Columns
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (70)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het zeventigste antwoord komt van Pom Wolff.
Leven in Rome
Jan Loogman was in Rome en zag wat Hester Knibbe ooit opschreef: 'Beelden van Huisraad, Golfplaat, Afvoerbuis: een tempel van god Onooglijkheid'. Wie niet waagt, komt niet verder in deze stad die behalve van rommel ook bruist van lawaai. Is het wel lawaai, vroeg hij zich af. Hollanders zijn gewoon niet ervaren in het spel van geluid.
Dandy-isme en esthetiek als verzet in de poëzie
De afkeer van het burgerlijke, het concrete, eenduidige, was vanaf de jaren vijftig in de Vlaamse poëzie al aangesneden door schrijvers als Paul Snoek en Hugo Claus. In de jaren zestig werden zij opgevolgd door Nic van Bruggen en Patrick Conrad met een poëzie muzikaal van factuur, op woordklank gericht en meer of minder expressionistisch. Pieter Sierdsma komt met prachtige voorbeelden.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (69)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het negenenzestigste antwoord komt van Antony Samson.
Ganzen
De nieuwe column van Hans Puper. De eerste alinea maakt nieuwsgierig: “Laatst vond ik een werkdagboek terug waarin ik boeiende ervaringen, interessante observaties en te onthouden tips noteerde. Toen ik stopte met werken, schreef ik er opmerkelijke passages, regels of strofen in die ik tegenkwam. Zoals deze: ‘Een troep ganzen – schrijvend met elkaars ganzenveer.’ “
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (68)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het achtenzestigste antwoord komt van Monica Boschman.
Het oprukkende woord
Hans Franse is een groot liefhebber van beeldende kunst en altijd geïnteresseerd in nieuwe ontwikkelingen. Al vele jaren bezoekt hij de Biënnale in Venetië, nog fascinerender is Documenta in Kassel. Hij merkte veel taal op, veel luisteren en veel engagement met de dingen om ons heen, wat niet slecht is maar op een gegeven moment verlangde hij erg naar een verhelderend beeld.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (67)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het zevenenzestigste antwoord komt van David Troch.
Wiens brood men eet
Rogier de Jong over De Kwestie in Antwerpen, de rel die de stad stadsdichter-loos maakte. Hoe autonoom moet een (stads)dichter zijn? Honderd procent. En welke criteria mag een gemeente aanleggen bij het beoordelen van stadspoëzie? Alleen literaire. De autonomie van de dichter houdt namelijk in dat zijn enige schuldeiser de poëzie zelf is.