Interviews
Borduurnaald in je hart
Ondanks verscheen bij uitgeverij Poëziecentrum de eerste in het Nederlands vertaalde bundel met gedichten van de Chinese auteur Jidi Majia. De titel maakt meteen al nieuwsgierig: 'Ik schrijf gedichten omdat ik een toeval ben.' Sander de Vaan sprak met Silvia Marijnissen, die Majia’s gedichten voor dit boek selecteerde en vertaalde.
"Ik zou graag eens een handtekening op een buik willen zetten."
Winnaar van de C. Buddingh’-prijs Wout Waanders wil graag werk maken dat midden in de wereld staat. “Dan moet ik me daar ook in mijn schrijverschap begeven”. Hij heeft “genoeg geëxperimenteerd om te voelen dat deze soort speelsheid me wel past nu” en schrijft graag voor mensen die bij gedichten het idee hebben dat ze ‘het niet snappen’.
"Nooit liggen euforie en frustratie zo dicht bij elkaar als wanneer ik poëzie schrijf"
Antony Samson wil met zijn poëzie het doodgewone grootser maken en zijn lezers stil laten staan bij situaties die zij vanzelfsprekend vinden. Het zijn de trage momenten die hem vaak op ideeën brengen. ‘Poëzie gebruikt taal om eerder de ziel dan het verstand aan te spreken. Het biedt je een andere ingang in het hoofd van de lezer, namelijk via het hart.’
Terwijl je domweg op je stoel blijft zitten
‘Poëzie is voor mij één van de weinige plekken waar onbevangen leven nog mogelijk blijkt’, zegt Alain Delmotte. ‘Poëzie is een vitale daad. Het is ook een verzetsdaad op het niveau van, alweer, de taal. Dit is één van mijn premissen: poëzie is en blijft voor mij een vorm van dissidentie.’ Interviewer Truus Roeygens had een mooie leerzame dag.
“Poëzie is er naar mijn mening vooral om geschreven en gelezen te worden, en niet om te lang bij stil te staan"
Voor Gaël van Heijst was gedichten schrijven altijd iets wat hij er zomaar een beetje bij deed, tot hij in 2020 de Schrijverspodiumprijs won. Het merendeel van de gedichten in zijn debuutbundel heeft hij er speciaal voor geschreven: "Ik speelde al enige tijd met het idee van een ‘twijfelweefsel’: vormgeven aan een staat van constante twijfel, waar er zich van alles in afspeelt".
in de potentie van de nagalm
Dean Bowen zonderde zich af op het platteland van Achtmaal in Noord-Brabant (NL) om er de geest van Henriette Roland Holst te betrappen. Na lezing van ‘Ik vond geen spoken in Achtmaal’ kan men denken dat de dichter aan spoken hun kerk heeft willen teruggeven. Maar zocht Dean B. werkelijk naar spoken? Of zocht hij eerder naar zijn naakte geloof? Of naar reden voor zijn eenzaamheid?
‘Je krochten bewoonbaar maken’
‘Voor permanente bewoning’ heet de bundel waarmee Anna de Bruyckere vorig jaar debuteerde. Een bundel met een lichte toon. ‘Hoe doe je dat, leven?’ lijkt de terugkerende vraag die leidt tot serieuze observaties. Jan Loogman in gesprek met haar.
"Ik denk dat elke tekstvorm zijn eigen voordeel en kwaliteiten heeft."
Elianne van Elderen won de derde prijs in De Gedichtenwedstrijd. ‘Geen inzending’, zei de jury van haar gedicht, ‘vatte beter de tijdgeest.’ Ze begon te schrijven op Tumblr, de drempel lag op het internet lager. Ze houdt van verhalende of plotgedreven gedichten met lange volzinnen, personages en een nostalgische thematiek, vaak over een dorp, kinderen en jeugdvriendschappen. ‘Iedereen - ook zonder een schrijfopleiding - zou kunnen schrijven’.
"hamsterwielen voor een dystopie"
In de serie 'gesprekken met Meandermedewerkers' het drieëndertigste gesprek, met Martijn Benders waarin de scherpe criticus terugdenkt aan zijn ‘leermeester’ Carlos Castaneda die de dichter als tovenaar zag met het vermogen om magische momenten te beschrijven en vatten. Van ‘wereldjes’ en ‘uitvreters’ naar ‘dominees’ en ‘overheid’, ‘valse entiteiten’ en ‘een open klimaat’ en met dat kangoeroe-gedicht van Rodenko.