Gedichten
Mariken van de Bovenkamp
er ligt een lange nacht in mij te slapen
ik wek haar niet, wacht tot zij uit zichzelf ontwaakt
ik zal haar door de zomer dragen
in mijn armen stapelt zij mislukte dromen
ik kus de warme, natte krullen op haar wang
zo zijn wij voor elkaar geschapen
in september leg ik haar onder de bomen
zij breekt mijn water met haar eerste blik
dan staat zij op, loopt traag de verte in