Jacob Groot – Lofzang
Jacob Groots Lofzang is volgens Bouke Vlierhuis naast een lofzang op de taal vooral een ode aan de liefde en in het verlengde daarvan aan het vrouwelijk geslachtsorgaan. Alsof dat het bindend element in onze samenleving is.
Jacob Groots Lofzang is volgens Bouke Vlierhuis naast een lofzang op de taal vooral een ode aan de liefde en in het verlengde daarvan aan het vrouwelijk geslachtsorgaan. Alsof dat het bindend element in onze samenleving is.
(advertentie)
Kees Klok schreef met Het is al laat een bundel die het aanraden waard is, vindt Joop Leibbrand. In zijn beste gedichten stroomt het sap van de olijfboom en resoneert de lyra.
Er zijn schrijvers die zowel met proza als poëzie een publiek aan zich weten te binden. Tot deze categorie behoort Fleur Bourgonje. Van haar verschijnen in september gelijktijdig de dichtbundel Hartenbeest en de roman Verdwijnpunt bij De Arbeiderspers. ‘Dat was een idee van de uitgever’, licht Bourgonje toe. ‘Een van de gedachtes erachter is mijn lezers te laten zien, dat ik een en hetzelfde thema op verschillende manieren heb weten te verwoorden en vorm te geven. ‘
Jelle Jan Klinkert: ‘Voor mij is een goed gedicht een compositie van klanken, ritmes, stiltes, betekenissen, woorden, die alle tezamen overbrengen wat de dichter wil zeggen. Het gaat dus niet alleen om woorden of de betekenis daarvan. Soms is die zelfs ondergeschikt aan de klank of het ritme. Zo wordt een gedicht een compositie die je net zo kunt beluisteren als een muziekstuk, met als extra element de taal – als onderdeel van het geheel.’