Meandermagazine
Alfred Schaffer - Wie was ik. Strafregels
Johan Reijmerink bespreekt ‘Wie was ik. Strafregels’ van Alfred Schaffer: ‘Door de hele bundel klinkt de stem van een vaardig dichter die in een rijke schakering aan beelden, situaties en invalshoeken oproept om in te zien dat we allen op zoek zijn naar erkenning en bestaansrecht. Herinneringen brengen hem telkens weer terug bij waar hij vandaan kwam. Het blijft voorlopig bij impromptu’s van een vreemdeling die blijft vragen om gelijkwaardigheid in een land dat zich nog niet voldoende bewust is van het onrecht.’
"Een leven in het teken van de letteren."
‘Op het rustpunt vind je de woorden, de zinnen en de logica ervan. Het vindt allemaal plaats in je hoofd, maar daar kun je doorheen navigeren op zoek naar die rust’. Een open gesprek tussen Mirthe Smeets en Miguel Santos (pseudoniem van Renato Proper) met daarin o.a. wat Corona met dichter en gedichten doet en een van zijn meest persoonlijke gedichten.
Marjon Zomer - Niemandslanddagen
De bundel ‘Niemandslanddagen’ van Marjon Zomer is geschreven gedurende een depressie waardoor de gedichten doordrenkt zijn van zwaarmoedige gevoelens en eenzaamheid. Recensent Maurice Broere: ‘Niemandslanddagen’ is een aansprekende bundel over een onderwerp waar toch wel een zeker taboe op rust. Marjon Zomer neemt de lezer mee in een donkere periode waar het licht maar spaarzaam doordringt.’
Joris Miedema
Ook in het nieuwe werk van Joris Miedema speelt de dood met het leven, herinnert hij zich vrienden van toen, verdwenen plekken, avonturen, voorwerpen, een beestje, voorvallen, een liedje, de ondergaande zon, het heelal, en vindt hij zichzelf en ons terug. “dat is bijna poëzie mam, zei ik”. O ga nooit weg met die poëzie. Zò wordt verdriet gedeeld en verwerkt.
Johan van Cauwenberghe – Wat blijft is de rivier
In de bloemlezing ‘Wat blijft is de rivier’ van Johan Cauwenberghe is werk opgenomen uit alle elf de bundels, maar helaas ontbreken alle afbeeldingen. Recensent Hettie Marzak vindt dat er genoeg te genieten valt: ‘Naarmate het dichterschap van Van Cauwenberghe zich ontwikkelt, wordt zijn poëzie vernuftiger met dubbele betekenissen en veel verwijzingen naar de Klassieke Oudheid en de wereldliteratuur. De latere gedichten zijn erudiet en hermetisch: er is heel wat intellectuele bagage nodig om ze te doorgronden.’
Weltevreden
Hans Puper trof op Facebook een gedicht aan van een goede kennis. Juist omdat zij al een tijdje geen contact hadden gehad, ervoer hij na hun dialoog over het gedicht weer eens hoe sterk de beleving samenhangt met de persoon van de lezer.