LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Archief

Een wereld vol sonnetten (7)
Een wereld vol sonnetten (7)
Het 7e deel van onze rubriek, 'Een wereld vol sonnetten', verzorgd door Simon Mulder in samenwerking met uitgeverij HetMoet en het Feest der Poëzie gaat over 'Two loves/Twee liefdes' van Oscar Wilde & Lord Alfred Douglas, een bloemlezing en voorstelling over de turbulente en tragische liefdesgeschiedenis van de beide dichters in brieven en gedichten.
Philip Hoorne - Mens is de naam
Philip Hoorne - Mens is de naam
Taco van Peijpe bespreekt in zijn eerste recensie de bundel ‘Mens is de naam’ van Philip Hoorne. In deze bundel wisselen vuile taal, flauwe grappen, mooi taalspel en serieus vakmanschap zich af. Van Peijpe weet dat de dichter zich bewust is dat hij een maskerade opvoert, dat blijkt ook uit het voorplat. Maar, zo zegt hij: ‘Bij nadere bestudering blijkt achter die maskers een gevoelige dichter schuil te gaan.’
Nieuwsbrief 6 / 9 februari
Nieuwsbrief 6 / 9 februari
Het lichaam van de poëzie
Het lichaam van de poëzie
De Poëzieweek 2025, die duurde van 30 januari tot en met 5 februari, had als thema ‘Lijfelijkheid’ en als motto ‘In dit plooibare huis dat huid heet’. Het thema is ontleend aan een gedicht van Charlotte Van den Broeck. In hoeverre is poëzie lijfelijk? Moet je het schrijven en lezen als fysiek bestempelen of is de thematiek of inhoud ervan lijfelijk?
Terug naar roerige tijden
Terug naar roerige tijden
Omdat we dertig jaar bestaan, trakteert Janine Jongsma ons vandaag op een column. Ze neemt ons mee naar de tijd waarin zij beginnend dichter was. Toen werd de allereerste Turing Nationale Gedichtenwedstrijd gehouden en bestond Literair Weblog De Contrabas nog. Ze vertelt over de enorme ophef die ontstond bij de afvallers van de Turing, over de populariteit van De Contrabas en natuurlijk over haar eigen ervaringen.
Het commentaar van Fred Papenhove
Het commentaar van Fred Papenhove
Hettie Marzak schreef in haar bespreking over ‘We zitten in de nachtbus’ van Fred Papenhove dat het gedichten zijn om te genieten. Janine Jongsma gaat in gesprek met de dichter over deze recensie en de gedichten die bedrieglijk eenvoudig lijken. Daar is een reden voor zegt Papenhove: ‘Communiceren met de lezer vind ik belangrijk en niet via taal met mijn rug naar hem of haar toestaan.’ Het commentaar van Fred Papenhove
Interview Frans Budé
Interview Frans Budé
Hoe kijkt Frans Budé terug op ruim veertig jaar poëzie en wat valt hem op in zijn ontwikkeling als dichter, raken recensies hem nog en wat is zijn plaats in het Nederlands poëzielandschap? Zijn werk is in vele talen vertaald, welke heeft zijn voorkeur en hoe is het met het Mestreechs waarin hij op twee muurgedichten in de binnenstad hangt?
W.H. Auden - Tijdelijke helden
W.H. Auden - Tijdelijke helden
Peter Vermaat heeft zich de afgelopen weken beziggehouden met ‘Tijdelijke helden’ van W.H. Auden, vertaald door Han van der Vegt. Met een totaal aan 640 bladzijden heeft de vertaler monnikenwerk verricht. Toch had dit boek nog dikker moeten zijn, zegt Vermaat. In deze longread gaat hij dieper in op het werk van Auden en neemt hij een drietal vertalingen onder de loep. Aan bod komt ook Auden's memorabele uitspraak over poëzie in verband met vertalingen.
Bianca Boer
Bianca Boer
Soms komt iets voorbij waartegen je meteen Ja kunt zeggen, wilt zeggen, gedichten met daarin regels als ‘ze verkopen hier spaties / als ik mij opvouw / blijft er genoeg wit over’, en terwijl de dichter nog twijfelt, ‘als ik nou zeker wist dat wat ik zeg klopt’, zijn wij allang overtuigd. Van ons mag ze alle ruimte innemen.
Karen de Boer - Schietspoel
Karen de Boer - Schietspoel
Anneruth Wibaut is geboeid door het debuut ‘Schietspoel’ van Karen de Boer: ‘’Mijn algehele indruk is dat De Boer haar leven en dichten weeft op solide gespannen scheringdraden, waarbij verschillende ‘inslagen’ zorgen voor verrassing en soms drama.’’ Het valt op dat de dichter dit onnadrukkelijk en niet opdringerig doet. ‘De verwondering wordt meestal kalm uitgesproken, maar onder de oppervlakte gloeien de woorden van vreugde over het scheppen en het geschapene.’
Nieuwsbrief 5 / 2 februari
Nieuwsbrief 5 / 2 februari
Een nieuwe kans voor onze ziel
Een nieuwe kans voor onze ziel
Buiten de taal zijn er andere uitdrukkingswijzen voor onze gevoelens, gedachten, waarnemingen. Muziek, dans, gebaren, beweging, poëzie werken niettemin alleen op het gevoel als de luisteraar, de kijker zich ervoor open stelt: 'Als de ziele luistert / spreekt het al een taal dat leeft.' Maar we kunnen ons openstellen, ook nu. Onze toekomst biedt zich telkens aan.
