Archief
Nieuwsbrief 10 / 3 maart
Die mijn aderen doorstroomt
Jan Loogman koestert de herinneringen aan zijn geboortehuis en geboortedorp maar vooral ook aan zijn vader op die zondagochtenden lang geleden. Zo heeft hij hem zelden gekend, maar zo is hij kennelijk ook geweest. Regels van Peter Theunynck komen bij hem op: 'En ik verlies u zoals altijd / uit het oog, terwijl u toch / mijn aderen doorstroomt.'
Annemie Deckmyn
Zorgvuldig gemaakte gedichten met sterke beelden en knap gevonden analogieën (fysieke malaise als letterlijke rollercoaster in het lichaam), thema’s die tot sentiment zouden kunnen leiden maar de dichter houdt het in de hand. Een regel als ‘dat ik bij jou iets anders dan een melkspoor achterliet, iets beters dan zure vlekken op je schoot of schouder.’ raakt ons blijvend.
Interview Liesbeth Huijer
In 2019 besloot Liesbeth Huijer volledig voor het vertalen te kiezen. Naast poëzie vertaalt ze ook literatuur en misdaadromans. Het werken aan vertalingen van gedichten vergt de meeste inspanning: ‘Behoud je het ritme? Of ga je toch voor de alliteratie? Of wordt het een abstractere vertaling met volledige vrijheid?’ Een vertaler wil alles wat de dichter in een gedicht heeft gestopt toch zien.
Kurt De Boodt - Mal dood lam
Hettie Marzak bespreekt 'Mal dood lam' van Kurt De Boodt. Ze vindt het een intrigerende bundel: 'Voor Kurt De Boodt is het schrijven van gedichten in de eerste plaats woordkunst, het spelen met woorden en vormen.' We zien klank, herhaling en speelse variatie in versvorm. Er wordt meer aandacht gevraagd voor de natuur, de dieren en de kunst.
Over de (relatieve) troost van poëzie
De vraag ‘dient poëzie ergens toe’ en zo ja, waartoe dan wel, is moeilijk te beantwoorden. In de poëzie die onze nieuwe columnist, Ko van Geemert, raakt, speelt het begrip ‘troost’ vaak een belangrijke rol en is zo opgeschreven dat hij voor even verzoend is met het ‘voorgoed mislukt bestaan’. Daartoe helpt natuurlijk ook het meewerken aan Meander.
Malon Bakker – Wat te doen dan doen alsof
Malon Bakker is een multitalent. Ze stuurde ons haar bundel 'Wat te doen dan doen alsof', die ze in eigen beheer uitgaf en ook door haar prachtig geïllustreerd is. Maurice Broere hoopt dat een gerenommeerde uitgeverij haar talent op waarde weet te schatten en haar een groter publiek kan bieden: 'Zij komt over als iemand die overloopt van talent en creativiteit.'
Nieuwsbrief 9 / 25 februari
‘de moeheid in een bootje roeit langs geweldige steden die drijven ieder een eiland langs de kust van het gefantazeerde intellect’.
Poëzie van Hans Lodeizen blijft ontroeren, zie alleen al de kop boven deze column. In het besef kort te leven vond Lodeizen zijn vorm in een tastbare taal door een vrije associatie van woorden. Gedragen door een lichte melancholie beschreef hij met verrassende beeldinvallen zijn wereld, mooi maar vermoeid en bijna niet de echte. Pieter Sierdsma over werk en leven van Lodeizen.
Elise Vos
Geen sprookje, geen zevenmijlslaarzen, wel een prinsenkind en een verloren koninkrijk. Dichter Elise Vos is nergens sentimenteel, bijna praktisch stelt ze ‘toen gooide ik nog geen dingen weg’. Dat we allemaal als de moeder mogen zijn die ‘verlaat de doorploegde akkers / om ze te verruilen voor een open zee’. Laat ons elke kamer in ons huis verwarmen.
Erik Bindervoet - over het werkelijkheidsgehalte van de werkelijkheid
Marc Bruynseraede bespreekt 'over het werkelijkheidsgehalte van de werkelijk', de nieuwste bundel van Erik Bindervoet: 'Voor wie graag in het irreële en absurde vertoeft en bij taalspelletjes, of liefst letterkunde consumeert waar geen touw aan vast te knopen valt, die zit goed bij Bindervoet. De lectuur kan aardig tot verrassend zijn en, ja, soms ook verfrissend.'
Interview Gerry van der Linden
‘Al mijn bundels’, zegt Gerry van der Linden, ‘zijn wie ik ben en geven de route van mijn reis aan.’ Ze kijkt, luistert, voelt, en probeert de chaos te ordenen met taal en zo de ander te bereiken. En dat al meer dan vijftig jaar. En er is nog zoveel wat ze wil doen.
