Columns
Op mijn moeders verjaardag
Jan Loogman over zijn moeder. Terwijl hij op een familiedag haar geboortedag herdenkt, verstoppertje speelt en onzichtbaar is vanaf de buutplaats, weet hij hoe ze genoten zou hebben van haar nageslacht. ‘Gebaard heeft ze je,’ schrijft Mustafa Stitou in zijn nieuwste bundel: ‘Gebaard heeft ze je, opgevoed, een vreemde zien worden, / maar losgelaten nooit en jij haar evenmin’.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (47)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het zevenenveertigste antwoord komt van Kees Godefrooij.
Vijftig: een beweging?
Na de bevrijding botsten de hoop op vernieuwing en het terugverlangen naar oude zekerheden op elkaar, ook in de letteren. Het was niet één grote revolutie die uitbrak, het ging langs vage lijnen van geleidelijkheid. Jan van der Vegt over de Vijftigers. Had Vinkenoog er niet bij moeten zijn? En waarom Andreus en Claus niet? Een kerngroep van acht? Toch een beweging?
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (46)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het zesenveertigste antwoord komt van José Aerts.
Poëzie of proza?
De ten onrechte minst bekende Tachtiger, de Limburger Frans Erens (1853 – 1935) schreef schetsen die hij aanvankelijk ‘Gedichten in proza’ noemde. Hij onderhield goede contacten met Stéphane Mallarmé en de naturalist Émile Zola. Beiden waren van belang voor zijn literaire opvattingen.
De meicolumn van Hans Puper.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (45)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het vijfenveertigste antwoord komt van Marc Tiefenthal.
Drs. P
Hans Franse over Drs. P., de man die met zijn eminent spits en intelligent taalgebruik de Nederlandse teksten op een ongelooflijk hoog peil bracht. Hij inspireerde mensen als Ivo de Wijs en Eric van Muiswinkel, vond het Olleke bolleke uit en liet een schat aan teksten achter. Iets van de geur van de inmiddels verschaalde Bolknak hangt nog zijn auto.
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (44)
Een nieuwe serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? De medewerkers van Meander zijn achtereenvolgens serieus, speels, poëtisch, humoristisch, streng, onderhoudend, kort, (iets) te lang, verlegen, duidelijk, zeker, geërgerd, motiverend, vluchtig of vragend. Het vierenveertigste antwoord komt van Martin Max Aart de Jong.
Simon
Karel Wasch in zijn laatste column, over Simon Vinkenoog en zijn plaats in de Nederlandse literatuur. Hoorde hij wel echt bij de Vijftigers? Hij had vooral een eigen geluid en werd bovenal de performer in talrijke manifestaties waaronder Poëzie in Carré, de slamwedstrijden. Een anarchistische vorst met veel power en charisma. We missen al jaren zijn alom aanwezige vrolijkheid en kracht.