Pieter Sierdsma
Pieter Sierdsma
‘Atmosfeer is het substraat van mijn poëzie.’ zei Pieter Sierdsma in een interview op Meander. Zijn gedichten maar ook zijn columns hebben een heel eigen sfeer, mooie en intrigerende beelden, ze zijn nauwgezet geschreven, zorgvuldig samengesteld, met een ‘wat dromerige toon die geruststelt’. De herhaling van dag en nacht, zon en regen, is een positieve essentie van het bestaan.
Allard Schröder - Lichtvang
Allard Schröder - Lichtvang
Op de achterflap van de bundel ‘Lichtvang’ van Allard Schröder staat: ‘Hij is wars van modes en hypes, enerzijds vertrouwt hij de traditie, anderzijds gooit hij met zijn poëzie een speer in de toekomst’. Ivan Sacharov vindt na het lezen van de bundel dat deze flaptekst deze keer geen floptekst is. Schröder vertoont klassieke trekjes, maar is ‘een tijdloze geest’. Onze recensent is onder de indruk van dit werk.
Interview Dien L. de Boer
Interview Dien L. de Boer
In dit laatste interview van Jeanine Hoedemakers zegt dichter Dien L. de Boer: ‘Poëzie schrijven is voor mij een combinatie van de drang om iets te bewaren en om iets te maken.‘ En nog een mooi citaat, ‘Kunst wordt van leven gemaakt. Wat je schrijft, vindt altijd een begin in je eigen leven, in wat je voelt, ziet en denkt.‘
Tsead Bruinja - Wat deed ik daar
Tsead Bruinja - Wat deed ik daar
In de bundel ‘Wat deed ik daar’ van Tsead Bruinja, valt het Johan Reijmerink op dat de dichter zichzelf en zijn omgeving permanent bevraagt wie hij is, waar hij vandaan komt en waar het naartoe gaat. De trotse Fries toetst zijn levensgevoel aan het verleden, heden en toekomst. Een longread over de vervreemdende ervaring die leven heet.
Interview Yvonne Broekmans (herhaling)
Interview Yvonne Broekmans (herhaling)
In de serie Gesprekken met Meandermedewerkers had Marten Janse in 2019 een gesprek met Yvonne Broekmans. Graag willen wij haar nog eens voor het voetlicht halen want we zijn haar uiterst dankbaar voor al het redactiewerk dat zij voor ons doet; sinds  2002 werkt ze mee aan Meander, de laatste jaren als eindredacteur.
Joke Prinsen – Het proefkonijnencarnaval
Joke Prinsen – Het proefkonijnencarnaval
‘Het proefkonijnencarnaval’ is de titel van het debuut van Joke Prinsen. Marc Bruynseraede zegt dat haar verzen uitpuilen van zwierig taalgebruik, al is de dood nooit ver weg. Haar poëzie is mild-ironisch tot het soms sarcastische en bevrijdende toe. ‘Wie een beetje het werk van Sylvia Plath kent, ziet dat deze snoeiharde en tegelijk teergevoelige dichteres een bondgenoot heeft gevonden in de poëzie van Joke Prinsen.’
Nieuwsbrief 4 / 26 januari
Nieuwsbrief 4 / 26 januari
Lévi Weemoedt, orgelman van het trieste straatpierement
Lévi Weemoedt, orgelman van het trieste straatpierement
‘Treurnis, het woord alleen al, smaakt in de mond als een drankje op voorschrift van de dokter, tussen bitter en smakeloos. Maar er zijn dichters waar het treurige vermengd wordt met aanstekelijke humor.’ Pieter Sierdsma over de poëzie van Lévi Weemoedt.’ Aan het tragikomische wiel van de werkelijkheid wordt nog een tandje bijgezet, zonder dat daarbij overigens veel fantasie nodig is.’
Enno de Witt
Enno de Witt
Van een noordwesterstorm, een nacht waarin we vergaan, paardenbloemen die weilanden kleuren, strandtenten als bouwpakketten, een licht bewolkte hemel, wegen uitgezet naar de einder, onweer boven zee, onberispelijk klam, veroordeeld tot dit zwervend bestaan, van wijnranken gevlochten lauwerkransen, het dak van huid en haar naar dichter naar elkaar toe kruipen, dit is Nederland in een jaar, dit zijn wij.
Philip Larkin - Het leven met een gat erin
Philip Larkin - Het leven met een gat erin
Dit jaar besteden we extra aandacht aan interessante vertalingen die bij ons binnenkomen, maar we bijten de spits af met een uitgebreide tweetalige bloemlezing die uitkwam in 2022. Jan Pieter van der Sterre vertaalde ‘Het leven met een gat erin’ van Philip Larkin. Hans Puper vindt dat tegen de achtergrond van de vele bundels van hoop en troost, Larkin’s gedichten van een verfrissend pessimisme zijn.
Interview Rob de Vos (herhaling)
Interview Rob de Vos (herhaling)
Op 5 april 2008 was het twaalf en een half jaar geleden dat Rob de Vos Meander oprichtte. Alle reden om de bescheiden founding father eens in het digitale zonnetje te zetten. ‘Kan je over twaalf en een half jaar als vrijwilligersorganisatie met een zeer beperkt budget nog steeds iets maken dat mensen willen lezen?’
Henk Gilhuis - Voorbijwoorden
Henk Gilhuis - Voorbijwoorden
In de bundel ‘Voorbijwoorden’ van Henk Gilhuis had de verwondering vaker mogen plaatsmaken voor verontwaardiging, zegt Anneruth Wibaut. Gilhuis is op zijn best als hij zich kwaad maakt over iets: ‘Maar door het spelen met dubbele betekenissen en het scheppen van nieuwe taal is de algehele sfeer van de bundel sprankelend en herkenbaar. Wat het sterkst opvalt is het soepele en consequente toepassen van ritme.