Luc Vanhie - De lijkwade van de wind
‘De lijkwade van de wind’ is alweer de negende bundel van Luc Vanhie. Tom Veys zegt dat de mystieke natuur een hoofdrol heeft hierin: ‘Natuur en mensen komen samen in een tussentijd die geabstraheerd wordt. Er is een zoektocht, een metafysische oefening. Het beeldenparcours vraagt tijd om te lezen.’
Kinderpoëzie (III)
Lang niet alle gedichten in deze serie zijn voor kinderen alleen geschreven. Geen volwassene zal zich er te groot voor voelen. Dus eigenlijk is dit een verzameling Gedichten voor alle leeftijden. Ontdek de wereld erin! Vandaag met werk van Karel Eykman, Annemarie van den Brink en Koos Meinderts.
Lucienne Stassaert - De overkant van de tijd / Op de valreep
Lucienne Stassaert schreef op hoge leeftijd de bundel 'De overkant van de tijd / Op de valreep'. Marc Bruynseraede is goed bekend met haar poëzie: 'Volgens sommige waarnemers behoort Stassaerts poëzie tot het onvervalste domein van de mystiek. Dit wil niet zeggen dat zij berust in de dood. Wél kijkt ze er met grote luciditeit en met een zekere onbedwingbare vrees naar uit.'
Nieuwsbrief 8 / 18 februari
Tante Lies in Parijs en de volksontwikkeling
In de donkere dagen aan het eind van het jaar las Hans Franse een gedicht van Judith Herzberg. Heerlijk, onderkoelde, volstrekt heldere en mooie poëzie. Al lezende werd hij sentimenteel, zoals wel vaker gebeurt, de herinneringen blijven komen. Een brief van tante Lies uit Parijs die zijn vrouw deed stralen op hun trouwdag in 1963, waar is die gebleven?
Klassieker 278 : Piet Gerbrandy – Dans
Het gedicht ‘Dans’ uit de bundel 'Krang en zing' (2006) van Piet Gerbrandy (°1958) levert bij een eerste lezing misschien voornamelijk vraagtekens op, om niet te zeggen dat er aanvankelijk geen touw aan vast te knopen lijkt, met de titel ook nog eens eigenwijs helemaal onderaan het gedicht. Maar het is een gedicht dat zingt. René Leverink ging ermee aan de slag.
Interview Ruth van Rossum
Dichter Ruth van Rossum is een van de dichters die al sinds jaren hun medewerking verlenen aan het project ‘Eenzame uitvaart’. Een interview over het belang van een waardig afscheid èn van echte menselijke contacten, in plaats van het eenrichtingsverkeer op social media. Het is een teken van beschaving van een samenleving om iedereen met aandacht te begraven of cremeren.
Antony Samson - Herinner mij er morgen aan
‘Herinner mij er morgen aan’ is het debuut van Antony Samson. Æde de Jong concludeert: ‘Samson is een dichter die lijdt aan de liefde en de tijd, en niet zozeer aan klimaat of kapitalisme. Zijn strijd is veelal intern. Dit is geen poëzie over de tijdgeest, maar over de tijd zelf.’
Kinderpoëzie (II)
Lang niet alle gedichten in deze serie zijn voor kinderen alleen geschreven. Geen volwassene zal zich er te groot voor voelen. Dus eigenlijk is dit een verzameling Gedichten voor alle leeftijden. Ontdek de wereld erin! Vandaag met werk van Harm de Jonge, Bibi Dumon Tak en Jaap Robben.
Astrid Arns - Cascade
De nieuwe bundel van Astrid Arns, ‘Cascade’, is volgens Kamiel Choi: ‘geen spraakwaterval, maar een zeer zorgvuldig geschreven fijngevoelige reeks gedichten die als vanzelf in elkaar overvloeien. Misschien probeert de dichter, zoals in een beeld uit de bundel, het schamele water met de handen te vangen.’
Nieuwsbrief 6 / 11 februari
Moeder der bannelingen
‘Een van de krachtige kanten van literatuur’, stelt Rogier de Jong in deze column, ‘is dat de ongrijpbare, soms niet te bevatten werkelijkheid op menselijke maat wordt geserveerd.’ Over Amerika. Over de mythe van onverwoestbaar optimisme, veerkracht en wat dies allemaal meer zij. En over het sonnet ‘The new Colossus’ (1883) van Emma Lazarus dat binnen het voetstuk van het Vrijheidsbeeld is geplaatst.