Recensies
Ad Zuiderent - Kijken met andermans ogen
In de bundel ‘Kijken met andermans ogen’ van Ad Zuiderent sleurt de dichter je mee in zijn wijze van onderzoeken van natuur en landschap. Herbert Mouwen: ‘Het dichterschap van Ad Zuiderent is niet alleen een ontmoeting met de werkelijkheid of een herinnering daaraan, hij lijkt door middel van zijn poëzie die werkelijkheid ook een persoonlijke ordening te geven. In hoeverre voor hem de werkelijkheid chaotisch is, geeft hij deze in zijn gedichten een eigen(zinnige) samenhang. De dichter Zuiderent is een literair kunstenaar die daartoe in staat is.’
Dien L. de Boer - Vluchtstofgoud
Jeanine Hoedemakers heeft genoten van ‘Vluchtstofgoud’, de tweede bundel van Dien L. de Boer. Ze ziet een goed observatievermogen en krijgt prachtige beelden voorgeschoteld:
‘De dichteres verlaat het ouderlijk huis voor een ander, misschien beter leven. Ze doet stof op, keert uiteindelijk terug naar Friesland en beseft de waardevolle uitkomst van haar reis. Het ene gedicht is wat beeldender dan het andere, dat is juist goed. Niet alleen mensen kunnen elkaar naar voren schuiven, ook gedichten kunnen dat.’ Een longread.
Peter Holvoet-Hanssen - Libretto
In de bundel 'Libretto' van woordenjutter Peter Holvoet-Hanssen zijn een 65-tal Lied- en Muziekdoosgedichten gebundeld. Voor de aandachtige lezer is er zelfs een snuifje melancholie te ontdekken achter de onschuldig-speelse woorden. Recensent Marc Bruynseraede: ‘Wat zo bijzonder is aan de poëzie van Peter Holvoet Hanssen is dat zij jonge mensen de zin voor avontuur toont via speelse fantasie, nieuwsgierigheid en bereidheid om met de taal op zoek te gaan naar nieuwe horizonten. Zo wordt poëzie nog spannend.’
Laura Broekhuysen - Wij capabelen
Uit de debuutbundel ‘Wij capabelen’ van Laura Broekhuysen blijkt dat de dichter een band heeft met Ijsland. Vormexperimenten en effecten worden regelmatig toegepast, maar komt dit de poëzie ten goede? Peter Vermaat: ‘Er valt veel over deze bundel te zeggen, maar helaas niet dat de taal je bijblijft, laat staan dat de woorden in je hoofd gehamerd worden of het ritme je bloedsomloop meesleurt in een dans of cadans.’
Rosemie Mels - Zolang kunnen woorden wijken
Wim Platvoet stoort zich aan de overdreven lovende flaptekst van ‘Zolang kunnen woorden wijken’, de tweede bundel van Rosemie Mels. Zeker als deze loftuitingen door de dichter in kwestie niet worden waargemaakt. Zijn het eigenlijk wel gedichten, of enkel in die vorm gegoten? ‘’Het is allemaal te voltooid, te af, te clichématig – en daardoor juist het tegendeel van ‘wat haar zichzelf maakt’.’’
Annemie Deckmyn – Storm na storm
Maurice Broere is erg te spreken over de tweede bundel ‘Storm na storm’ van Annemie Deckmyn: ‘Met strak gecomponeerde verzen die een mooie verbeelding van de werkelijkheid en het innerlijk leven van de dichter geven. De thema’s zijn niet modieus, maar gaan over de belangrijke dingen: dood, ouder worden, relaties, liefde, natuur, eenzaamheid. Opvallende motieven zijn kaarten, kompas, codes op een scherm. Ze weet steeds andere lagen aan te boren, die je niet zou verwachten.’
Jacobus Bos - Wie de geest krijgt
Recensent Æde de Jong vindt in de nieuwste bundel van Jacobus Bos, ‘Wie de geest krijgt’, uitnodigende gedichten die ogenschijnlijk simpel en toegankelijk zijn, maar die zich pas na vele lezingen blootgeven. ‘Vormvaste, verraderlijk simpel verwoorde gedichten vol intertekstualiteit, existentialisme en diepgang.’ De bundel bevat verder ‘rijke, beeldende poëzie, waarin voor meerdere soorten poëzielezers van alles te beleven valt.’
Patrick Conrad - Oude, koude nachten
Patrick Conrad schreef in 100 gedichten zijn memoires in ‘Oude, koude nachten’. Marc Bruynseraede is van mening dat bedenkingen bij de dood en het menselijk bedrijf maken zijn gedichten bijdragen van blijvende waarde. ‘De taal die hij gebruikt is heel Conradiaans: verfijnd gemanicuurde esthetiek die samengaat met een prangend-duistere realiteitszin. Dat wat er staat moet er goed uitzien, al is het ook geschreven vanuit een zwarte schaduwpartij.’ Een longread.
Luc Vanhie - Spiegels van verlies
In de strak gecomponeerde bundel ‘Spiegels van verlies’ onderzoekt Luc Vanhie wat verlies betekent. Douw Wilts is enthousiast: ‘Vanaf het begin zet Vanhie de spanning erop. Het is echter allerminst een sombere bundel; het licht spat bij vlagen van de pagina’s. Met de inkt van dat licht herschrijft hij de betekenis van verlies. Het verlorene kunnen wij niet verliezen; het blijft ons bij. Ik zou dat de paradox van het verlies willen noemen.’