Commentaren
Het commentaar van Romain John van de Maele
We vroegen aan oud-recensent Romain John van de Maele of hij eens wilde terugblikken op zijn werk als recensent. Wat heeft hem gevormd als criticus en waar liep hij tegenaan? Hij komt tot de conclusie dat hij het besproken werk niet altijd voldoende voor zichzelf liet spreken en merkt ook op dat hij zich prettiger voelt bij het schrijven van essays. Het commentaar van Romain John van de Maele.
Het commentaar van Jeroen van Wijk
Jeroen van Wijk heeft literatuurwetenschappen gestudeerd en is recensent. Ondertussen is hij bezig om zich te ontwikkelen als dichter, zo is hij onlangs toegelaten tot de Schrijversvakschool. We stelden aan hem de vraag hoe hij het ervaart om als beginnende dichter bundels te recenseren en we wilden weten of die combinatie hem ook iets oplevert. Het blijkt dat elke recensie die hij schrijft meerdere gewetensvragen opwekt. Het commentaar van Jeroen van Wijk.
Het commentaar van Mark Boninsegna
In gesprek met Janine Jongsma gaat Mark Boninsegna in op de recensie die Maurice Broere schreef van zijn bundel ‘De hemel voor ongelovigen’. Hoewel de dichter blij was met de recensie kreeg hij wel de indruk dat onze recensent de bundel niet goed had gelezen. Zo wordt de reden voor de ‘taalkundige onvolkomenheden’ verklaard in de ‘Verantwoording’. Dat Broere hem vergeleek met Jules Deelder was dan weer een mooi compliment. Het commentaar van Mark Boninsegna.
Het commentaar van Maarten Buser
Maarten Buser is neerlandicus, kunstcriticus, dichter, auteur en poëzierecensent. Als recensent besprak hij bundels voor diverse media, momenteel doet hij dit voor het literaire tijdschrift DW B. Hij is breed georiënteerd, dus stelde wij hem de vraag of hij vindt dat je als criticus van alle literaire markten thuis moet zijn. Nee, hij hoeft niet alwetend te zijn en zegt: ‘Wat ben ik blij dat ik geen universele lezer ben en nog zo ontzettend veel te ontdekken heb’. Het commentaar van Maarten Buser.
Het commentaar van Daan Doesborgh
Daan Doesborgh kon bij de recensie van zijn bundel ‘Moet het zo’ opgelucht ademhalen. Ivan Sacharov had hem aardig goed begrepen. Er zaten fraaie vondsten tussen. In gesprek met Janine Jongsma blijkt dat onze recensent wel een precair onderwerp buiten beschouwing heeft gelaten. De dichter is hier helder over: ‘mijn interpretatie is niet waardevoller of juister dan die van een ander. Alles betekent alles tegelijk.’ Het commentaar van Daan Doesborgh.
Het commentaar van Jan van Gulik
Een recensent is een geoefende poëzielezer, daar zal iedereen het mee eens zijn. Maar wie is die recensent die overal iets van vindt en een oordeel velt? We stelden deze vraag aan Jan van Gulik en zeer gedurfd nam hij zijn eigen ijdelheid onder de loep. Er blijkt waarde te zitten in het recenseren voor de kunst zelf. Het commentaar van Jan van Gulik.
Het commentaar van Margreet Schouwenaar
Margreet Schouwenaar beschouwde de recensie van Peter Vermaat over haar bundel ‘Dat ijsberen eieren eten’ als een cadeautje. Ze vond het een fantastische en doorwrochte bespreking. Toch stelt ze ook vraagtekens bij bepaalde beschrijvingen van Vermaat en daar wisselt ze met Janine Jongsma van gedachten over. Het commentaar van Margreet Schouwenaar.
Het commentaar van Romain John van de Maele
Aan oud-recensent Romain John van de Maele vroegen we of hij de connectie tussen poëzie en schilderkunst eens wilde aantonen met concrete voorbeelden. Hij doet dit door zich te focussen op schilderijen van Rik Wouters en Roger Raveel die 'vertaald' werden door Bernard Dewulf en Jo Gisekin. Het commentaar van Romain John van de Maele.
Het commentaar van Jeanine Hoedemakers
Recensent Jeanine Hoedemakers heeft ontdekt dat zij een zachte recensent is. Niet omdat ze het niet durft om een dichter aan te pakken, maar omdat het niet bij haar past. Ze legt ook uit waarom niet iedere lezer automatisch een recensent is. We vroegen haar naar haar ervaring als dichter in het literaire veld en naar haar specifieke stijl van recenseren. Het commentaar van Jeanine Hoedemakers.