LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

Karin Boye - De diepe cello van de nacht
Karin Boye - De diepe cello van de nacht
Anke van den Bremt vertaalde voor uitgeverij P de bundel 'De diepe cello van de nacht' van de Zweedse dichteres Karin Boye (1900-1941). Dat zij inhoudelijke complexiteit en innerlijke twijfel verpakt in een haast naïeve directheid is wellicht de belangrijkste reden waarom Boye tot op vandaag veel lezers aanspreekt. Haar even tragische als romantische levenseinde heeft er wellicht ook toe bijgedragen dat ze nog steeds behoort tot de meest gelezen Zweedse dichters.
Johanna Geels - Wildberichten
Johanna Geels - Wildberichten
Met toenemend plezier lezend in Wildberichten van Johanna Geels zocht ik een woord om de gedichten mee te typeren. Op blz. 26 vond ik 'bravoure', het gedicht 'Polderhazen' opent ermee. Gaandeweg noteerde ik meer steekwoorden: onderkoeld, afwerend, brutaal, illusieloos, maar ook betrokken en persoonlijk; realistisch, maar door allerlei onverwachte vertekeningen ook vaak bizar.
Annemieke Gerrist - Het volume van een logé
Annemieke Gerrist - Het volume van een logé
Het lijkt wel alsof Annemiek Gerrist elke keer dat zij zich in Het volume van een logé oriënteert op de werkelijkheid, door die werkelijkheid betoverd wordt. 'Met mijn geest zaken verlichten, en hun reflectie projecteren op de geest van anderen' dat is wat Baudelaire van zijn poëzie verlangde. Dat is waar naar mijn idee ook Gerrist overtuigend in slaagt. Wat een goede poëzie.
Kreek Daey Ouwens - Blauwe Hemel
Kreek Daey Ouwens - Blauwe Hemel
Kreek Daey Ouwens gebruikt in Blauwe hemel zonder moeite de woorden tranen, huilen, verlies en pijn. Rouw en verlies zijn de hoofdthema's waarover zij in haar gedichten vertelt. Ze doet dit fijnzinnig en hanteert hier en daar een krachtig beeld dat onder je huid kruipt. Voor wie niet bang is geraakt te worden.
Peter Drehmanns - Graafschade
Peter Drehmanns - Graafschade
Op de achterflap van Graafschade wordt vermeld dat Peter Drehmanns twijfelde of hij zou deelnemen aan de reünie van zijn ‘klas van 1971’, een zesde klas op de katholieke jongensschool in het Limburgse Haelen. Hij besloot uiteindelijk niet te gaan, maar de reünie te gebruiken als uitgangspunt voor een dichtbundel waarin hij alle 38 leerlingen en hun onderwijzer portretteert als degenen die zij in de verstreken veertig jaar geworden zijn.
Krijn Peter Hesselink - Als niemand vangt
Krijn Peter Hesselink - Als niemand vangt
Wat is Als niemand vangt van Krijn Peter Hesselink goed geschreven! Ik kon geen zwak gedicht vinden in deze bundel. Natuurlijk spreekt het ene gedicht je meer aan dan het andere, maar ik kon blijven lezen, en met steeds meer plezier. De liefde voor het leven die in het motto is aangegeven klonk steeds duidelijker door. Het leven is niet leuk misschien, maar je kunt ervan leren houden. Het is absurd soms, maar doe je er een schepje bovenop, dan wordt het veel leuker! En zo wordt deze poëzie een hilarische troost, een manier om je bewustzijn zich aan de eigen haren uit het moeras te laten trekken, een vechten tegen windmolens, en nog winnen ook...
Wereldpoëzie uit Aruba
Wereldpoëzie uit Aruba
Het wonderlijkste van de poëzie van Nydia Ecury (Een droom die ik heb) is dat je haar kunt blijven lezen; ze bevat blijkbaar dat mysterieuze aspect dat je keer op keer tot je wilt nemen, ook al ken je de gedichten van buiten. Het is, om Nijhoff te parafraseren, alsof je meer leest dan er staat. Wat het meeste raakt is de warmte waarmee elk gedicht geladen is. Ook het verdrietigste. Het zijn gedichten die in alle opzichten 'echt' zijn.
Alfred Schaffer - Mens Dier Ding
Alfred Schaffer - Mens Dier Ding
Mens Dier Ding van Alfred Schaffer volgt de levensloop van de Afrikaanse tiran Shaka Zoeloe. Maar de dichter speelt hier met de feiten en brengt Sjaka naar de huidige tijd. Hij hanteert en verweeft verschillende genre's en verhaallijnen. De woorden en beelden die hij hiervoor vindt maken indruk.
Erik Solvanger - Het hoofd onder de arm
Erik Solvanger - Het hoofd onder de arm
De Zweedse dichter Tomas Tranströmer meent dat we in ons dagelijks leven onderworpen zijn aan routine en anonimiteit. Het is aan dichters om door middel van hun poëzie ons van die anonimiteit te verlossen. Daartoe is de wereld van de droom een geschikte zienswijze. Erik Solvanger doet in zijn nieuwste bundel Het hoofd onder de arm een verrassende poging om met zijn ogenschijnlijke bizarre poëzie dat inzicht te verkrijgen.