Archief
Meander Live 10
Eva Gerlach is de tiende dichter die te gast is op Meander Live in het Luxor Theater in Zutphen. Op zondagmiddag 11 mei leest zij 'Vlieg! zegt de vloer' in zijn geheel voor. Het is een jeugdbundel, haar vierde al, en prachtig geïllustreerd door Trui Chielens. Hij gaat over een meisje dat opgroeit nadat haar ouders zijn gescheiden, maar zwaar is de bundel niet. Hij is humoristisch, en de hoofdpersoon is prettig tegendraads.

Eduard Ditmar - Een kleine oorlog
Anneruth Wibaut noemt de bundel ‘Een kleine oorlog’ van Eduard Ditmar, een bescheiden, maar prachtig verzorgd kleinood. De Tweede Wereldoorlog wordt beschreven vanuit het perspectief van een jong kind: ‘Die vervreemding, dat dingen er door de ogen van een kind anders uitzien dan dat ze in de werkelijkheid van de volwassenen zijn, spreekt uit elk gedicht in meerdere of mindere mate. Ditmar suggereert de verschrikkingen meer dan hij ze beschrijft.’
Nieuwsbrief 17 / 27 april
Paul Snoek - Het omarmen van het bestaan
Paul Snoek was een dichter die het bestaan omarmde in al zijn verwondering, op de top van de zinnen. De woorden ademen een betovering, hij overschrijdt in zijn gedichten de grenzen van de wereld, van de atmosfeer, gaat van binnen naar buiten en overstijgt zichzelf. Zijn eigen schepper, ‘met de zachte handen van de uitvinder’.
Anneruth Wibaut
De kwetsbare gedichten van Anneruth Wibaut tekenen haar dochterschap. Ze zijn niet alleen ontroerend maar ook ijzingwekkend, met regels als ‘ik wees je de deukjes in mijn vel / achtergelaten door de dwergen / waar ze me in een kist van glas tilden / toen mijn ziel bevroren was door het gif’ en ‘elk litteken was een deeltje biografie’. Lees en huiver.

Het commentaar op het vertalen van poëzie
Het vertalen van poëzie is een complexe aangelegenheid en geeft regelmatig aanleiding tot discussie. Er valt ook veel over te zeggen. Peter Vermaat en Hans Puper hebben allebei een uitgesproken mening over dit onderwerp. Zo vraagt Vermaat zich af: Waarom zou je eigenlijk poëzie willen vertalen? Puper heeft daar wel een antwoord op. Het commentaar op het vertalen van poëzie in een tweegesprek.
Interview Michiel J. Ris
‘Ja, waarom poëzie? Omdat het moet, omdat ik niet anders kan’, zegt Michiel J. Ris. ‘En tja, die scherpere beelden, hè. Men zegt wel dat de lyriek een vorm van zingen is: de taal die een dichter gebruikt op het moment dat woorden tekortschieten, dát is poëzie.’ Een interview over zijn debuut, de Sapphische versvorm, huilen in de trein en het volgend project.

Hanneke van Schooten - Zeevlam
‘Haar gedichten zijn als het zachte, golvende water dat veroorzaakt wordt door een warme bries’, is de mening van Ali Şerik over de bundel ‘Zeevlam’ van Hanneke Schooten. Ook zegt hij: ‘Ondanks dat ze woorden als vreugde en verdriet gebruikt, komen deze gevoelens niet boven drijven in haar poëzie. Ze overstijgt haar emoties en zoekt innerlijke rust en tevredenheid, soms met een vleugje nostalgie, rijk aan cadans.’
Hans Van Miegelbeek
Op 25 mei debuteert Hans Van Miegelbeek met de bundel ‘Een halte in de stroom’ bij Uitgeverij Archipel. ‘Een halt in de woelige wereld’, aldus de flaptekst, ‘elke dag presenteert zich als druk. Soms zelfs drukkend. De mensen met hun rumoer en hun dagelijkse dingen, van luid naar innerlijke stilte, van vrolijk naar minder soms. Het stroomt aan ons persoonlijk leven voorbij. Vind uw rustpunt in dit origineel debuut.'

Job Degenaar - Zomerschaduw
Tom Veys is enthousiast over ‘Zomerschaduw’ van Job Degenaar: ‘De zon kan een bijzonder licht werpen op herinneringen, ze zorgt voor invalshoeken, schaduwen en lichtplekken. De gedichten doen denken aan het gevoel van een late zomeravond. De dingen krijgen dan een lange schaduw. De omschrijvingen in de gedichten slepen je mee op een reis, letterlijk en figuurlijk, met name naar verschillende plaatsen en doorheen de tijd.’
Nieuwsbrief 16 / 20 april
Hemelhuis, een lied voor Vlaanderen
Het Vlaanderen van de vader van Hans Franse bestaat niet meer, maar het leeft nog steeds in zijn herinneringen. Als zijn vader erover zong, werd het nog mooier; hij zong prachtig en veel. Alles kwam weer naar boven toen hij aan een recensie werkte van een aan Guido Gezelle gewijd ‘vrouwentijdschrift’. Guido Gezelle en Wies Moens hoorden tot de uitverkoren poëten van zijn vader.
Klassieker 290 : Ed. Hoornik - Pogrom
René Leverink bespreekt 'Pogrom', een gedicht dat Ed. Hoornik schreef op 12 november 1938, twee dagen na de Kristallnacht. Het werd een sonnet met een reflectieve dimensie, waarin de dichter het ondenkbare voorvoelde.

