Meandermagazine
Leven in Rome
Jan Loogman was in Rome en zag wat Hester Knibbe ooit opschreef: 'Beelden van Huisraad, Golfplaat, Afvoerbuis: een tempel van god Onooglijkheid'. Wie niet waagt, komt niet verder in deze stad die behalve van rommel ook bruist van lawaai. Is het wel lawaai, vroeg hij zich af. Hollanders zijn gewoon niet ervaren in het spel van geluid.
Dandy-isme en esthetiek als verzet in de poëzie
De afkeer van het burgerlijke, het concrete, eenduidige, was vanaf de jaren vijftig in de Vlaamse poëzie al aangesneden door schrijvers als Paul Snoek en Hugo Claus. In de jaren zestig werden zij opgevolgd door Nic van Bruggen en Patrick Conrad met een poëzie muzikaal van factuur, op woordklank gericht en meer of minder expressionistisch. Pieter Sierdsma komt met prachtige voorbeelden.
Joke van Leeuwen - Aan tafels
Æde de Jong recenseert de nieuwste bundel van Joke van Leeuwen, 'Aan tafels' en laat zich meevoeren in één lange, meanderende stroom poëzie. ‘Dat de lezer meegevoerd wordt in die zee van beelden komt ook door het bedwelmende, pakkende ritme.’ Met herkenbare motieven als de verstrijkende tijd en gemis ‘weet Van Leeuwen onze wereld trefzeker, zonder al te veel oordelen, in mooie beelden te vangen.’
Interview Albert Hagenaars
Dichter Albert Hagenaars is een pelgrim, onrustig, voortgedreven door nieuwsgierigheid naar vooral plaatsen en mensen, maar hij kent ook het tegendeel: het urenlang op één plaats bezig zijn met poëzie, hetzij die van hemzelf hetzij die van een ander. Dat geeft iedere keer een andere werkelijkheid. Elk woord, zelfs elke combinatie van in geen enkele taal bij elkaar horende letters, roept associaties op.
Elvis Peeters - Ontwrichte gedichten
In ‘Ontwrichte gedichten’ van Elvis Peeters licht de dichter zijn poëtica toe in ‘Toegevoegd proza’. Dat kan nooit goed gaan. Hettie Marzak aan het woord: ‘Volgens Peeters moet een gedicht centraal staan als levende entiteit en gebruikt het de dichter als medium. Waar de gedichten beperkt bleven tot algemeenheden en registraties als mededelingen en omschrijvingen, daar ontwikkelt het proza zich als mystieke codetaal. Geen van beide overtuigen, het blijven lege woorden zonder betekenis.’
Wat Maakt Een Gedicht Goed? (69)
Een serie die wekelijks een antwoord probeert te geven op de vraag Wat Maakt Een Gedicht Goed? Kun je zo’n vraag wel beantwoorden? En toch gaan we het iedereen vragen. Het negenenzestigste antwoord komt van Antony Samson.