Interviews
Grote passies doen kleine passies verbleken
Véronique Pittolo (Douai, 1960) is één van de gasten op het komende Poetry International. In haar poëzie speelt ze graag met verschillende literaire genres en gebruikt ze regelmatig bekende fictieve en non-fictieve elementen om de lezer aldus aan het denken te zetten. Sander de Vaan spr@k met een Française die het bovendien gewoon leuk vindt om te dichten.
Gedichten als tekstberichten
De Argentijnse dichter Martín Gambarotta (Buenos Aires, 1968) is één van de gasten op het komende Poetry International. Sander de Vaan had een mailgesprek met de man die niet vies is van wat meer ‘wildheid’ in de poëzie.
Een stad met een hele lange poëzietraditie
Joost Oomen (De Bilt, 1990) publiceerde de bundels ‘Vliegenierswonden’ en ‘De stort’. In het studiejaar 2010-2011 was hij huisdichter van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij ontving in 2011 het Hendrik de Vries-stipendium van de gemeente Groningen. In 2013 werd hij voor twee jaar benoemd tot stadsdichter van Groningen.
Vijf Groningse dichters
Joost Oomen, stadsdichter van Groningen koos vijf dichters uit die in en rondom de stad Groningen wonen en werken: Jan-Willem Dijk, Jan Glas, Arjen Nolles, Kasper Peters en Leonie Veraar.
Een publiek waarvoor je niet op de knieën hoeft
Joop Leibbrand schreef sinds 2001 honderden recensies van poëziebundels voor Meander. Daarnaast leest hij ook nog de bundels die hij verdeelt onder de andere recensenten. Weinigen zullen de afgelopen jaren zoveel Nederlandse bundels onder ogen hebben gekregen.
Een uit de hand gelopen hobby?
Vijf gedichten
Uit het ingestuurde werk selecteerde de redactie vijf gedichten. Van Jelle Jan Klinkert, Niels Vonberg, Elisabeth Kaldas, Wim Klooster en Edward Hoornaert.
Als het een beetje meezit grijpt ze je ook nog bij de strot
Eric de Rooij doceerde Nederlands, maatschappijleer en geschiedenis. Vanaf 2007 werkt hij als humanistisch geestelijk verzorger. Hij schrijft artikelen, interviews en recensies voor 'Human' en het 'Tijdschrift Geestelijke Verzorging'. Van hem verschenen twee kinderboeken en in samenwerking met Ronny Boogaart brengt hij literaire wandelgidsen uit.
Schrijven met een scalpel
In 2012 interviewde Meander Daniël Vis (1988), een jong dichttalent dat opviel door zijn rauwe toon en succes op het podium. Anno nu kan Vis zichzelf Nederlands Kampioen Poetryslam 2014 noemen. Zijn debuut, 'crowdsurfen op laag water', verschijnt deze maand bij uitgeverij Prometheus. Hij schrijft nog steeds scherp en cynisch, maar zijn werk lijkt daarnaast kaler geworden, meer gebroken. Vis: ‘Alles wat ik maak, breek ik ook weer af.’
Een kwart van alle paperclips raakt kwijt
Na een zoektocht van beeldhouwen, theaters bezoeken en dagboeken schrijven kwam Tim Pardijs (1978) bij poëzie uit. ‘Dit is het’, dacht hij. Vijf jaar later werd hij stadsdichter van Zutphen. Met zijn gedichten blijkt Tim een bruggenbouwer. Hij valt op door de heldere toon in zijn werk en zijn vermogen om raakvlakken te creëren tussen de literatuur en de ‘gewone wereld.’ Hij staat dan ook graag voor publiek, schrijft live gedichten voor congressen en organiseert literaire avonden met dichtersverband Kopwit. Januari 2015 verschijnt zijn debuutbundel met stadsgedichten. Pardijs lijkt altijd bezig. Meander sprak met hem over de meerduidigheid van taal, waar het schrijven begon, paperclips en straatdrempels.