Meandermagazine
Frans August Brocatus - Sanguines
Wim Platvoet bespreekt de bundel ‘Sanguines’ van Frans August Brocatus: ‘’In deze dichtbundel worden emotioneel geladen herinneringen, bijna uitsluitend van een ‘hij’ aan een ‘zij’, op een afstandelijke, objectiverende manier beschreven, waarbij de hij zelf vrijwel altijd het onderwerp van de handelingen is. Deze tot in het uiterste doorgedreven objectivering schept voor de lezer van deze gedichten een zekere afstandelijkheid.’’
De recensent als scherprechter. De Gideonsbenders
Het einde van de crisis is in zicht, de zomer is begonnen en daarom is het tijd om Martijn Benders eens in het zonnetje te zetten. In Meander schreef hij op 26 april een recensie over ‘Beeldenraper’ van Carl Norac. Dat lijkt lang geleden, maar hij doet daarin een paar opmerkelijke uitspraken over de taak van de recensent. Die mogen niet onbesproken blijven.
De favorieten van Wim Platvoet
In de serie "favorieten van Meandermedewerkers" presenteert Wim Platvoet zijn drie lievelingsgedichten. Hij koos voor werk van de dichters Wallace Stevens, Gertrude Starink en Lucebert.
Jit Narain - Een mensenkind in niemandsland
Ivan Sacharov vindt de bundel ‘Een mensenkind in niemandsland’ van Jit Narain een absolute aanrader: ‘Boeiend hoe deze dichter telkens weer terugkomt op het verleden en daar zijn zin in zoekt (en vindt)! Het heden legt het af tegen het verleden. Het verleden waar een mens zijn wortels heeft, en waarvan de dichter een taal in leven houdt. Maar omgekeerd houdt deze taal (het Sarnámi) de dichter ook in leven. Hij ontleent er zijn bestaansrecht aan!’
in de potentie van de nagalm
Dean Bowen zonderde zich af op het platteland van Achtmaal in Noord-Brabant (NL) om er de geest van Henriette Roland Holst te betrappen. Na lezing van ‘Ik vond geen spoken in Achtmaal’ kan men denken dat de dichter aan spoken hun kerk heeft willen teruggeven. Maar zocht Dean B. werkelijk naar spoken? Of zocht hij eerder naar zijn naakte geloof? Of naar reden voor zijn eenzaamheid?
Hans Warren - Grafkrans
Hans Warren schreef ‘Grafkrans’, acht sonnetten naar aanleiding van de dood van zijn moeder. Ze werden nooit gepubliceerd, maar wel in Warrens nalatenschap teruggevonden en nu alsnog gepubliceerd. Herbert Mouwen: ‘De gedichten zijn ook voor de tijd waarin ze ontstonden traditioneel van opzet. Zoals bij Hans Warren te verwachten valt, speelt de natuur een centrale rol. De gedichten zijn bevolkt met allerlei soorten vogels en bloemen.’