Recensies
Hans Franse - Umbrisch getijdenboek
Ivan Sacharov gaat in het ‘Umbrisch getijdenboek’ van Hans Franse op zoek naar poëtische gebeden. Hij ziet een dichter met een klassieke achtergrond, een heiden die vervult is met mystieke verlangens en een oude man die het voorbijgaan van het licht vreest. Hij vindt gebeden en gedichten. Het ‘Umbrisch getijdenboek – Le ore canoniche umbre’ is uitgevoerd in het Nederlands en in het Italiaans.
Tijl Nuyts - Vervoersbewijzen
De bundel ‘Vervoersbewijzen’ van Tijl Nuyts heeft iets weg van een drukke vertrekhal van een groot vliegveld, met zijn veelsoortige eet- en drinkgelegenheden, zijn luxe tax free shops en zijn verfrissings- en toiletruimten, volgens Herbert Mouwen. ‘In de ruimte van Nuyts’ gedichten, die openbaar is en dus voor iedereen toegankelijk is, is de mogelijkheid dat je als lezer verdwaalt groot; de kans dat je de weg terugvindt, is duidelijk minder.’
Geert Jan Beeckman - Woestijnzucht
Wim Platvoet verdiepte zich in ‘Woestijnzucht’ van Geert Jan Beeckman: ‘’De lezer raakt soms met zichzelf in de knoop omdat hij het gevoel heeft dat hij ondanks herhaaldelijk lezen het gedicht niet ‘ziet’: hij ziet slechts leegte om zich heen, een woestijn. Kan kijken in de woestijn leiden tot zien? De lezer ziet vooral de dichter die enkele van zijn ervaringen op een poëtische wijze verwoordt.’’
Maarten Doorman - Wie niet
Johan Reijmerink bespreekt de bundel ‘Wie niet’ van Maarten Doorman: ‘Doormans poëzie heeft iets alledaags, iets terloops en onnadrukkelijks, en toch reikt het voorbij het eindige. In deze bundel gaat de afdaling in de catacomben, het weer bovengronds komen en de kritische vaststelling van onrecht over in het verlangen de werkelijkheid van onder tot boven te aanschouwen met alle risico van dien.’
Rozalie Hirs - oneindige zin
Paul Roelofsen laat de poëzie uit de nieuwe bundel van Rozalie Hirs, ‘oneindige zin’, als instrumentale muziek over zich heenkomen en ziet zich beloond met een toenemend genoegen. Het gebrek aan kapitalen en interpunctie en een ingewikkelde syntaxis vragen veel van de lezer, maar ‘vooral de slotregels van meerdere gedichten eindigen prachtig.’ Ook de combinatie van een opgewekte en bevrijdende stemming enerzijds en wat zwaarmoedige gedichten anderzijds doen de bundel goed.
Aaron Mirck - Dit Algoritme Deugt Niet
Aaron Mirck probeert als eerste tech-dichter en millennial in zijn debuutbundel ‘Dit Algoritme Deugt Niet’ de tijdsgeest te doorgronden. Peter Vermaat is niet enthousiast: ‘Er komt poëzie voor in deze bundel, weliswaar mondjesmaat, maar toch. De vraag is echter of Mirck dat zelf doorheeft. Qua taalgebruik is er in de bundel weinig te vinden dat intrigeert. Er staat vrijwel altijd wat er staat en het wit tussen de regels is ook niet meer dan dat.'
Francis Cromphout - Tijdcapsule
De bundel ‘Tijdscapsule’ van Francis Cromphout is volgens Kamiel Choi ademberovend: ‘Een zeer aangrijpende bundel, waarin het meest hartverscheurende ter sprake wordt gebracht. De adem stokt. Poëzie kan zoveel meer zijn dan een zwanenzang, ze kan aanduiden tot wat een welk lijden we in staat zijn en het geloof, dat dit lijden voor de ander voorstelbaar is. De dichter heeft ons iets te zeggen. Wij zijn niet de neutrale toeschouwer, die bestaat niet.’
P.B Kempe - Vergedichten
In de debuutbundel ‘Vergedichten’ van P.B. Kempe handelt het om personen uit een ver verleden. Hettie Marzak aan het woord: ‘Dat is tegelijkertijd de sterkte, maar ook de zwakte van deze gedichten: Kempe heeft gebeurtenissen, maar vooral personen uit een ver verleden gestalte en stem gegeven in zijn gedichten, als een eerbetoon, maar soms zijn de personen marginaal of onbekend, waardoor het gedicht zijn doel voorbijschiet.’
Louise Glück - Averno
In zijn vijftigste (!) recensie bespreekt Peter Vermaat de bundel ‘Averno’ van de Amerikaanse Nobelprijswinnares Louise Glück, in de vertaling van Radna Fabias. De titel verwijst naar een klein kratermeer in Italië, dat de Romeinen beschouwden als de toegang tot de onderwereld. Volgens Peter Vermaat toont de bundel de ontoereikendheid van iedere poging tot vertaling van poëzie. ‘’Naast de ‘betekenisgetrouwheid’ van haar vertaling maakt Fabias ook vaak een net wat minder voor de hand liggende en daarmee een mijns inziens goede keuze met haar woordgebruik.’’