LITERAIR E-MAGAZINE VOOR NEDERLANDSTALIGE POËZIE

Recensies

Wouter Godijn - Poging een luchtig gedicht te schrijven
Wouter Godijn - Poging een luchtig gedicht te schrijven
Voor wat betreft de bundel ‘Poging een luchtig gedicht te schrijven’ van Wouter Godijn vraagt Ivan Sacharov zich af: ‘Wat is er – voor een gerenommeerd dichter – moeilijk aan om een luchtig gedicht te schrijven?’ Hij geeft zelf het antwoord op deze hamvraag: ‘’Ja, het is zéker moeilijk om een luchtig gedicht te schrijven! Niet omdat de wereld om ons heen als een kaartenhuis in elkaar stort, maar omdat een gedicht in essentie uit (bewegende) lucht bestaat. Als het een goed gedicht is, natuurlijk. Een gedicht met een vleugje ‘geest’ erin.’’
Johanna Pas, Lies Colman, Koen Broos – Voor mij alleen
Johanna Pas, Lies Colman, Koen Broos – Voor mij alleen
Maurice Broere bespreekt ‘Voor mij alleen’ van Johanna Pas, Lies Colman en Koen Broos, respectievelijk dichter, pianiste en fotograaf. Een bijzondere en verzorgde uitgave geïnspireerd op het leven en de muziek van de Belgische componist Guillaume Lekeu. Wat betreft de gedichten stelt Broere: ‘Enerzijds zijn ze helder en begrijpelijk, anderzijds blijft veel vaag.’ Dit, in combinatie met de geringe hoeveelheid gedichten, stelt hem enigszins teleur.
Elmar Kuiper - Blauwe hanen
Elmar Kuiper - Blauwe hanen
Tom Veys noemt ‘Blauwe hanen’ van Elmar Kuiper: fijnproeverswerk voor de literaire lezer. Hij is onder de indruk van deze bundel die vogels en pijn als leidmotieven heeft. Hij zegt erover: ‘Deze dichter kan perfect pijn onder woorden brengen. Elmar Kuiper is meesterlijk in zijn beelden, een taalwonder, die het vernuft heeft om hardheid om te zetten in lyriek, zijn woorden fascineren.’
Koen Stassijns - Het huis waar alles verdwijnt
Koen Stassijns - Het huis waar alles verdwijnt
Herbert Mouwen bespreekt ‘Het huis waar alles verdwijnt’ van Koen Stassijns: ‘Dichter Koen Stassijns weet voelbaar te maken wat het betekent om afscheid te nemen van het leven. De manier waarop hij dat als dichter doet, is indrukwekkend. De gedichten zijn boeiend om te lezen. Ze verdienen het ook om ze te onderzoeken op thematiek, motieven, vormaspecten en stijlfiguren. Er valt veel te ontdekken. Het is geen bundel om na één keer lezen weg te leggen.’
Jo/hanna Pas - Was, of hoe ik mijn huid verloor
Jo/hanna Pas - Was, of hoe ik mijn huid verloor
Een persoonlijke bundel over een universeel onderwerp is ‘Was, of hoe ik mijn huid verloor’ van Johanna Pas. Hoe ga je om met een slopende ziekte die je leven bedreigt? Pas schrijft zonder sentimenteel te worden en met gepaste afstand. Hier spreekt de poëzie, de onderwerpen en de taal zijn indringend. Een recensie van Janine Jongsma.
Cees Nooteboom - Zo worden jaren tijd
Cees Nooteboom - Zo worden jaren tijd
In de verzamelbundel ‘Zo worden jaren tijd’ van Cees Nooteboom staat het complete overzicht van zijn poëzie. Johan Reijmerink aan het woord: ‘Nooteboom is bovenal een nauwkeurig waarnemer. Hij is zoals de fenomenoloog Merleau-Ponty dat beschrijft, in staat zijn vertrouwdheid met wat hij waarneemt, op te schorten en zich zeer bewust te worden van wat hij waarneemt en er ook een lichamelijke verhouding mee aan te gaan. Poëzie blijkt voor hem concreet geworden metafysica te zijn.’ Een longread.
J.H. van Geemert - De teen van Akinfejev
J.H. van Geemert - De teen van Akinfejev
In de nieuwste bundel van J.H van Geemert, ‘De teen van Akinfejev’, treft recensent Æde de Jong ‘een dichter die poëzie maakt van het alledaagse, en readymades vergaart uit onverwachte bronnen.’ De Jong typeert Van Geemert als een dichter die begrepen wil worden, getuige ook de uitleg van gedichten achterin de bundel: ‘Zijn poëzie is helder en toegankelijk, wat trouwens niets over de diepte zegt. Toch is de toelichting een welkom handvat bij de lectuur van de bundel. Gelukkig wil Van Geemert wel begrepen worden.’
Sander Meij - De wolf is terug
Sander Meij - De wolf is terug
Recensent Peter Vermaat bespreekt ‘De wolf is terug’ van Sander Meij en vindt soms teksten die het niveau van het dagboek niet ontstijgen, maar vaker ‘varieert de poëzie van Meij van zeer klankrijk tot enigszins filosofisch’, met de dichter als ‘een verrukkelijk roofdier van de woordenschat’. Vermaat: ‘Het sterkst vind ik Meij wanneer hij zich door de taal als aan een vlieger bij stormwind de lucht in laat sleuren.’
Ludwien Veranneman - Ruimtes aan de rand
Ludwien Veranneman - Ruimtes aan de rand
Het debuut van Ludwien Veranneman ‘Ruimtes aan de rand’, wordt besproken door Hettie Marzak: ‘Veranneman heeft een zorgvuldige, zeer verzorgde debuutbundel geschreven, waarbij ze lang heeft nagedacht over de taal waarin wordt weergegeven wat er gezien is. Ze heeft zichzelf een beetje op de achtergrond gehouden en de dingen voor haar laten spreken, zoals iemand die door een raam kijkt, tegelijk de reflectie van zichzelf op de ruit beziet.’