LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Gedichten

Vincent Van Gelder
Vincent Van Gelder
Met soms heftige beelden, het wolfshongerig happen, het kind dat valt, de doodsdoek met het parfum van de moeder, pakt deze dichter ons vast en voert ons door droom en daad. Een opeenvolging van schreeuwend geboren worden, regels als ‘Dauwladders van grasspriettop / tot bodem breken tussen tenen / Zolen voeren koele zelfgesprekken’ verlangen naar meer.
Peter Gielissen
Peter Gielissen
Met regels als ‘Ik wil eigenlijk alles zijn. Voor altijd. / Een vrije val door een ventiel naar een groot elders.’, terwijl de dichter begint met ‘Houd niet van mij, want ik ben dichter bij de dood;’, wat kunnen we anders dan blijven lezen en ons ‘in gedachten laten wiegen naar een laatste dok’ met deze gondelier.
Clara de Groen
Clara de Groen
Het werk van Clara de Groen begint al meteen goed met de dag openbreken met yoghurt en klei en dat slaaphaar. Formuleringen die vaak sober zijn maar wel doeltreffend: de vogels die laag vliegen en de kikkers die hoog springen, ganzen die rijpe wolken naar beneden trekken, papieren zonnebloemen beschilderen en ze bevestigen met bloementape. Een fijngevoelige dichter, maar zonder sentimentaliteit.
Mandy Eggerding
Mandy Eggerding
Als iemand ons kan vertellen ‘hoe de lente opnieuw hetzelfde / en niets hetzelfde, hoe de jaren als een draaiend blad / wij de bloesem op het pad’ zijn, is het deze dichter, die ‘de beweging van het draaiend blad’ beschrijft en dat we het weer gered hebben ‘dwars door de kou met handen vol lucht en licht’.
Zomerstop
Zomerstop
Van 14 juli tot 4 augustus heeft Meander een zomerstop. We wensen u een ontspannen zomer.
Laura Mijnders
Laura Mijnders
Dichter, schrijver, kunstenaar en columnist Laura Mijnders ontwikkelde al vroeg een passie voor taal en poëzie. Ze tast in haar poëzie de wereld af en onderzoekt thema’s als ongemak. Met regels als ‘misschien pas ik in een andere versie van mijzelf / steeds vaker twijfelde ik of alle delen wel / op de juiste plaats zaten’ intrigeert ze de lezer.
Barbara De Munnynck
Barbara De Munnynck
Met regels als ‘Met twee vingers schendt ze hun vleugels / alsof ze geen dromers, maar een erwtje plet’ laat deze dichter ons de pijn en moeite van een schaatstraining voelen. Ze heeft het over ‘knokige / schouderbladen / die ze slijpt en polijst / als het mes van haar schaats’ maar zelfs het woordje ‘opnieuw’ doet ons rillen.
Leo Stilma
Leo Stilma
Voor Leo Stilma moet poëzie ‘als een bijl zijn in de bevroren vijver van de ziel’ zijn. Zijn thema’s gaan dan ook veel over liefde, kinderen en de dood maar ook over gewone zaken als een paperclip, een laken of een stoel, zelfs een verroeste opoefiets met eeuwig rammelende ketting. Zijn werk is evenwichtig en heeft verrassende wendingen.
Elbert Gonggrijp
Elbert Gonggrijp
Elbert Gonggrijp ‘schildert’ als het ware met woorden en tracht het geheim van de wereld om hem heen te ontfutselen of juist in al haar schoonheid te bewaren. Een zoektocht met een onvervulbaar verlangen naar heelheid en het daaraan gekoppelde heimwee. Schrijven doet hij dagelijks, het is voor hem pure noodzaak. Als ademen, dichten als een soort van ‘wordt vervolgd’.