Gedichten
Vos en wolf De grote ketel in de stalhoek: houthompen, vuur en dampend water. Hij zou in sprookjes niet misstaan om jonge meisjes in te stoven. Je stort er lakens in, die bollen, verdrinkt ze met een grote stok en stampt ons voetenvuil en zweet en oogvocht murw, zodat het loslaat en in de zinken emmer stroomt, het voorportaal van grup en put. Spookdromen, kom maar op. Ja vos die in mijn deken woont, heus wolf die op mijn kussen ligt – jij ruikt straks net als ik naar groene zeep. Gekookte vingers Dit veld moet wel een slaapzaal […]