Meandermagazine
"De Coninck is oprecht de reden dat ik schrijf."
"Dit is de leukste vraag die ik ooit heb gekregen. En ik weet als de dag van gisteren hoe dat was, de eerste keer dat ik hem mocht lezen." Jelmer van Lenteren over Herman de Coninck en alles wat nog meer goed van pas komt als je aanwezig wilt zijn!
Willem Jan Otten – Genadeklap
Johan Reijmerink las voor ons ‘Genadeklap’, de nieuwe bundel van Willem Jan Otten. Hij laat zich meevoeren op de zoektocht van de dichter: ‘Net als de religie reikt de poëzie naar wat onbegrepen en onverklaarbaar is.’ Mysterieuze gedichten als ‘na sluitingstijd’ en ‘de veerman luidt de bel’ worden met aandacht gelezen: ‘Op het snijvlak van droom en werkelijkheid weet Otten ons de ogen te openen voor wat groter is dan wijzelf zijn.’
Saskia van Leendert
'Jij zegt alles gebeurt nu.' Mindfulness in de gedichten van Saskia van Leendert, even stilstaan bij de geluiden van de oerknal en meer!
Halil Gür – Derwisj ben ik, dansende derwisj
Romain John van de Maele vindt dat ‘Derwisj ben ik, dansende derwisj’ van Halil Gür ‘te weinig poëtische spankracht heeft om als dichtbundel te overtuigen. (…) Gür is wel een mens van goede wil, een liefhebber van het mens-zijn in al zijn facetten, en die daar ook vaak heeft over nagedacht. (…) Wie gemakkelijk het etiket ‘gedichten’ opzij kan schuiven, vindt in de existentiële zoektocht van Gür heel wat aanknopingspunten voor een zinvol leven en samenleven, ook wanneer men het creationistisch wereldbeeld van de schrijver niet erkent.
Geert van Istendael - Negenentwintig dingen en één afscheidszang
Peter J.R. Vermaat recenseerde ‘Negenentwintig dingen en één afscheidszang’ van Geert van Istendael. Hij vindt hem een goed ambachtelijk dichter die kleine verwonderingen verwoordt of schrijft over wat onherroepelijk voorbij is. In de gedichten lijkt hij zelf niet aanwezig, behalve in ‘Afscheid van Brussel’, dat onder andere gaat over de terroristische aanslagen in 2016.
Klassieker 224: P.C. Hooft – Sonnet ‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief’
Het sonnet ‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief’ is één van de bekendste gedichten van Pieter Corneliszoon Hooft (1581-1647). Al is het maar, omdat de letterkundigen elkaar hierom meermalen in de grijze haren vlogen. René Leverink blaast het stof van de letters, en treft een kunstig en klankrijk gedicht aan, waarmee P.C. Hooft (jawel, van de latere dure winkels) zijn jonge geliefde of in ieder geval zichzelf het hoofd behoorlijk op hol bracht.