Klassiekers
Meander klassiekers
Besprekingen van de beste gedichten van de bekendste Nederlandse en Vlaamse dichters van na 1880.
Klassieker 291 : Marcel Obiak – de herfstkleuren ruiteren tussendoor arlekijnfacetten
Jan Buijsse bespreekt 'de herfstkleuren ruiteren tussendoor arlekijnfacetten', een titelloos gedicht van de Vlaamse dichter Marcel Obiak (1936 - 2024) uit 1959. Een dichter die schilderde met woorden.
Klassieker 290 : Ed. Hoornik - Pogrom
René Leverink bespreekt 'Pogrom', een gedicht dat Ed. Hoornik schreef op 12 november 1938, twee dagen na de Kristallnacht. Het werd een sonnet met een reflectieve dimensie, waarin de dichter het ondenkbare voorvoelde.
Klassieker 289 : Hugo Claus – Het klemwoord huis: 7
Joost Dancet bespreekt 'Het klemwoord: huis - 7', een gedicht uit de iconische dichtbundel 'De Oostakkerse gedichten' (1955) van Hugo Claus (1929 - 2008). Hoe beklemd kan je je thuis voelen?
Klassieker 288 : Pierre Kemp – Vallende ster
Jan Buijsse bespreekt het gedicht 'Vallende ster' (1920) - ondertussen meer dan honderd jaar oud - van Pierre Kemp (1887 - 1967). In 1920 was in het toen nog zo gewone nachtelijk duister de Melkweg helder zichtbaar. Het is een prachtige avond en kunstenaars, wetenschappers en filosofen hebben zo hun eigen fantasietjes over die sterren, weet Pierre Kemp maar hij heeft geluk, hij ziet een vallende ster en verrast ons.
Klassieker 287 : Sasja Janssen – Het heden is een lach in het donker
Tijd, wat is tijd? Hoe vang je het heden waarin we leven? Dat probeert Sasja Janssen te onderzoeken in 'Het heden is een lach in het donker' (2024). Fred Tak las het gedicht aandachtig. Een kostbaar geschenk uitpakken doe je voorzichtig.
Klassieker 286 : Mark Insingel – Aan de Nederlandse taal
Jan Buijsse brengt een eresaluut aan de dit jaar overleden Vlaamse dichter Mark Insingel (1935 - 2024). Hij bespreekt zijn ode 'Aan de Nederlandse taal' (2000). In menig opzicht een liefdesgedicht.
Klassieker 285 : Myriam Van hee – pinguïns
Hettie Marzak bespreekt het gedicht 'pinguïns' (2017) van Myriam Van hee - een sonnet over de hartverscheurende eerste sprong in zee van jonge pinguïns, waarin de focus in het gedicht subtiel van de dieren naar de mens verspringt.
Klassieker 284 : Guido Gezelle – Duiven
Goedele Hooremans brengt een eresaluut aan de Vlaamse dichter Guido Gezelle (1830 - 1899). Zij bespreekt het gedicht 'Duiven' dat Gezelle een jaar voor zijn dood schreef.
Klassieker 283 : E. du Perron – Sonnet van burgerdeugd
René Leverink bespreekt 'Sonnet van burgerdeugd' uit 'Parlando' (1930) van E. du Perron (1899 - 1940), waarin de zelfvoldaanheid van de burgerman met sarcasme wordt veroordeeld. Het gedicht was eerder te lezen op een prachtige rijmprent met een houtsnede van zijn generatiegenoot en vriend, kunstschilder Carel Willink. Of de ‘burger’ de rijmprent inderdaad ‘in de gang’ ging hangen en ‘zoo zoetjes’ het sonnet van buiten leren, zoals uitgever Stols hoopte, lijkt onwaarschijnlijk.