Columns
Een eenvoudig liedje
Elke vakantie eindigt. Eenmaal thuis leest Jan Loogman als vanouds de kranten. ‘Interviews, mensen die honderduit praten over fietsers, dirigenten, voetbalcoaches, zichzelf, hun zoons, hun dochters. Zwijg, denk ik. Ga naar buiten, zwijg en kijk. Gebruik je stem voor niets anders dan een eenvoudig liedje: Bonie lassie, will ye go, Will ye go, will ye go?’
Meander Live 4
Op 27 september is Mustafa Stitou gast op Meander Live. Hij leest dan zijn laatste bundel voor: ‘Waar is het lam?’ Dat is vraag die Isaak aan zijn vader Abraham stelt als ze op weg zijn naar de offerplaats. Isaak weet dan nog niet dat hijzelf het beoogde offer is. Soms voelt de dichter zich zo’n lam, omdat hij het geloof van zijn ouders heeft losgelaten en daarom voor hen een vreemde is geworden. Maar dat is lang niet het enige in deze bundel, die uitstekend in het gehoor ligt.
Jaap Harten: Een camera van lentewind
Pieter Sierdsma over de poëzie van Jaap Harten, ‘een scherp waarnemend dichter’. Het vinden van beelden die het wonderlijke van het bestaan ontvouwen is het talent van Harten. Als kind van de oorlog vindt hij de elementen terug in een nieuw helend verband. Uit het tegengestelde een nieuwe wereld maken met de geldigheid van een wonderlijke maar mooie droom.
GeertJan
Vincent van de Vrede over de plek waar hij voor het eerst in aanraking kwam met poëzie. Hij weet nog dat hij dacht: waarom is dit kunst? Wat is hier zo bijzonder aan? Maar juist dat maakte die teksten tot magische formules die hij wilde ontcijferen en verleende aan poëzie het mysterieuze, die onzegbare kracht die het nog steeds voor hem heeft.
Liefde op de muur in Siena
‘Ik herhaal u’, schrijft Louis Couperus, ’ik heb van die vreemde, historiesche bevliegingen en dweperijen’. Hans Franse kan daar wel iets bij denken, als hij iets leest, wil hij het ook zien en zichzelf ter plekke overtuigen dat het inderdaad zo wonderschoon of bijzonder is. En dan rijdt hij erheen. Zo komen we vandaag in Siena.
Letterlijk en figuurlijk
Lang leve de taal en al haar paradoxen. Waarom moedigen we elkaar aan om iets letterlijk op te vatten? Het gebruik van ‘letterlijk’ lijkt te maken te hebben met voorschrijven hoe het moet en/of onderschatten van het bevattingsvermogen van de toehoorder. De oproep van columnist Willem Tjebbe Oostenbrink zou zijn: beperk het gebruik van ‘letterlijk’; geef onze verbeeldingskracht de ruimte.
Een poëzieavond in Perugia
Soms is het Nederlands een geheimtaal, vooral als je het spreekt in een ander land. Hans Franse over de vertaling van 'Het Umbrisch Getijdenboek' en het voorlezen daaruit in het Nederlands omdat het Italiaans te mooi is om het niet maximaal te laten klinken. Hoe er vervolgens allerlei kontakten ontstaan en net als in Nederland op de meest eenzame plaatsen.
Glorieuze verliezers
Was Leonard Cohen een èchte schrijver? Rogier de Jong over 'Glorieuze verliezers', geafficheerd als een ‘psychedelische roman’. Was Cohen een goede dichter? Hij had onmiskenbaar talent om op melancholieke wijze uiting te geven aan gemoedstoestanden en levensbeslommeringen. Maar ‘de pakkende melodieën tilden de teksten op alsof hij iets belangrijks had geschreven’, volgens Frits Abrahams bij het bespreken van Cohens nalatenschap.
Waarheen is mij om het even
Jan Loogman over afscheid. ‘De keerzijde van het einde, het verlies dat bij afscheid hoort, is de blanco bladzijde, de zee aan mogelijkheden, de opening naar het onbekende dat winst kan brengen, wie weet.’ Met prachtige strofen van dichters, de troost van een gedicht met veelzeggende titel ‘Travel’ van Edna St. Vincent Millay en een dansje.