Martijn Neggers – Tegen de draad
Podiumdichter Martijn Neggers gaat in Tegen de draad niet in alle gedichten voor het makkelijke succes van de staccatopoëzie. Als hij de blues zingt, bijvoorbeeld, en vooral als hij zich waagt aan een heuse roman.
Podiumdichter Martijn Neggers gaat in Tegen de draad niet in alle gedichten voor het makkelijke succes van de staccatopoëzie. Als hij de blues zingt, bijvoorbeeld, en vooral als hij zich waagt aan een heuse roman.
Gratis tijd voor iedereen, de nieuwe bundel van Alexis de Roode, is heel onderhoudend, maar heeft een misleidende titel. Er wordt geen tijd verstrekt op deze bladzijden, en al helemaal niet gratis. Ivan Sacharov gaat er gretig in op zoek naar gedichten met een ‘bite’; het is even zoeken, maar hij vindt ze.
Dichter De Romein had voor Ode het originele idee een lofzang op de vrouw te schrijven door als een beeldend kunstenaar te werken – live te dichten – met levende modellen. Helaas valt de uitwerking ervan tegen: 91 bladzijden lang krijgen we titelloze, smalle stukjes geknipt proza voorgeschoteld, een soort minimalisme dat slechts af en toe een beetje tot leven komt.
Lotte Dodion omschrijft zichzelf als “Een 23-jarige schrijfster en performer, met een diploma internationale politiek en interreligieuze dialoog en toch zo zot van taal als een eerstejaars student Germaanse talen. Iemand met veel stekels maar nog veel meer zachte plekken. Iemand die goed wil zijn in alles, weet dat dat niet kan maar het toch probeert. Veel te veel nadenkt. Iemand die zot wordt van schrijven, maar het ook niet laten kan. Een wereldverbeteraar van de realistische soort. Een piekeraar en toch to the point.”
Paul Boagert
STIL
Gij aarzelt niet als ge wat zegt
en gij lijkt sprekend als ge zwijgt
op iemand die het beter weet.
Maar nu er nog wat braaksel hangt
als woorden aan uw lippen,
aan uw open mond, nu krijgt
gij het niet uitgelekt, niet uitgelegd.
Trager moet gij leren inhaleren
als ik uw natte lippen kus,
uw tong van kippenvel.
De huig moet nu geparfumeerd:
gij moet de opening van de verstuiver
in de mondholte houden en drukken
en slikken, niet stikken.