Het commentaar op het vertalen van poëzie
Het vertalen van poëzie is een complexe aangelegenheid en geeft regelmatig aanleiding tot discussie. Er valt ook veel over te zeggen. Peter Vermaat en Hans Puper hebben allebei een uitgesproken mening over dit onderwerp. Zij gaan aan de hand van voorbeelden een gesprek hierover aan. Dit is het eerste deel van hun conversatie. Het commentaar op het vertalen van poëzie in een tweegesprek.
Lieve Desmet
Recensent Tom Veys noemt dichter Lieve Desmet ‘een mensendichter’. Van nature is zij sterk geïnteresseerd in mensen en raakt ze gemakkelijk ontroerd door hun verhalen. Het doet haar goed om verbinding te maken met mensen, ook als ze verdriet of pijn ervaren. Present zijn, luisteren, dat opent het hart en houdt het open. Wat haar ontroert/beroert, zet haar aan tot schrijven. Een openhartig interview.

Jonathan Griffioen - Abnormale kinderen
Dichter Jonathan Griffioen refereert met de titel van zijn bundel, ‘Abnormale kinderen’, aan kinderen die speciaal onderwijs nodig hebben. Paul Roelofsen vindt het een originele, leerzame en sterke bundel. ‘In de gedichten die niet over de geschiedenis en de structuur van het onderwijs aan zwakbegaafde leerlingen gaan, staat de beleving van deze kinderen zowel binnen als buiten de schoolmuren centraal.’
Ko van Geemert
Een voorpublicatie van de nieuwe dichtbundel van Ko van Geemert: 'Wonderen op loopafstand', veertien gedichten over dierentuin Artis, met illustraties van beeldend kunstenaar Silvia Russel. Een titel die zowel verwijst naar het vertrekpunt, zijn huis in de Plantage, als naar het feit dat je wandelend door Artis op het ene wonder na het andere stuit. Met grote ogen en een warm kloppend hart.
Paul Soete - Behuizingen
In de bundel ‘Behuizingen’ van Paul Soete, is verlies, overgave en zoeken naar houvast een terugkerend thema, zegt Taco van Peijpe. Hij vindt het taalgebruik van deze dichter uiterst verzorgd en bijzonder. De meeste gedichten vragen nogal wat inspanning, maar die wordt rijkelijk beloond. Hij concludeert: ‘Deze bundel zal een welkome aanwinst zijn voor wie houdt van oorspronkelijke, gevoelige en tot in de puntjes verzorgde poëzie.’
Nieuwsbrief 15 / 13 april
Bach in Aardenburg
Goede Vrijdag en Pasen zijn in aantocht en dat betekent dat de Matthäus Passion uitgevoerd wordt, ook in de woonplaats van Rogier de Jong, Aardenburg. Deze stad staat bekend als Bachstad. Het Bachcomité vroeg de Vlaamse dichteres Christina Guirlande de connectie met Bach in poëzie vast te leggen. Wie zoveel muzikaliteit in een tekst weet te leggen, is de aangewezen persoon daarvoor.

Bundels die een grote indruk hebben achtergelaten
Dertig kersen op de taart van ons dertigjarig bestaan. Wat zijn jouw twee favoriete bundels van de laatste dertig jaar? Het lijkt een onmogelijke opdracht om die vraag te beantwoorden, maar onze recensenten gingen de uitdaging aan. We stoffen dertig bundels af die een grote indruk hebben achtergelaten en uitnodigen tot herlezen. Vandaag bespreken Johan Reijmerink en Janine Jongsma hun tweede favoriet.

Astrid de Keulenaar - Als water brandt
Ali Şerik vindt de bundel ‘Als water brandt’ van Astrid de Keulenaar een verrassend debuut omdat de gedichten naar sprookjes en dieren ruiken. Haar poëzie is een omzwerving op zoek naar de essentie van het leven. ‘Ze overhandigt met elk gedicht een cadeau aan de lezer, maar het is aan de lezer om het uit te pakken, zonder het inpakpapier te scheuren: zorgvuldigheid is gewenst.’
Interview Lisette Lombé
Lisette Lombé neemt haar missie als Poète*sse de Belgique/Dichter*es van België/ Dichter*in von Belgien met veel nederigheid aan. De eerste grens is niet taalkundig maar ideologisch, zegt ze, ‘zonder een positieve visie op delen, op de ander, is het onmogelijk om je open te stellen.’ Haar drijfveer is intensiteit. ‘Onrecht, hartzeer, verlangen... Als ik boos ben, moet ik die gemoedstoestand kalmeren door te schrijven.’

Lloyd Haft - Kruipruimte
In de bundel ‘Kruipruimte’ volgen we dichter Lloyd Haft op zijn zoektocht door de ‘krochten’ van het geleefde leven. Ivan Sacharov zegt: ‘’Zijn poëzie verraadt zijn interesse in de psyche en in het transcendente, zijn Amerikaanse oorsprong en zijn vertoeven in verschillende werelddelen. Ik vind Haft een sympathieke dichter. Om het gek te zeggen: er zit een soort ‘zin’ in zijn gedichten, waardoor je zelf als lezer ook zin krijgt.’’