Meandermagazine
F. Harmsen van Beek - In goed en kwaad
Johan Reijmerink bespreekt in deze longread het verzamelde werk ‘In goed en kwaad’ van F. Harmsen van Beek: ‘Uit haar teksten komt een eigenzinnige vrouw naar voren die afkerig was van wat men in haar dagen voor gewoon en wenselijk hield. Hoop, vertwijfeling en wanhopig ronddolen in dit leven is het beeld dat opdoemt als ik deze twee bundels en de omringende poëtische prozastukken lees. Eerlijk gezegd doet haar poëzie me zo nu en dan met verrassende woordvondsten en beelden verbaasd staan, maar de versregels grijpen me niet echt aan.’
Iris Origo
Hans Franse herdenkt Iris Origo en met haar zoveel anderen. In Italië heeft ieder zijn eigen herdenking aan de Tweede Wereldoorlog. Terwijl hij met zijn vrouw drie strofen van ‘De achttien doden’ van Campert opzegt en ‘De trein’ van Bert Voeten, denkt hij aan de tocht die een moeder met haar kinderen maakte in de schietpauzes van twee vechtende legers.
Klassieker 251: Ed Hoornik – Op school stonden ze…
Herbert Mouwen bespreekt ‘Op school stonden ze…’, een van de bekendste gedichten van Ed. Hoornik. Het is een van de dertien sonnetten uit de bundel 'Het menselijk bestaan' (1952). Het gedicht gaat echter niet over een taalles of over onderwijzen, maar via de woorden hebben en zijn geeft Ed. Hoornik een specifieke betekenis aan de woorden lichaam en ziel.
Joost Zwagerman - Verzamelde Gedichten
‘Verzamelde Gedichten’ van Joost Zwagerman wordt besproken door Peter Vermaat in een longread: ‘’Aan de allesuitscheider Zwagerman gaat de omnifaag vooraf, de alles-wat-werkelijkheid-is-schrokkende, bijna manische persoon die al wat is, wat was en wat zijn kan wil omvormen tot taal, voortdurend bang voor ‘alles wat aan taal ontsnapt’. Zijn laatste bundel toont mijns inziens de dichter Zwagerman in zijn gerijpte poëtische kwaliteiten.’’
"De mooiste kunst wordt immers gemaakt in tijden van schaarste, wanhoop en chaos."
Stadsdichter Joris Brussel is verwend in de mooie, nuchtere, cultuurminnende, historische stad Alkmaar. “Het is een beetje alsof je de sleutel van de stad krijgt en alle deuren mag opendoen om er vervolgens over te mogen schrijven wat je hebt gezien en meegemaakt.” Hij schrijft zijn gedichten veelal met het doel om gehoord en in de tweede plaats gelezen te worden.
Wietse Hummel - Morgen kan het allemaal anders zijn
‘Morgen kan het allemaal anders zijn’ is de tweede bundel van Wietse Hummel. Na een eerste bundel in eigen beheer uitgebracht te hebben, lijkt Hummel nu het officiële podium te betreden en daar hoort hij volgens recensent Maurice Broere ook thuis. ‘Hij vertoont gerijpt dichterschap, al moet hij misschien nog de neiging bedwingen ‘echt’ te dichten.’