Interviews
"de woorden krijgen naar mijn gevoel opnieuw ruimte om te ademen"
Het lezen en schrijven van poëzie ordent nog steeds de gedachten van Laura Tack op de meest vrije manier; dat deed het van jongs af aan. De lenigheid van taal groeit mee met de complexe menselijke gevoelens, geen enkele wetenschappelijke analysedrang kan ze bedwingen. Haar gevoeligheid voor de diverse indrukken bedwingt ze in haar gedichten als een tuinman die zorgvuldig de bomen snoeit.
"een bijzondere vorm van intimiteit"
Recensent Hans Franse is zo'n grote fan van het werk van dichter Mieke van Zonneveld dat hij nader met haar kennis wilde maken. 'In een goed gedicht zijn vorm en inhoud een overtuigende eenheid' en vorm 'moet een vorm zijn die niet alleen cerebraal werkt, maar ook als het ware lichamelijk gevoeld kan worden'. Ze legt hem veel uit maar hoopt dat er in haar gedichten een 'raadselachtigheid' blijft en dat de lezer tot verder denken wordt aangezet.
“Het geeft me ook een gevoel van noodzaak”
De prijswinnende dichter Willemijn Kranendonk studeert dit jaar af met een cyclus gedichten genaamd Spullen en lichamen. Haar wereldbestorming komt gewoon voort uit het feit dat ze schrijven leuk vindt maar het is meer dan dat als je maatschappelijke problemen aansnijdt, genderkwesties bespreekt en klimaatsverandering volgt. De noodzaak is er gewoon, net als in haar winnend Turinggedicht kun je "rekenen op verandering”.
"De regie over je leven"
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het twaalfde gesprek, Marten Janse ontmoet dichters en spreekt met hen over taal en de betekenis ervan in hun leven. Zelf zou hij graag iets ‘blijvends’ achter willen laten en wat dat betreft, is poëzie voor hem het beste materiaal om mee te werken. Taalgebruik rekent hij tot het kennisterrein van de Menswetenschappen!
"Anderen laten groeien"
In de serie ‘gesprekken met Meandermedewerkers’ het elfde gesprek. Eindredacteur Yvonne Broekmans had bij de kennismaking met het gedicht De idioot in het bad van Vasalis een Aha-erlebnis: het besef dat de zeggingskracht van poëzie juist niet datgene is, wat in het algemeen als poëtisch getypeerd wordt. Misschien is dat wel wat Meander bijzonder maakt.
"Ik bezit een oude ziel, denk ik"
De poëzie van Marieke Eggermont wil toegankelijk zijn en ontroering oproepen en hoewel het belangrijk blijft open te staan voor vernieuwing en actualiteit, blijft ze vaak traditioneel in haar uitvoering. Voor haar mag de tijd er lang over zijn gegaan, dan wordt het schijnbaar beter. Dat heeft ze met spullen, met mensen én met kunst. Verder bewaakt ze graag de focus op haar werk en niet op haar persoon.
"Techniek is geen doel op zichzelf maar wel de basis"
Deze dichter van snelsonnetten houdt het meest van verzen in gebonden vorm, het op deze manier vastleggen van allerlei soorten ervaringen en die hoeven echt niet 'licht' te zijn. Ook houdt hij zich aan de eisen van het Shakespaeresonnet, waar hij vele van vertaalde, soms maakt hij daar een ollekebolleke van en blijkt de tegenstelling tot vorm en inhoud minder groot dan gedacht.
"Dichters zijn getuigen van hun tijd"
Ali Serik denkt dat als hij zou stoppen met schrijven, hij in zijn hart blind wordt. Bij alles dat hij ziet, begrijpt hij niet dat mensen zo langzaam vooruitgaan. Daarom moeten we over meer dan ons eigen gevoel schrijven, dat zijn we verplicht. Als getuige van de multiculturele samenleving en de tijd maakt hij nog steeds gebruik van zijn inspiratiebron: de liedteksten van de volksdichters van zijn vaderland. "We moeten de mensen bijbrengen dat er een omslag nodig is."
"In alles in de wereld is iets aanwezig dat vernietigt"
Moya De Feyter vindt het soms tergend om altijd – onbewust en soms ook ongewenst – met een schrijversblik naar de wereld te kijken terwijl interviewer Sacha Landkroon het als een zegen ervaart. Wil je weten waarom? Lees dan het 'grotere verhaal' en vooral de bijbehorende gedichten en werk je eigen performance uit!