse dichtlijn verzamelde de gedichten in de bundel Poëzie in de Koepel.
Erics eerste gedicht had de titel ‘Huisarrest’. Hij schreef het al in 2015, dus ruim voor het werkbezoek. Hij vond het echter zo toepasselijk dat hij daarvoor koos.
Wat betreft de eerste regels: Fernando Ricksen was de voetballer die in 2019 overleed aan de spierziekte ALS. In januari 2015 was er voor hem een benefietduel georganiseerd. Hij verrichte de aftrap.

HUISARREST

Nee, ik ben Fernando Ricksen niet
die achterovervalt bij de aftrap
maar toch in een kolkend stadion
op handen gedragen.

Ook draag ik geen enkelband
die mij in mijn vrijheid beperkt,
voor welke overtreding
zou ik moeten boeten?

Een slang hoor je niet klagen
wanneer hij geplooid
en gekooid in afgemeten
porties zijn dagen slijt.

Kan iets dan zonder oorzaak
gebeuren, is er een gevolg
dat koninklijk en soeverein
zijn eigen einde en begin kan zijn?

De ik is Fernando Ricksen niet. Identificeert hij zich met de slang? Is er sprake van een zichtbaar, schijnbaar heldhaftig lijden enerzijds en een vrijwel onzichtbaar en daardoor des te eenzamer lijden anderzijds? De beeldende derde strofe vind ik aangrijpend. Geplooid, gekooid, in afgemeten porties zijn dagen slijten: kan het erger?
En dan de vraag in de laatste strofe, die meestal wordt vertaald naar de – iets andere – vraag naar het waarom. Iedereen die wordt geconfronteerd met een onoverkomelijk verdriet kent die vraag: waarom moest het juist hem overkomen? Of haar? Mij? En meestal kom je tot de conclusie dat die vraag zinloos is; er is geen waarom. Noem het noodlot.

Maar Eric is bevrijd. Voorgoed.

___

Op verzoek van Eric blijft zijn poëziewebsite Een lege tafel voorlopig nog bestaan. Robert Oosterhuis heeft de zorg op zich genomen.
Informatie van Anderszins over de bundel vindt u hier.

     Andere berichten

Bij de rozen

door Rogier de Jong   ‘Zij zijn voor sterven en vergaan geboren,’ zo dacht ik vluchtig toen ik bij de rozen was. Maar schrok, en...

Gedichten over lesgeven

door Ko van Geemert     Van jongs af aan heb ik geen doktertje maar onderwijzertje gespeeld. We hebben het over de jaren...

Geen gebrom van oude heren

door Jan Loogman     - Het werd, het was, het is gedaan schrijft Vasalis. Oude mensen blikken terug op hun leven en denken over...