Recensies
Nachoem Wijnberg - Voor jou, van jou
Ernst Jan Peters over ‘Voor jou, van jou’ van Nachoem Wijnberg: ‘Misschien is zijn zeventiende bundel, getiteld 'Voor jou, van jou', wel de doorbraak voor het grote publiek. Het gaat over alledaagse herkenbare zaken: verliefdheid, verlaten liefdes, herinneringen, lichtheid en zwaarte.’ Maar ook hier geldt dat Wijnberg zijn lezers dwingt om opnieuw te leren lezen, Wie dat doet, wordt ruimschoots beloond.
Joris Miedema - De dood en drie andere gedichten
Laura Demelza Bosma over ‘De dood en drie andere gedichten’ van Joris Miedema: ‘Het zijn rauwe, werkelijke gedichten die, hoewel ze van alle sentiment zijn ontdaan, tóch liefdevol overkomen en eveneens vanuit bijzondere invalshoeken met verrassende kwinkslagen komen. ( … ) De dichter beheerst de kunst van het in- en uitzoomen en wisselt ook regelmatig van perspectief zodat een breed spectrum aan gevoelens, gedachten en associaties aan bod komt.’
Mariet Lems - Zie mij
Peter J. R. Vermaat is niet gelukkig met de bundel ‘Zie mij’ van Mariet Lems (gedichten) en Cora Vries (schilderijen). Het gevaar van zo’n gecombineerde bundel is dat het gedicht tussen het beeld en de beschouwer komt te staan. Bovendien schemert bij de gedichten het ambacht er teveel doorheen. Vermaat: ‘Maar misschien neem ik deze bundeling te serieus en moet ik haar niet als poëziebundel zien, maar eerder als een soort catalogus van een tentoonstelling, in combinatie waarmee hij ook op internet te vinden is.’
Jean Pierre Rawie - Handschrift
De omslag van ‘Handschrift’, de nieuwe bundel van Jean Pierre Rawie, is stijlvol. Eric van Loo: ‘De boodschap is duidelijk: deze bundel moet zichzelf verkopen. En dat zal de nieuwe Rawie, tot afgrijzen van de heersende kritiek, dan ook zeker doen. (…)
Voor de liefhebbers van het werk van Rawie valt er in ‘Handschrift’ wederom veel te genieten. Veel gedichten hebben de kracht van een credo, waarin hij eindelijk een keer zijn overtuiging wil verwoorden.’
Poëzie Kort 2017 / 7
In POËZIE KORT 2017 / 7 recensies van Hans Puper over het tweede deel van ‘Het liegend Konijn 2017’, waarin een aantal opvallend goede gedichten staat, een verrassende zoektocht van Atze van Wieren naar de oorsprong van ons bestaan (‘Eeuwig leven’), en ‘Ik kan het altijd denken’ van Cees Bolle, dat onder andere gaat over de dienstbaarheid van herinneringen.
Pierre Kemp - Het regent in de trompetten
Romain John van de Maele over ‘Het regent in de trompetten’: ‘Wiel Kusters en Ingrid Wijk hebben een aantrekkelijke bloemlezing samengesteld uit het werk van Pierre Kemp (1886-1967). ( … ) Kemp heeft met veel verve […] de kleuren van zijn wonderbaarlijke palet gebruikt. Niet met de zotskap van het Maaslandse carnaval, maar met de koksmuts van de leerjongen op het hoofd geef ik Kemp en zijn bloemlezers drie sterren in de gids voor poëzieproevers.
Ronelda S. Kamfer - Mammie
Herbert Mouwen over ‘Mammie’ van Ronelda S. Kamfer: ‘Er zijn dichters die gedichten schrijven vanuit hun herinneringen zonder dat ze die verzen verfraaien met metaforen, rijm- en metrumvormen en allerlei stijlfiguren. De werkelijkheid die zij in hun poëzie publiceren, is op zich al bijzonder of schokkend genoeg. Hun gedichten behoeven geen aankleding of decoratie, ze confronteren de lezer direct met hun eigen persoonlijke historische realiteit. ‘Mammie’ van de Zuid-Afrikaanse dichteres Ronelda S. Kamfer is zo’n dichtbundel.’ Vertaald door Alfred Schaffer.
Kees Engelhart - Dagen van Van Putten (deel 2)
‘Dagen van Van Putten’ (deel 2) van Kees Engelhart is heel goed afzonderlijk te lezen. Hans Puper: “Ik associeer [het totale werk] natuurlijk in eerste instantie met 'Het Bureau' van Voskuil, niet alleen door de beoogde omvang, maar ook door de inhoud: hij raakt de kern van een leven. Toevallig herlas ik een brievenboek van Reve. Aan Josine Meyer schreef hij: ‘Wat men vaak mist ( … ), is het bizarre, het persoonlijke, het schijnbaar onbelangrijke maar in werkelijkheid wezenlijke’. Bij Engelhart zou hij op zijn wenken zijn bediend.”
Jan Kleefstra - Een mistval om het rumoer
Eric van Loo over de nieuwe bundel van Jan Kleefstra: “Ik zie ‘Een mistval om het rumoer’ (…) als een reeks losse impressies van een ‘ik’ die troost zoekt in het lege landschap. (…) Daarom moet deze recensie ook kort blijven. Al te veel duiding zou dit kleinood van Kleefstra onrecht aandoen. Alsof zijn woorden pas kunnen spreken wanneer zij worden uitgelegd.”